|
KLIK
voor andere strips van
Jean-Yves Delitte |
|
|
DE GROTE ZEESLAGEN 12
No Ryang
Q-Ha
+ Jean-Yves Delitte
Glénat | 48 p. | € 17,95 (HC) |
Droog |
Wie
oppert dat Europa tussen pakweg 1500 en 1700 een lappendeken
van (stads)staten was die in conflict lagen met elkaar, heeft
het — erg vereenvoudigd uiteraard — bij het rechte
eind. Maar Europa heeft vanzelfsprekend geen monopolie op
conflict. Ten oosten van dit strijdtoneel liggen twee imposante
machten eveneens met elkaar overhoop. Het in clans georganiseerde
Japan raakt geleidelijk steeds meer verenigd en de invloedrijke
keizer wil zijn macht verder uitbreiden richting China, waar
de machtige Ming-dynastie heerst. Maar voor Japan China bereikt,
moet het eerst voorbij Korea. Dat koninkrijk wordt tussen
1592 en 1598 verschillende keren binnengevallen en belegerd
door het land van de rijzende zon en wordt door China, dat
zijn grenzen bedreigd voelt, bijgestaan. Maar de drie landen
zijn na zeven jaar oorlogsmoe, Japan wil het pleit beslechten
en stuurt een enorme oorlogsvloot richting het schiereiland.
Verliezen lijkt onmogelijk.
Het is te merken aan deze beschrijving. Dit album is meer
dat de grafische weergave van een potje zeeslag. Het is een
geopolitiek kluwen. Daar ben je je best van bewust als je
dit album begint te lezen. De gemiddelde historische kennis
in deze contreien is vanzelfsprekend nog steeds behoorlijk
eurocentrisch. Haast iedereen zal het in Peking horen donderen
bij vermelding van de Imjin Oorlog. Niet verwonderlijk dus
dat de setting van dit album, zelfs met beperkte voorkennis,
behoorlijk droog op de maag kan vallen. En dus moeten we Jean-Yves
Delitte helaas meegeven dat een korte situatieschets,
verwerkt in de verhaalaanvang, waarschijnlijk een beter idee
ware geweest. Japan bevecht een Koreaans-Chinese alliantie.
Dat informatieve gegeven had subtiel verwerkt kunnen worden
bij aanvang van de vertelling. Het had het verhaal sneller
behapbaar en toegankelijker gemaakt. Dat een geniale Koreaanse
admiraal de Japanners naar antiek-Grieks model richting de
engte van No Ryang (ook wel Noryang) stuurt, is duidelijk
maar Delittes vertelling is dan al een flink eind weg.
Tenzij we ons heel erg vergissen, is dit de eerste onafhankelijke
stripproductie van de Zuid-Koreaan Q-Ha,
een studiomedewerker van Kim Jung Gi (SpyGames).
De man kan een stukje tekenen. Typisch Aziatische architectuur,
eilandengroepjes, het doet allemaal authentiek en sfeervol
aan, ook al door de inkleuring van Sang Don Lee
die — hoewel soms wat donker — sterk aan Aziatische
cinema herinnert. Toch hebben we het bij momenten moeilijk
om te wennen aan de stijl van Q-Ha. Mede door de weinige introductie
in het scenario en onze mindere kennis van Aziatische gewoonten
en uniformen, duurt het even eer we Japanners en Koreanen
kunnen onderscheiden. Gelukkig helpt daarbij de visuele herkenning
van de Japanse samoerai-uniformen. Zo lukt het van bij de
start om op z'n minst de Japanse militaire elite te herkennen.
Een bizar iets dat moet worden opgemerkt over dit album is
de beperkte aanwezigheid van water. Toch enigszins bevreemdend
voor een reeks over zeeslagen, nietwaar? Bovendien zijn de
scènes die zich op het water afspelen opmerkelijk droog
— en dat bedoelen we in de meest letterlijke, niet natte,
betekenis. Kanonskogels die in zee ploffen of een schip naar
de kelder jagen, doen nauwelijks water opspatten. Anderzijds
kan je de luchtvochtigheid rond de mistige eilanden haast
voelen. Alsof er in de slag bij No Ryang andere fysische wetten
golden. Waarschijnlijk ligt het eerder aan Q-Ha's keuze om
veel bovenaanzichten en panoramische perspectieven te kiezen
voor het in beeld brengen van de zeeslag. Die verklaring lijkt
ons aannemelijker dan de andere, toch? Alhoewel, de uitkomst
van de zeeslag bij No Ryang had ook een zekere onwaarschijnlijkheid... |
DIEDERIK VAN DE VELDE --- september 2020 |
|