De
Rode Ridder die op de cover in gevecht verwikkeld is met
een monster? Dat belooft! Ten tijde van Karel Biddeloos
glorieperiode waren monsers in comics en films al meerdere
decennia bij voorkeur groen, wat een middel was om hun buitenaardsheid
te benadrukken, zoals bijvoorbeeld voor Marsmannetjes het
geval was. Die kleur is al lang in verval geraakt, want
tegenwoordig zijn monsters bij voorkeur zwart. Uit de titel
De Hellebron leiden we een De Rode Ridder-logica
af: Hellebron = Bron van het Kwaad = Bahaal. De teerlingen
voor een onheilspellend verhaal zijn geworpen.
Ergens in een moerassige streek in het "Hete Zuiden"
wordt Johan gebeten door een giftige slang, waarop hij bewusteloos
raakt. Gelukkig wordt hij gered! Er vallen immers nog 34
bladzijden te vullen in dit album. Redder van dienst is
een eendenjager, genaamd Kareb. Hij vervoert Johan naar
de paalwoning van Hvissa, die haar inwonende pleegdochter
Mahité opdracht geeft om Johan te verzorgen. Na verzorging
blijft het afwachten of Johan de ochtend zal halen.
Mahité en vooral pleegmoeder Hvissa blijken al snel
hebzuchtig te zijn. Mahité wijst een zoveelste huwelijksaanzoek
van Kareb af omdat ze als bewijs van zijn liefde graag de
fabelachtige schat in het moeras zou hebben, waarover allerlei
geruchten de ronde doen. Wanneer Kareb vertrekt, ontmoeten
beide dames in hun paalwoning twee ongure figuren: Banjas
en Mordok. Zij hebben onlangs de Hellebron gevonden en er
De Zwarte Meester gesproken. Als dank omdat ze hem hun medewerking
toezegden, heeft het verduivelde heerschap hun een paar
juwelen geschonken. Deze kostbaarheden doen ze cadeau aan
Mahité, want ook zij zijn aanbidders van de mooie
jonge vrouw.
Die nacht heeft Johan een koortsvisioen waarbij een gevleugeld
monster neerstrijkt op het moeras. Omgeven door de zonderlinge
moerasplanten rijst de gedaante van Bahaal op! De volgende
ochtend is Johan voldoende hersteld om bij een van de juwelen
die Mahité gekregen heeft het symbool van Bahaal
te ontdekken op een ring. Johan en Kareb vertrekken naar
de Hellebron. waarop Hvissa via een ritueel Bahaal weet
te waarschuwen dat hij zich aan hun komst mag verwachten.
De verzwakte Johan is nog niet volledig hersteld en heeft
die nacht alweer een visioen. Deze keer is het Galaxa om
hem te waarschuwen tegen Bahaal. Hier krijgen we enkele
gefotokopieerde plaatjes te zien van de Oostenrijkse actrice
Senta Berger, op wie de figuur Galaxa gebaseerd
is. En het houdt niet op, want verder in dit verhaal verschijnt
Galaxa effectief nog twee keer in de realiteit, met inbegrip
van nog een paar Santa Berger-plaatjes. De tweede keer zorgt
ze voor een aantal onoverwinnelijke, gepantserde Drakenkrijgers,
die Johan en Kareb in de Hellebron bijstaan tijdens hun
strijd tegen de wanstaltige demonen van Bahaal en die op
pagina 30 in volle hevigheid losbarst: op het eerste plaatje
braakt de Hellebron een horde wanstaltige demonen uit, en
dat is met zoveel overgave getekend dat het wel lijkt of
ze naar de lezer opspringen! Deze door Bahaal opgeroepen
strijders storten zich op de Drakenkrijgers van Galaxa,
en dat is op het vierde plaatje heel dynamisch weergegeven.
Het volgende plaatje toont Kareb en Mahité, die vanop
een afstand verbijsterd het schouwspel gadeslagen. Hierbij
kan fijntjes opgemerkt worden dat Mahité bescherming
zoekt in de armen van Kareb. Die omhelzing zal van korte
duur zijn, want op het laatste plaatje van deze schitterende
pagina zien we een glibberig monster het koppeltje besluipen.
Dat monster heeft vele tentakels, wat een nog veel stevigere
omhelzing belooft!
Nadat de Drakenkrijgers het van de demonen gehaald hebben,
maakt Galaxa nog één keer haar opwachting,
om Bahaal te confronteren met zijn nederlaag. Tijdens zijn
aftocht laat Bahaal zijn nochtans trouwe dienares Hvissa
door het moeras verzwelgen. Banjas en Mordok hebben inmiddels
in een onderling tweegevecht tussen rivalen het leven gelaten.
Opgeruimd staat netjes.
Mahité zoekt het gezelschap van Kareb op, en ze leefden
waarschijnlijk nog lang en gelukkig. Galaxa heeft zoals
gewoonlijk geen tijd om te blijven plakken, maar kan toch
even Johan omhelzen. Ze belooft Johan dat ze elkaar zullen
terugzien, en Johan antwoordt dat hij op haar zal wachten.
Niets nieuws onder de zon dus. Na haar afscheid resten er
nog de wijze woorden van Johan, die concludeert dat "wie
zich in dienst stelt van de Duistere Machten, moet het vroeg
of laat bekopen". Altijd een pientere kerel geweest,
onze held.
MARTIN
HOFMAN |