De Rode Ridder
7/60. Het Beleg van Crowstone (deel 33, 1967)
TEKENINGEN: Eduard De Rop • SCENARIO: Willy Vandersteen


De Rode Ridder
De Rode Ridder

De Moren komen! Johan wordt door koning Arthur op verkenning gestuurd naar de Britse kust. Daar krijgt hij al op de eerste pagina — want Willy Vandersteen komt meteen ter zake — de Moorse leider Haram, bijgenaamd de Zeearend, te zien. Wanneer Haram in verraderlijk drijfzand terechtkomt, denkt Johan niet "opgeruimd staat netjes", maar wint zijn altruïsme het om een mens in nood te helpen. De door de geschiedenis gevormde tegenstellingen zijn groot, maar beide vertegenwoordigers van hun volk gedragen zich door Johans redding als gentlemen tegenover elkaar, weliswaar met wederzijdse verwijten verpakt als kennisgeving over beslissingen waarop geen van beiden zal toegeven. Mocht dit een oude film geweest zijn, dan zou je Haram wellicht door de gedistingeerde Omar Sharif (Sherif Ali in Lawrence of Arabia, 1962) vertolkt zien worden. Haram zal zich later in het verhaal nog erkentelijk tonen jegens Johan, maar dat belet 'm niet om een persoonlijke vete te komen vereffenen met de heer van Crowstone.

Die vereffening leidt naar een belegering van de burcht van Crowstone waar de onachtzame slotheer Malvor en zijn door een stookster gemanipuleerde Marion de plak zwaaien. Belegeringen komen wel vaker voor in de stripreeks, denk zeker aan De Gouden Sporen (deel 2, 1960) of de spektakelstrip De Vesting (deel 97, 1981). Ook in de jeugdboeken van Leopold Vermeiren vormt de belegering van het Turkse Antiochië een spannende cyclus met Johan als kruisvaarder. Bij belegeringen komt het erop neer dat je je beter buiten dan binnen de muren van een vesting bevindt. Binnen zit je als een rat in de val.

Aanvankelijk zien de tot inkeer gekomen Malvor en de danig wakker geschudde burchtheren van de eveneens bedreigde, omringende regio's dat lot manmoedig tegemoet. Ze gaan in op een voorstel van Haram om in Crowstone te blijven waardoor Haram alle gijzelaars vrijlaat. De unanieme belofte om Crowstone tot de laatste man te verdedigen, komt als antwoord op Johans uitspraak dat hij in dienst is van de koning en aan Malvors zijde blijft staan. Hoewel Johan zich bij het zien van de vijandelijke overmacht de bedenking maakt dat de verdediging een hopeloze strijd wordt, slaat hij met de overige ridders toch de eerste aavallen succesvol af. Dat schept moed.

Na nog een aantal verwikkelingen met slimme tussenkomsten komt het uiteindelijk tot een dappere last man standing-situatie op de wallen. De banier van Crowstone — die op de cover nadrukkelijker aanwezig is — wappert en Johan zwaait heftig met zijn zwaard om de golf vijanden af te weren. In een mooie prent vol heldhaftigheid tekent Eduard De Rop een overzicht van de situatie waarin Johan zich kranig verweert, maar waarin een genadeloos einde onafwendbaar lijkt. Het tekstkader is verluchtigd met perkamentkrullen zoals ze regelmatig voorkomen in diverse stripreeksen van Willy Vandersteen. Er wordt op deze pagina voornamelijk over het gestand doen van hun eed en dapperheid gesproken. We geloven het allemaal. Haram en Johan staan ook nogmaals tegenover elkaar. Haram geeft Johan de kans om zijn leven te sparen als hij zich gevangen geeft, maar Johans eed staat dat in de weg.

De middeleeuwen, de dark ages, bepalen de teneur voor De Rode Ridder als donkerste reeks van Willy Vandersteen. Johan heeft afscheid moeten nemen van honderden medestanders, wapenbroeders, strijdmakkers en nieuwe vrienden waarbij hij vaak zelf bijna het laatste loodje legde in uitzichtloze situaties. Dat maakt hem allemaal niet terneergeslagen, hij loopt niet voortdurend gebukt onder trauma's van jewelste, maar hij is ook geen lachebekje. Zijn eed is zijn grootste goed en misschien dat lichtpuntje in die donkere tijden om zich aan op te trekken. We weten het, hij moet Galaxa nog ontmoeten...

DAVID STEENHUYSE



© Stripspeciaalzaak.be, 2019-2020