In
De Witte Tempel (deel 18, 1964) komt Johan in contact
met een in afzondering levende Oud-Griekse beschaving. Het
is de ideale manier om terug in de tijd te reizen zonder
tijdverlies en zonder een of andere magische mist. In Het
Verloren Legioen doen we dit nog eens losjes over,
maar dan "The Biddeloo way".
Vooraleer we naar de gekozen pagina overgaan wat achtergrondinformatie...
Eeuwen geleden raakte een Romeins legioen en zijn gevangenen
afgezonderd van de buitenwereld. Achter de Muur der Zandstormen
werd een nieuw Rome opgebouwd. Romeinen zouden echter geen
Romeinen zijn zonder hun vermaarde expansiedrang. Langzaam
maar zeker, bouwt generaal Magnus zijn leger verder uit
met als doel de buitenwereld te veroveren. Gouverneur Octavius
is hier tegen, maar wordt vakkundig vergiftigd. Niets lijkt
Magnus nu nog in de weg te kunnen staan. Dat is echter buiten
Alida, de knappe dochter van Octavius, en Johan gerekend.
De gekozen pagina komt uit de ontsnappingsscène aan
het einde van het album. Het is schier onmogelijk om door
de Vallei der Zandstormen te raken zonder een magisch kristal,
dat bewaard wordt in een mausoleum. Alida weet het kristal
te bemachtigen en vlucht met Johan weg. Magnus beseft dat
hij zonder het kristal geen kans heeft om de buitenwereld
te veroveren en zet met zijn legioensoldaten de achtervolging
in. Het is alles of niets... Het noodlot lijkt toe te slaan
wanneer het driespan van Johan en Alida een wiel verliest.
Magnus, die zijn troepen vooruitgesneld is, haalt Johan
en Alida in. Hij raapt het magische kristal op en rijdt
dan vol overmoed op Johan in. Deze blijkt de betere zwaardvechter.
Geholpen door hogepriester Orozam wordt de strijd hierna
op magische wijze met het kristal beslecht.
Karel Biddeloo wordt in latere albums vaak
haast- en (foto)kopieerwerk verweten. Het verschroeiende
tempo van tot zes albums per jaar speelde hier uiteraard
een belangrijke rol in. Dit staat in schril contract met
de vroegere albums van Karel Biddeloo. In Het Verloren
Legioen en niet in het minst op deze pagina laat Karel
Biddeloo zien dat je met een eenvoudige, tijdbesparende
sponstechniek, sinistere en duistere achtergronden kan creëren
die enorm bijdragen aan de sfeer van een pagina. Als lezer
voel je het zand bijna tegen je gezicht schuren en waan
je jezelf verdwaald omdat er geen referentiepunten in de
omgeving te bespeuren zijn.
Karel Biddeloo wist soms als geen ander om Hollywooddrama
in zijn strips binnen te loodsen. Het eindgevecht met Magnus
bijvoorbeeld, had over enkele pagina's gespreid kunnen worden.
Biddeloo kiest hier echter resoluut de kaart van het suggestieve
drama. Na slechts één prentje, waarop beide
vechtjassen de zwaarden lijken te gaan kruisen, rijdt Magnus
terug richting zijn troepen. Johan vertelt ons dat Magnus
dodelijk getroffen werd. Meer moet dat niet zijn!
Het is genieten van het vleugje Oude Rome in dit album.
Alle clichés passeren de revue en het lijkt voor
Johan een wonderlijke ontdekkingstocht. De lezers krijgen
meteen de nodige cultuur uit de oudheid mee. Ook op dit
vlak heeft Biddeloo zijn missie volbracht. Met Rome zou
deze manier van tijdreizen echter niet eindigen. In De
Troglods (deel 107, 1984) maakt Johan op een vergelijkbare
wijze contact met een prehistorische beschaving.
JACKY
CORNELIS |