Tijl Uilenspiegel 2
(eerste druk uit 1955)
(herdruk met aangepaste cover) |
(voorpublicatiecover
van 8 januari 1953)
Tijl Uilenspiegel, zijn vriendin Nele en zijn kameraad Lamme
Goedzak vergezellen een tekenaar naar Amerika om daar in opdracht
van een Antwerpse reder het leven van kolonisten en indianen
in beeld te brengen. Na een muiterij en schipbreuk komen zij
toch in Nieuw-Amsterdam aan, de Nederlandse nederzetting die
later tot New York is omgedoopt. Daar worden zij geconfronteerd
met het wanbestuur van de Hollandse gouverneur en kiezen zij
uiteindelijk partij voor de onderdrukte indianen uit de streek. |
|
|
Kapitein:
Strenge kapitein van het schip dat Tijl, Nele
een Lamme naarAmerika brengt. De bemanning keert zich
tegen hem, muiterij breekt los. |
|
Kieft:
Hooghartige Hollandse bestuurder van de West-Indische
Compagnie. In Fort-Amsterdam werkzaam als gouverneur en
dat zint hem niet. Hij voelt er zich achtergelaten en
heeft het daarom op zowat iedereen gemunt. |
|
Lucas
Aerts: Brugse tekenleraar van Nele. Laat zich
overhalen om naar Amerika te reizen om er op expeditie
illustraties te maken. |
|
Sachem:
Tovenaar en stamhoofd van de indianenstam waar
de Hollanders mee te kampen krijgen. Tevens de vader van
Sluwe Vos. |
|
Sluwe
Vos: Jonge indiaan die door blanken met de zweep
werd gegeseld. Tijl Nele en Lamme verzorgen hem en winnen
zo zijn vriendschap en die van de indianen. |
|
|
Opstand
der Geuzen, het eerste verhaal van Vandersteens versie
van Charles De Costers roman Tijl Uilenspiegel,
werd enthousast onthaald door zowel de lezers van het
weekblad Kuifje als de Waalse tegenhanger Tintin.
Uitgever Raymond Leblanc vroeg aan Vandersteen een vervolg.
Amper twee weken na het slot van Opstand der Geuzen
startte Fort Oranje. Hiervoor permitteerde
Vandersteen zich grote vrijheden ten opzichte van de originele
roman. Het jaartal versprong van 1562 naar 1625 en het
decor van het Vlaamse Damme en omstreken naar Noord-Amerika
ten tijde van de Hollandse kolonisatie.
Omdat Vandersteen ook nog Suske en Wiske voor
Kuifje en voor de kranten tekende, riep hij voor
Tijl Uilenspiegel de hulp in van Karel Verschuere,
Bob De Moor, Tibet en anderen voor het inkt- en tekenwerk.
Bij het overlijden van zijn zeer goede vriend tekende
Bob De Moor een cover voor het weekblad Kuifje
met Vandersteen, Sidonia, Suske, Wiske en Jerom die zijn
uitgedost in kostuums uit de door Vandersteen zo geliefde
zestiende eeuw. |
|
|