In
De Hamer van Thor (deel 45, 1970) introduceert
Karel Biddeloo knappe krijgsvrouwen met
korte rokjes. 1970 is ook het jaar van de Dolle Mina's en
wat later de tweede feministische golf genoemd wordt. In
deze periode sieren minirokjes en hotpants (niet noodzakelijk
met feminisme verbonden) het straatbeeld. Biddeloo laat
de tijdsgeest binnensijpelen in de reeks: naast saaie kasteelvrouwen
die met lange gewaden zwierig door de kasteelgangen struinen,
beeldt hij nu ook sterke, sexy vrouwen af. Willy
Vandersteen staat echter nogal weigerachtig tegen
te veel bloot in de reeks. De Rode Ridder verschijnt
onder andere in de toen nog vrij katholiek-conservatieve
krant De Standaard. Te veel bloot zou misschien
ook de ouders van de lezers ertoe aanzetten de reeks uit
huis te verbannen. Voorlopig blijven die korte rokjes daarom
een eenmalig experiment.
Met albums als Mandragora (deel 56, 1972) probeert
Biddeloo het nog eens. Ook in De Verrader van Yarkand
(deel 67, 1975) en Het Labyrint (deel 68, 1975)
krijgen we weer wat meer te zien. De andere albums uit deze
periode zijn toch vooral interessanter voor de liefhebbers
van lange rokken en — o frivoliteit! — een splitrok.
Een tiental jaar later zijn de korte rokjes gemeengoed geworden
in de reeks. We zijn intussen alweer tien jaar verder na
De Hamer van Thor. Vandersteen staat al lang niet
meer weigerachtig tegen deze uitingen van textielschaarste
die Biddeloo zo graag afbeeldt. Het publiek is al veel gewoon
van op tv, en de verkoopcijfers bewijzen dat Biddeloos besparingsijver
met betrekking tot het textiel der vrouwelijke personages
de reeks zeker geen kwaad doet. Voor elk album dat zich
niet in een expliciet Westerse middeleeuwse setting afspeelt,
kan Biddeloo zelf de vestimentaire normen voor die samenleving
vastleggen, en steevast zijn korte rokjes daar een vast
onderdeel van.
Maar zelfs in typisch klassieke middeleeuwse avonturen als
De Dievengilde (deel 90, 1980) smokkelt Biddeloo
toch zijn fetisjen binnen. Twee vrouwen die slaags met elkaar
geraakt zijn, sieren de cover. Hun minirokjes zijn uiteraard
een anachronisme, maar perfect verklaarbaar na een bits
gevecht waarbij de kleding op strategisch belangrijke plekken
losscheurt.
Met Xanador (deel 94, 1981) gaat Biddeloo alweer
een stapje verder en komen we in de bikinifase terecht.
Op de gekozen pagina worden de Amazones, wachters van Xanador,
zoals verwacht afgebeeld als adembenemend mooie vrouwen.
De voorste draagt iets wat zelfs de naam minirok eigenlijk
niet meer waard is. In een (te) klein bikinietje (in de
kleurenversie in paars pantervel) staart ze de lezer, die
zich in een lagere en onderdanige positie bevindt, brutaal
aan. Biddeloo beeldt een warrior princess af waar
menig strip- of comicfan (in die periode overwegend mannelijk)
zich met graagte aan vergaapt. Na dit album is het hek definitief
van de dam. Soft-erotiek wordt een vast onderdeel van de
reeks, tot groot plezier van de lezers en Karel Biddeloo
zelf.
Echt naakt wordt het nog niet, daarvoor moeten we nog geduld
hebben tot In de Witte Hel (deel 116, 1986), maar
dan worden we wel beloond met een volledig naakte keizerin
Amargith die, behalve een strategisch geplaatste dampsluier,
op haar eigen wijze volledig zichzelve mag zijn.
IVO
DE WISPELAERE |