De Rode Ridder
38/60. De Kraken (deel 110, 1984)
TEKENINGEN: Karel Biddeloo • SCENARIO: Karel Biddeloo


De Rode Ridder
De Rode Ridder

In De Kraken vinden we Johan terug op een klein zeilschap als lijfwacht van Jocelyn. Haar man Gedeon, een vermaard ontdekkingsreiziger, verdween ergens op een eiland dicht bij de Afrikaanse kust, ter hoogte van Ogadisjoe. Enkele matrozen gaan mee aan land met Johan en Jocelyn om Gedeon terug te vinden. Het eiland wordt echter bevolkt door "gevaarlijke diersoorten" en een stam bloeddorstige kannibalen. Die gevaarlijke diersoorten blijken dino's te zijn, die net als in het oorspronkelijke verhaal van King Kong de fatale meteoriet 65 miljoen jaar geleden overleefd hebben en lekker hun ding zijn blijven doen op dit afgelegen eiland. Ook de Kraken, eigenlijk een mythische gigantische inktvis, duikt nu en dan letterlijk en figuurlijk op, maar speelt, behalve op het einde, geen echt belangrijke rol in het verhaal, dat evengoed Kannibalen en Dino's of Exotische Gerechten voor Johan had kunnen heten. De kannibalen, die Johan en zijn kompanen gevangen nemen, vormen namelijk de grootste uitdaging in dit verhaal. Als hoofdgerecht dienen voor een feestmaaltijd bij een stam kannibalen is het trieste lot dat Johan en zijn medereizigers uiteraard te wachten staat.

De meeste matrozen laten zich gewillig drogeren door het knapste meisje uit het kannibalendorp, voor de gelegenheid afgebeeld met een behaatje met pantermotief en een kort strooien rokje. Johan, Jocelyn en de zeekapitein houden zich afzijdig. Zij hebben geen zin om actief deel te nemen aan het kookgedeelte. Dankzij de hulp van een kannibaal, wiens leven ze enkele bladzijden tevoren nog hebben gered, kunnen ze even later ontsnappen.

In de gekozen scène worden de benevelde matrozen door het knappe meisje van daarnet besprenkeld met olie of een lekkere saus (over dit detail licht Karel Biddeloo ons niet in), en staan ze klaar om levend de grote stoofpotten in te duiken en zodoende andermans inwendige mens te versterken. In één plaatje schetst Biddeloo hier de voorbereidingen voor deze gruwelijke praktijk. De schaars geklede, uitgelaten dame geeft het tafereel een bevreemdend licht-erotisch ondertoontje, terwijl de matrozen gelaten hun lot accepteren... Meer dan één plaatje toont Biddeloo niet, want Johan is ondertussen, zoals dat hoort, aan het onsnappen. Met behulp van speciale pijlen, voorzien van rookbommen, slaagt hij erin verwarring te creëren in het dorp, zodat zowel hij als de gedrogeerde matrozen kunnen ontsnappen. Oef, Biddeloo hoeft de kannibalistische daad niet expliciet in beeld te brengen. Enkele bladzijden later worden zowel kannibalen als matrozen opgepeuzeld door een grote sauriër die deze bijzondere hapjes niet versmaadt. Dat brengt Biddeloo dan weer wel mooi in beeld.

Zonder te veel van de rest van het verhaal te verklappen, kunnen we stellen dat de missie uiteindelijk op een totale fiasco uitdraait. Enkel Johan en Jocelyn overleven de tragedie. Maar laat ons positief blijven: ze hebben geen last gehad van de plaatselijke keuken en zijn alweer een ervaring rijker...

IVO DE WISPELAERE



© Stripspeciaalzaak.be, 2019-2020