|
COMPLETE
VERHALEN
DEEL 9 VAN INTEGRALE REEKS IN 12 DELEN |
|
|
KLIK
voor andere strips van
Pierre Seron |
|
|
DE MINIMENSJES integraal 9
1992-1995: 29. Zuurkool-Melba - 30. Baby Tango - 31. Tchakakahn
- 32. Melting-pot
Pierre Seron
Saga Uitgaven | 224 p. | € 34,95 (HC) |
Spielerei |
De
integrale uitvoering van De Minimensjes begint stilletjes
aan naar zijn einde toe te lopen. In die laatste bundel zullen
dan nog drie niet eerder vertaalde avonturen staan. We herinnerden
ons van vroeger dat de jaren 1990 en daarna niet bepaald de
beste periode van De Minimensjes was. Grafisch geen
bezwaar, maar Pierre Seron maakte er meer
en meer een speeltuin van om verder met de codes van het stripverhaal
te stoeien. Die spielerei leverde geen memorabele verhalen
op.
In Tchakakahn, een onvervalst sf-avontuur, zijn er
het hele verhaal door dialoogjes naast de zetspiegel te lezen.
Het zijn muisjes die naar het einde toe de prenten beginnen
op te knabbelen tot er niets meer te lezen valt. In Melting-pot,
het vervolg van het tweeluik, wordt De Vries de held in een
game, met gepixelde tekeningen in de prenten. Ontzettend grensverleggend
ten tijde van de eerste publicatie waarin dergelijke platformgames
al wel waren ingeburgerd, maar de afstand tussen strips nog
lang niet was beslecht. Seron brak die grenzen open. Visueel
veel vertier, qua plot vooral een geintje voor wat makkelijke
actie.
De opener van deze integraal, Zuurkool-Melba, brengt
twee soldaten uit het verleden (lees het gelijknamige album,
opgenomen in integraal 2) tegenover elkaar, een Duitser en
een Brit. Via een luchtduel willen ze uitmaken wie de beste
piloot is. Dat levert knappe plaatjes op met een Messerschmitt
en een Spitfire en De Vries, die het allemaal probeert te
bergijpen, daar met zijn hypermoderne straalvliegtuig tussenin.
In Baby Tango belandt een wagen in een ravijn. De
ouders van een baby zijn op slag dood, hijzelf overleeft het
ongeluk. Hij wordt gevonden door de Minimensjes die hem meenemen
naar de grotten van Ellendam. Terwijl ze zoeken naar familieleden,
ontfermt een vrouw zich over het kind. Zij heeft echter een
psychische stoornis omdat ze zelf nooit kinderen kon krijgen.
Sindsdien heeft ze een niet te stuiten drang om alles en iedereen
te bemoederen. Ze gaat er zelfs met het kind vandoor. Uit
het achtergrondddosier leerden we — want daarvoor dienen
goede dossiers — wat de aanleiding was voor dit verhaal.
Seron, die een vechtscheiding achter de rug had en zijn dochters
niet meer mocht zien, en zijn vrouw, die zelf geen kinderen
kon krijgen, schoten goed op met een ander echtpaar. Toen
die vrienden scheidden, kreeg de man het hoederecht over zijn
dochter, maar nadat hij naar het buitenland vertrok, vroeg
hij de Serons om voor zijn dochter te zorgen. Jarenlang stonden
ze in voor de opvoeding van de tiener. Dat ging niet van een
leien dakje, lees haar getuigenis én haar dankbaarheid
in het dossier. Het zijn zulke weetjes die een verhaal ferm
kunnen optillen of die je het verhaal door een andere bril
doen lezen. We vonden het ineens veel beter te pruimen dan
toen we het voor de eerste keer lazen in het weekblad Robbedoes.
Dankzij de integrale reeks, en alle kennis die we daardoor
over Seron opstaken in de dossiers, zijn wij tot het inzicht
gekomen dat Seron al te lang een miskend talent was, net door
deze zwakkere periode, en dat hij vaak (onterechte) kritiek
kreeg te verduren, wat leidde naar ingrepen in de reeks (in
deze integraal het opzijschuiven van "een lezer").
Nu onthouden we hem als een bevlogen verteller die steeds
zocht naar originaliteit. Met zijn herkenbare tekenstijl,
overduidelijk horend tot de orde van André
Franquin, beantwoordt hij bovendien onze voorliefde
voor de Franco-Belgische school van Marcinelle. We zijn tegelijk
blij dat de verkoop van deze integrale reeks een meevaller
is. We staan niet alleen met onze fascinatie voor Seron. |
DAVID STEENHUYSE --- februari 2020 |
|