De Rode Ridder
22/60. Het Labyrint (deel 68, 1975)
TEKENINGEN: Karel Biddeloo • SCENARIO: Karel Biddeloo


De Rode Ridder
De Rode Ridder

Na zijn bezoek in het fictieve Yarkand, in het bijzijn van het komische alchimistenduo Jork en Muulsh en taaie tante Tesora, laat Johan zich op het schiereiland Djerfat afzetten door Tesora. Geen toerist of reiziger zou zich wagen op die door de wrede pacha Kahdi-Sha geregeerde plek langs de Afrikaanse kust na alle info van Tesora. Johan vindt dat net "opwindend" en kijkt al uit naar "een boeiende ervaring". Hij is blijkbaar van het soort dat het zelf wil ondervinden in plaats van blindelings reviews van een ander aan te nemen. Volgens afspraak wordt hij over een maand weer opgepikt. Tot dan wacht hem een nieuwe wereld en inderdaad een boeiende ervaring op Afrikaanse bodem.

In een tentenkamp in een oase treft hij in een kooiwagen de blanke deerne Gloriana aan die de volgende dag als slavin wordt verkocht. Haar broer Olaf is kruisvaarder en is Gloriana aan het zoeken in de woestijn. Johan belooft hulp en doet daarbij een beroep op de blinde slangenbezweerder Ouacha, een mysterieus figuur dat nog voor een eindafrekening zal zorgen, om Olaf te waarschuwen.

Intussen komt Johan in de stad met de slavenmarkt terecht. Rond het paleis ziet hij al van ver het al door Tesora vermelde labyrint met de dodelijke vallen. Uiteraard belandt Johan in dit dodelijke doolhof, wat een titel had kunnen zijn voor een Suske en Wiske, maar in De Rode Ridder doen we niet aan allitererende flauwekul. In tegenstelling tot de nomadenleider Shildar, die Gloriana verkocht, en die zijn gedwongen toegang tot het labyrint niet lang overleeft, betreedt Johan vrijwillig en behoedzamer het labyrint om het paleis te kunnen binnendringen. Onder toeziend oog van de briesende pacha waagt Johan zich langs een verraderlijke valkuil met spiesen en slangen en een waterbekken met een krokodil. Alsof hij daar nog niet zijn handen aan vol heeft, springt Gloriana in het labyrint na haar gevecht met de jaloerse Yasmin. Op dat moment stuurt de pacha een leeuw in het labyrint. Om Gloriana te redden, moet Johan de leeuw het hoofd bieden. De cover brengt die elementen samen. Er ontspint zich een strijd tussen mens en dier. De leeuw kan het niet navertellen, maar Johan komt er ook niet ongeschonden uit. Dat biedt al wel een eerste teder momentje op tussen Johan en Gloriana die hem verzorgt. Ze streelt hem uit dankbaarheid de wang en een prent later houden ze elkaars handje vast. Maar ze zijn nog niet uit het labyrint...

Het doolhof met de ene dodelijke boobytrap na de andere of een reeks beproevingen die een held moet ondergaan, is geen unicum in heroïc fantasyverhalen. Een van de vroegste verhalen over een doolhof vinden we terug in de Oud-Griekse mythologie. De passage over bestialiteit tussen Pasiphaë en een stier slaan we over om bij de vrucht van hun gemeenschap te komen: de Minotaurus. Dat gedrocht wordt opgesloten in een door de Atheense architect Daedalus ontworpen labyrint. Theseus waagt zich in dat labyrint om de Minotaurus te verslaan en krijgt van Ariadne, de dochter van koning Minos, een kluwen wol die Theseus kan ontrollen om zijn weg in het labyrint terug te vinden.

Hoe kort Johans doortocht in het labyrint ook is, het biedt Karel Biddeloo de mogelijkheid om creatieve vallen te bedenken, tot meerder vermaak van de lezer, om iemand de dood in te jagen. Zijn verhaal dateert van 1975. Uit de decennia daarna onthouden we andere doolhof- of boobytrapfilms die voor de nodige spanning en vermaak zorgen. Wat dacht je van de eightiesklassieker The Goonies (1985)? In de films van Indiana Jones komt ook meerdere keren een hindernissenparcours voor in een opeenvolging van scènes om tot een doel te komen. En wie houdt van films met een doolhof als verzamelplek van heldhaftigheid, mysterie, spanning en een zekere race tegen de klok, moet de film Labyrinth (1986) met David Bowie en het toen nog tienermeisje Jennifer Connelly van Jim Henson eens (her)bekijken. The Maze Runner (2014, gebaseerd op de roman van James Dashner uit 2009), tapt uit hetzelfde vaatje. Meer dan noemenswaardig zijn ook de doolhofscène in Stanley Kubricks The Shining (1980), gebaseerd op de thriller van Stephen King uit 1977 en Guillermo del Toro's Pan's Labyrinth (2006). De horrorfilmtrilogie Cube (1997-2004) en de filmreeks Saw (sinds 2004) zijn dan weer op gelijkaardige principes gestoeld om personages gevangen te zetten in een locatie met dodelijke vallen waaruit ze moeten ontsnappen. Op stripgebied bevelen we De Laatste Vechter (1979) in de stripreeks Storm aan. Het is het eerste verhaal dat Martin Lodewijk, een latere scenarist van De Rode Ridder, schreef. dat verhaal speelt zich af op een eeuwenoud ruimteschip dat vol dodelijke vallen en booytraps zit. Er wordt beweerd dat de Nederlandse filmscenarist Menno Meyjes inspiratie putte uit De Laatste Vechter voor de slotscène met Indy's valstrikkenparcours in Indiana Jones And The Last Crusade (1989). Meyjes werkte mee aan het script van die film.

Het Labyrint dateert uit een periode waarin Karel Biddeloos tekenstijl mij het meest aanspreekt. Dat veel van de albums hiervoor en hierna niet werden ingekleurd, verdoemt lezers naar tweedehandsbakken, beurzen en veilingsites om een complete reeks na te streven. Zo moeilijk zijn ze nu ook weer niet te vinden en je kan ze goedkoop vinden omdat ze vaak zijn herdrukt. En vanaf volgend jaar start een integrale uitvoering van de verhalen die door Karel Biddeloo zijn getekend. Het jammerlijke is dat de drukkwaliteit van de oorspronkelijke albums en alle herdrukken daarna een zeer slechte afspiegeling zijn van Biddeloos werkelijke tekeningen. Er zijn heel veel details verloren gegaan in het scan- en drukproces. De zuivere lijnen in arceringen tot in de gezichten en net zo goed Olafs snor toe zijn gebrekkig gedrukt of verdwijnen zelfs. Wie ooit het geluk heeft om uit deze periode de originele pagina's te mogen aanschouwen, staat versteld van de significante kwaliteitsverschillen. Tot nader order zullen we helaas nooit de ware kracht van Biddeloos tekeningen uit deze periode in druk te zien krijgen. Het opnieuw inscannen van de originelen en drukklaar maken voor een compleet nieuwe uitvoering is te duur. Zonde. Waar zijn die subsidies om dergelijk Vlaams erfgoed veilig te stellen?

DAVID STEENHUYSE



© Stripspeciaalzaak.be, 2019-2020