De
Moren komen! Johan wordt door koning Arthur op verkenning
gestuurd naar de Britse kust. Daar krijgt hij al op de eerste
pagina — want Willy Vandersteen
komt meteen ter zake — de Moorse leider Haram,
bijgenaamd de Zeearend, te zien. Wanneer Haram in verraderlijk
drijfzand terechtkomt, denkt Johan niet "opgeruimd
staat netjes", maar wint zijn altruïsme het om
een mens in nood te helpen. De door de geschiedenis gevormde
tegenstellingen zijn groot, maar beide vertegenwoordigers
van hun volk gedragen zich door Johans redding als gentlemen
tegenover elkaar, weliswaar met wederzijdse verwijten verpakt
als kennisgeving over beslissingen waarop geen van beiden
zal toegeven. Mocht dit een oude film geweest zijn, dan
zou je Haram wellicht door de gedistingeerde Omar
Sharif (Sherif Ali in Lawrence of Arabia,
1962) vertolkt zien worden. Haram zal zich later in het
verhaal nog erkentelijk tonen jegens Johan, maar dat belet
'm niet om een persoonlijke vete te komen vereffenen met
de heer van Crowstone.
Die vereffening leidt naar een belegering van de burcht
van Crowstone waar de onachtzame slotheer Malvor en zijn
door een stookster gemanipuleerde Marion de plak zwaaien.
Belegeringen komen wel vaker voor in de stripreeks, denk
zeker aan De Gouden Sporen (deel 2, 1960) of de
spektakelstrip De Vesting (deel 97, 1981). Ook
in de jeugdboeken van Leopold Vermeiren
vormt de belegering van het Turkse Antiochië een spannende
cyclus met Johan als kruisvaarder. Bij belegeringen komt
het erop neer dat je je beter buiten dan binnen de muren
van een vesting bevindt. Binnen zit je als een rat in de
val.
Aanvankelijk zien de tot inkeer gekomen Malvor en de danig
wakker geschudde burchtheren van de eveneens bedreigde,
omringende regio's dat lot manmoedig tegemoet. Ze gaan in
op een voorstel van Haram om in Crowstone te blijven waardoor
Haram alle gijzelaars vrijlaat. De unanieme belofte om Crowstone
tot de laatste man te verdedigen, komt als antwoord op Johans
uitspraak dat hij in dienst is van de koning en aan Malvors
zijde blijft staan. Hoewel Johan zich bij het zien van de
vijandelijke overmacht de bedenking maakt dat de verdediging
een hopeloze strijd wordt, slaat hij met de overige ridders
toch de eerste aavallen succesvol af. Dat schept moed.
Na nog een aantal verwikkelingen met slimme tussenkomsten
komt het uiteindelijk tot een dappere last man standing-situatie
op de wallen. De banier van Crowstone — die op de
cover nadrukkelijker aanwezig is — wappert en Johan
zwaait heftig met zijn zwaard om de golf vijanden af te
weren. In een mooie prent vol heldhaftigheid tekent Eduard
De Rop een overzicht van de situatie waarin Johan
zich kranig verweert, maar waarin een genadeloos einde onafwendbaar
lijkt. Het tekstkader is verluchtigd met perkamentkrullen
zoals ze regelmatig voorkomen in diverse stripreeksen van
Willy Vandersteen. Er wordt op deze pagina voornamelijk
over het gestand doen van hun eed en dapperheid gesproken.
We geloven het allemaal. Haram en Johan staan ook nogmaals
tegenover elkaar. Haram geeft Johan de kans om zijn leven
te sparen als hij zich gevangen geeft, maar Johans eed staat
dat in de weg.
De middeleeuwen, de dark ages, bepalen de teneur
voor De Rode Ridder als donkerste reeks van Willy
Vandersteen. Johan heeft afscheid moeten nemen van honderden
medestanders, wapenbroeders, strijdmakkers en nieuwe vrienden
waarbij hij vaak zelf bijna het laatste loodje legde in
uitzichtloze situaties. Dat maakt hem allemaal niet terneergeslagen,
hij loopt niet voortdurend gebukt onder trauma's van jewelste,
maar hij is ook geen lachebekje. Zijn eed is zijn grootste
goed en misschien dat lichtpuntje in die donkere tijden
om zich aan op te trekken. We weten het, hij moet Galaxa
nog ontmoeten...
DAVID
STEENHUYSE |