Dit
grandioze album heeft álle elementen om een klassiek
ridderverhaal te zijn. Er is de strijd tussen de goeden
en de slechten, die wordt uitgevochten in spannende gevechten
en die zelfs tot de allerbeste van deze stripreeks behoren.
Tussendoor blijft het voortrazende verhaal op snelheid door
allerlei acties van beide kanten. En er mag zelfs af en
toe gelachen worden!
Wat hoort er nog bij een goed ridderverhaal? Een dosis romantiek,
voorwaar! In dit geval hebben we dat te danken aan de onoverwinnelijke
liefde tussen Kotar, zoon van de "goede" herenboer
Rabban, en Dolina, dochter van de "slechte" kasteelheer
Zebrek. Om het verhaal nog wat meer te stofferen, is er
een geheimzinnig oud kruidenvrouwtje. Maar bovenal is er
de sinistere huurmoordenaar Kilyon!
Kijk eens aan... die Kilyon kennen we toch? Ja hoor, het
is niemand minder dan Karel Biddeloo! Dit
is meteen zijn debuut als personage in zijn eigen reeks
na cameo's in de albums Met Masker en Zwaard (deel
49, 1971), Sidarta (deel 60, 1974), Het Adelaarsnest
(deel 65, 1975) en De IJsvorstin (deel 69,
1975). Niet voor niets is Kilyon volledig in het zwart gekleed.
Karel was destijds elk weekend in een westerndorp met re-enacters
terug te vinden als "The Man in Black". Zijn kledij
en westernhoed werden in het album aangepast naar middeleeuwse
normen.
De rol van Kilyon is even groot als die van de Rode Ridder.
In deze context is het geen verrassing dat Johan in het
begin van dit verhaal nog een beetje respect voor Kilyon
kan opbrengen wanneer hij zich bij hun stilzwijgende ontmoeting
in de herberg de bedenking maakt: "Kilyon... Verlopen
ridder! De laatste jaren is hij als huurdoder berucht geworden..."
De herkenning is wederzijds en al even stilzwijgend: "Warempel!
De Rode Ridder! Een dwaas die nog in idealen gelooft..."
De principes van de huurdoder komen al in die herberg tot
hun recht wanneer Kilyon eerst Johan helpt om de soldaten
van Zebrek de herberg uit te jagen omdat ze hem ergeren,
maar kort nadien op het financiële aanbod van diezelfde
kasteelheer ingaat om hem te helpen in zijn strijd tegen
herenboer Rabban om hun onderlinge vete uit te vechten.
Maar het kan nog cynischer: Kilyon ziet later toevallig
kans om Dolina te ontvoeren. Die gelegenheid om een losprijs
aan Zebrek te vragen, laat hij niet aan zich voorbijgaan!
Omdat zowel de herenboer als de kasteelheer nu een gemeenschappelijke
vijand hebben, verenigen ze hun krachten.
Tenslotte is er het magistrale einde. Dat Johan Kilyon in
een duel verslaat, is geen verrassing. Maar tot ons aller
verbazing schenkt hij zijn tegenstander de vrijheid. Op
die manier kenden we de Rode Ridder nog niet. Dus toch nog
genoeg respect van zijn kant om de eens zo rechtvaardige,
gevallen ridder zijn zonden te vergeven?! De laatste woorden
van de plots tot inkeer gekomen huurmoordenaar zijn van
dergelijk sterk gehalte dat ik ze telkens meermaals herlees:
"Mochten we elkaar ooit terugzien, dan zul je in mij
een bondgenoot vinden!" Johan kan alleen antwoorden:
"Haast je, Kilyon! Ze komen!" De soldaten komen
inderdaad, maar net te laat, want Kilyon verdwijnt in de
nachtelijke duisternis.
Er resten nog twee — belangrijke — plaatjes,
want dit wervelende ridderverhaal heeft op geen enkel moment
zijn vaart verloren. Op het voorlaatste plaatje zien we
de broederlijk naast elkaar staande herenboer en kasteelheer.
Rabban kondigt aan dat Dolores met Dolina zal huwen. En
in het allerlaatste plaatje rijdt Johan het bos in…
nagestaard door de oude geheimzinnige kruidenmengster, terwijl
ze mompelt: "Mogen de goden je beschermen, ridder!
Je weg is nog lang, en vol gevaren!"
Dat die weg zodanig lang zou zijn, dat nu — in de
vooravond van het jaar 2020 — De Rode Ridder nog
steeds populair is en ondertussen nog zoveel meer avonturen
heeft beleefd, terwijl de toekomst van de reeks verzekerd
is, hadden wij destijds toch nooit durven dromen? Maar waar
ondergetekende romanticus vier decennia later wel degelijk
nog steeds van durft te dromen, is dat Kilyon effectief
nog eens zijn opwachting maakt aan de zijde van Johan! Karel
Biddeloo is er nooit aan toe gekomen, ondanks het feit dat
hij zelf de aanzet gaf. Zijn ongebreidelde fantasie noopte
hem echter om steeds weer andere ideeën en nieuwe invalshoeken
te gebruiken. En inmiddels zijn we al twee De Rode Ridder-auteursteams
verder... Misschien kan huidig scenarist Marc Legendre
voor die magie zorgen?
MARTIN
HOFMAN |