In
De Kraken vinden we Johan terug op een klein zeilschap
als lijfwacht van Jocelyn. Haar man Gedeon, een vermaard
ontdekkingsreiziger, verdween ergens op een eiland dicht
bij de Afrikaanse kust, ter hoogte van Ogadisjoe. Enkele
matrozen gaan mee aan land met Johan en Jocelyn om Gedeon
terug te vinden. Het eiland wordt echter bevolkt door "gevaarlijke
diersoorten" en een stam bloeddorstige kannibalen.
Die gevaarlijke diersoorten blijken dino's te zijn, die
net als in het oorspronkelijke verhaal van King Kong
de fatale meteoriet 65 miljoen jaar geleden overleefd hebben
en lekker hun ding zijn blijven doen op dit afgelegen eiland.
Ook de Kraken, eigenlijk een mythische gigantische inktvis,
duikt nu en dan letterlijk en figuurlijk op, maar speelt,
behalve op het einde, geen echt belangrijke rol in het verhaal,
dat evengoed Kannibalen en Dino's of Exotische
Gerechten voor Johan had kunnen heten. De kannibalen,
die Johan en zijn kompanen gevangen nemen, vormen namelijk
de grootste uitdaging in dit verhaal. Als hoofdgerecht dienen
voor een feestmaaltijd bij een stam kannibalen is het trieste
lot dat Johan en zijn medereizigers uiteraard te wachten
staat.
De meeste matrozen laten zich gewillig drogeren door het
knapste meisje uit het kannibalendorp, voor de gelegenheid
afgebeeld met een behaatje met pantermotief en een kort
strooien rokje. Johan, Jocelyn en de zeekapitein houden
zich afzijdig. Zij hebben geen zin om actief deel te nemen
aan het kookgedeelte. Dankzij de hulp van een kannibaal,
wiens leven ze enkele bladzijden tevoren nog hebben gered,
kunnen ze even later ontsnappen.
In de gekozen scène worden de benevelde matrozen
door het knappe meisje van daarnet besprenkeld met olie
of een lekkere saus (over dit detail licht Karel
Biddeloo ons niet in), en staan ze klaar om levend
de grote stoofpotten in te duiken en zodoende andermans
inwendige mens te versterken. In één plaatje
schetst Biddeloo hier de voorbereidingen voor deze gruwelijke
praktijk. De schaars geklede, uitgelaten dame geeft het
tafereel een bevreemdend licht-erotisch ondertoontje, terwijl
de matrozen gelaten hun lot accepteren... Meer dan één
plaatje toont Biddeloo niet, want Johan is ondertussen,
zoals dat hoort, aan het onsnappen. Met behulp van speciale
pijlen, voorzien van rookbommen, slaagt hij erin verwarring
te creëren in het dorp, zodat zowel hij als de gedrogeerde
matrozen kunnen ontsnappen. Oef, Biddeloo hoeft de kannibalistische
daad niet expliciet in beeld te brengen. Enkele bladzijden
later worden zowel kannibalen als matrozen opgepeuzeld door
een grote sauriër die deze bijzondere hapjes niet versmaadt.
Dat brengt Biddeloo dan weer wel mooi in beeld.
Zonder te veel van de rest van het verhaal te verklappen,
kunnen we stellen dat de missie uiteindelijk op een totale
fiasco uitdraait. Enkel Johan en Jocelyn overleven de tragedie.
Maar laat ons positief blijven: ze hebben geen last gehad
van de plaatselijke keuken en zijn alweer een ervaring rijker...
IVO
DE WISPELAERE |