Johan,
een zwervende ridder in hart en nieren, doorkruist in zijn
eerste achttien avonturen grote delen van de middeleeuwse
wereld, zowel in tijd als in ruimte, zijn zwaard steeds
in dienst van gerechtigheid, getrouw aan zijn riddereed.
Desondanks blijft onze held redelijk oppervlakkig en veel
meer dan wat vage verwijzingen naar zijn jeugd krijgen we
helaas niet. Hoogtijd om Johan diepgang te geven en deel
te maken van een groter geheel.
In de boekenreeks van Leopold Vermeiren
wordt hier vroeg in de reeks een mouw aan gepast door Johan
op kruistocht te sturen. Een schot in de roos, zo blijkt,
en er volgen epische avonturen. Het levert ook een schare
vrienden op waaronder Koenraad, Diederik, Sid Dallas en
prinses Saïda. Een instant verrijking voor de jeugdboekenreeks...
Maar goed, terug naar de stripreeks. Op kruistocht gaan,
is sowieso uitgesloten aangezien de stripreeks om diverse
redenen niet mag interfereren met de boekenreeks. Willy
Vandersteen is op dat ogenblik reeds lang fan van
Hal Foster, auteur van onder meer Prins
Valiant. Deze Noorse prins is ridder van de ronde tafel.
Het moet voor Vandersteen een no brainer geweest
zijn om Johan op weg te sturen naar koning Arthur. Toch
wordt de De Rode Ridder-versie geen platte kopie
van voorgenoemde stripreeks. Vandersteen past verscheidene
versies van de Arthur-legende aan tot zijn eigen versie,
met ruimte voor zijn eigen stripheld.
Vooraleer Johan Camelot bereikt, ontmoet hij Lancelot. Deze
is op weg om Guinevere op te halen bij haar pleegvader,
heer Lodogran. Lodogran van Camelard is echter openlijk
tegen de nieuwe koning en doet er alles aan om Lancelots
taak te doen mislukken. Johan snelt te hulp en voor het
eerst werken beide ridders samen. Ze worden vrienden en
strijdmakkers voor het leven.
De taak van Arthur, Guinevere en de ronde tafelridders wordt
in de reeks vaak omschreven met de metafoor "licht
brengen in de duisternis". Al snel blijkt dat de Duisternis
niet met zich laat sollen... Het hof van koning Arthur is
een wespennest van intriges en verraad. Het aantal vijanden
van de koning is ontelbaar, evenals het aantal beoefenaars
van de zwarte magie. Gelukkig is er Merlijn, de coach van
Arthur en zijn ridders én een uitzonderlijk magiër.
Op de uitgekozen pagina laat hij middels een goedkoop tovenaarstrucje
aan Johan en Lancelot zien waar het in deze eerste Arthur-cyclus
om zal draaien. Een aaneenschakeling van kleine en grotere
schermutselingen met de Duisternis die met de nodige slachtoffers
zullen verlopen. Het verloop van de strijd is hoogst onzeker
en leidt tot een eerste apotheose in De Laatste Droom
(deel 41, 1969). Het betoog van Merlijn is voldoende om
Johan volledig te overhalen om zich bij Arthur aan te sluiten.
Een beslissing die we alleen maar kunnen toejuichen en die
ons ook vandaag nog nieuwe, sterke verhalen oplevert.
JACKY
CORNELIS |