Tot
De Hamer van Thor ontbreekt het de reeks niet aan
powervrouwen in de gedaante van machtige dames die de plak
zwaaien of hun mannelijke partner aan het bewind slinks
manipuleren, allerhande heksen en andere met magische kunsten
begiftigde toverkollen of brave meisjes die zich ontpoppen
tot ervaren krijgsters. Eigen aan de tijdsgeest blijft het
allemaal kuis, hoofs en bedachtzaam. De interessantste tussenkomst
is Deirdre in De Kroon van Deirdre (deel 26, 1965)
en Het Graf van Ronjar (deel 27, 1966) voor wie
zowel Lancelot als Johan gevoelens koesteren. Het komt tot
een ruzie tussen de twee vrienden om de gunst van Deirdre,
maar zij lost dat diplomatisch op, een prinses van het Noorderland
waardig.
Wanneer Karel Biddeloo De Rode Ridder
van Willy Vandersteen overneemt, is hij
niet blind voor de woelige omwentelingen in de jaren 1960.
Mei '68 lanceert een nieuw soort vrijheid, losgerukt van
vastgerieste, paternalistische tradities, met heel wat zachte
en hardhandige generatieconflicten tot gevolg. De tweede
feministische golf resulteert in 1969 in de Nederlandse
actiegroep Dolle Mina die ook in België
niet ongezien voorbijgaat. In Nero wijdt Marc
Sleen er het verhaal De Dolle Dina's aan.
Het legendarische muziekfestival Woodstock is in 1969 een
groots feest van vrijheid, blijheid en vrije liefde. Ook
nog in 1969 trouwt Paul McCartney met Linda
Eastman die zich tijdens de plechtigheid kleedt
in een witte mini-jurk en voor een doorbraak van het korte
kledingstuk zorgt nadat de minirok sinds begin jaren 1960
steeds vaker voorkomt in het straatbeeld. Ook François
Walthéry's luchtstewardess Natasja trekt
meteen een mini-jurk aan in haar eerste stripverhaal dat
in 1970 in het weekblad Robbedoes wordt voorgepubliceerd.
De al net zo slimme, avontuurlijke en sexy elektrotechnisch
ingenieur Yoko Tsuno blijft niet achter wanneer zij eveneens
vanaf 1970 in Robbedoes dankzij Roger Leloup
tal van lezertjes voor haar wint. Dat Biddeloo in De
Hamer van Thor in het Rijnland een stam zelfstandige,
zelfbewuste en krijgslustige Amazones opvoert (met korte
rokjes!) hoort bij deze evolutie.
Twee dames stelen hierbij de show. Enerzijds is er de blonde
Hisol, die Johan van een gewisse dood redt wanneer een beer
haar aanvalt. Eerst zet ze het nog op een lopen voor haar
redder, maar later klikt het tussen beiden. Anderzijds is
er de zwartharige Rin(h)ilde, koningin van de Amazones,
die er niet voor terugdeinst Hisol een klap te verkopen
voor haar ongehoorzaamheid en haar zwaard tegen 'r trekt.
Johan komt tussenbeide en neemt de verantwoordelijkheid
voor de aanleiding tot deze twist. Hij stelt een duel voor.
Rinilde vult dat in met drie proeven: worstelen met een
beer, verspringen en speerwerpen. Na twee proeven gaat het
gelijk op. Bij het speerwerpen vernedert Johan met trefzekerheid
en kracht Rinilde bij wie een vreselijke woede oplaait.
In een close-up zie je haar blik die aan duidelijkheid niets
te wensen overlaat.
Eenzelfde soort close-up zien we later in het verhaal bij
Johan. Eigenijk trekt hij in het Rijnland rond om de machtige,
mythische hamer van de Noorse god Thor te vinden die voor
terreur, verwoesting en dood zorgt omdat hij in de verkeerde
handen van Mogular is gevallen. Om inlichtingen te krijgen
over waar de hamer zich bevindt, helpt Korda, de meester
van de trollen, hem in ruil voor een teruggave van een speerpunt
die zijn doel nooit mist en die werd geroofd door de Amazones.
Uiteindelijk bemachtigt Johan de speer, neemt hj Rinilde
als gevangene mee en helpt Hisol hem daarbij.
De wegen van Rinilde, Hisol en Johan scheiden in een goede
verstandhouding. Hisol trekt nu samen met Johan rond als
gids en metgezel. Wanneer hij 's nachts naar Mogular op
zijn bootje op de Rijn zwemt, moet hij machteloos toezien
hoe Mogular de hamer van Thor door de lucht gooit in de
richting van Hisol. Terug op de oever smeult het levenloze
lichaam van Hisol nog na. Voor hij haar begraaft, fluistert
hij haar toe dat hij het zichzelf nooit zal vergeven. Na
het begraven van het meisje zweert hij: "Van nu af
zal ik niet rusten voordat Mogular met zijn leven geboet
heeft". 's Ochtends sluiten bloemen zich en vliegen
vogels angstig weg wanneer Mogular nadert op het door de
zonsopgang bloedrood gekleurde Rijnoppervlak. Er is iets
op til. Het grimmige silhouet van Johan op de oever op een
heuveltop vormt een uitdaging. Mogular stelt zich eerst
nog vragen bij de vermetelheid van Johan. De manier waarop
hij Mogular vastberaden en bloedlink aankijkt, maakt de
man met de hamer onzeker en angstig. Na het spel der ogen
— we herinneren je eraan dat Sergio Leone
in 1966 de westernklassieker The Good, the Bad and the
Ugly uitbracht en in 1968 Once Upon a Time in the
West — trekken beide heren als in een western
hun wapens: Mogular zijn hamer en Johan zijn trollenspeer...
Zo pissed kan Johan zijn, omwille van een niet
uitgesproken genegenheid die brutaal werd versmoord. En
het is niet voor het laatst dat Johan dergelijke klappen
krijgt. Als jonge lezer van toen (of nu) moet je het ook
maar zien te verwerken zonder psychologische bijstand.
DAVID
STEENHUYSE |