De Rode Ridder
33/60. De Maagdenburcht (deel 102, 1983)
TEKENINGEN: Karel Biddeloo • SCENARIO: Karel Biddeloo


De Rode Ridder
De Rode Ridder

Zoals wel vaker gebeurt, trekt Johan bij valavond door een woud. Voor hem slaan enkele kinderen op de vlucht, alsof ze door de duivel nagezeten worden. Het blijkt geen duivel te zijn, maar wel Ghüüls. Geprikkeld gaat onze held op onderzoek uit en klopt aan bij een statige burcht die de omgeving overschouwt, de Maagdenburcht. Deze wordt bewoond door de knappe Abigaïl en haar al even knappe zuster Aylill. Hun schoonheid staat echter haaks op hun zwarte agenda, want de dames staan in dienst van een insectachtig ruimtewezen, Urmürmürr. Deze laatste heeft een eerder ongezonde appetijt voor jonge meisjes, van wie hij de levensenergie opzuigt en als oude vrouwtjes achterlaat. Aan Abigaïl, Aylill en de Ghüüls om hem van een gezonde voorraad meisjes te voorzien. Klinkt allemaal nogal vreemd? Wel, dat is Karel Biddeloo op zijn best! Aan Johan en de wat schuchtere dorpsbewoners om voor hun kinderen op te komen en een einde te maken aan de dreiging van de Maagdenburcht.

Met De Vluchtelingen (deel 81, 1978) en Karpax de Stalen Man (deel 82, 1978) werd sciencefiction een regelmatig weerkerend thema in De Rode Ridder. Soms heel duidelijk zoals in voorgenoemde albums, dan weer subtiel zoals hier in De Maagdenburcht. Het monster Urmürmür belandde bij toeval op aarde via een meteoriet. Dit gebeurt later in de reeks nog eens. In De Rode Herberg (deel 127, 1988) zorgt een meteorietenreiziger voor de nodige spanning en vooral... horror. Dat genre speelt Biddeloo uit in de albums die hij rond deze periode maakt, het niveau hiervan gaat crescendo en levert enkele topverhalen op. Filmliefhebber Biddeloo putte hiervoor inspiratie uit de grote monsterklassiekers uit de filmgeschiedenis. Nosferatu (Vrykolakas, deel 114, 1985), Frankenstein (De Zwarte Toren, deel 121, 1987), Creature from the Black Lagoon (De Monsterman, deel 104, 1983) om er maar enkele te noemen.

Urmürmürr heeft de gedaante van een gigantische bloeddorstige rups en bezit de kracht om mensen te veranderen in Ghüüls. Onder de fantasyfans zijn Ghüüls waarschijnlijk beter bekend als Ghouls, grafschenders of lijkenpikkers. Hoewel het monster niet meteen het meest angstaanjagende uiterlijk heeft, is zijn voedingsgewoonte dat net wel. Het monster voedt zich met de levensenergie van jonge meisjes (jongens kan ook, maar die bieden blijkbaar te veel weerstand). Dit lugubere gegeven weet Biddeloo enkele keren uit te spelen, waardoor het album een extra benepen sfeertje krijgt. Vandaar ook de keuze voor deze specifieke pagina. De stervende Robar doet zijn verhaal. We zien hoe een angstig, klein meisje leeggezogen wordt tot een stokoude vrouw en we zijn getuigen van de waanzinnigheid die Robar in zijn greep krijgt. Angstige, bloeddoorlopen ogen zetten dit kracht bij.

Op het einde van het album wordt zeer terecht de vraag gesteld of alle larven van Urmürmürr nu dood zijn. Het monster zat namelijk op enkele tientallen eieren. Johan sluit niet uit dat een van de larven nog leeft, maar maakt zich duidelijk geen zorgen. Er is immers niemand om hen aan voedsel te helpen. Hier zien we toch een opportuniteit om een sequel in ware Biddeloo-stijl te maken. Patrick Cornelis?

Nog een weetje... Alcazar de Segovia is een bestaand kasteel in Spanje waarvan foto's als model dienden voor de Maagdenburcht.

JACKY CORNELIS



© Stripspeciaalzaak.be, 2019-2020