Uit:
Het Brommende Brons (1971) Ze verroeren geen vin en behalve hun gebeitelde
expressie of een traantje vertonen ze geen enkele emotie. En
toch lopen de bronzen beelden van een naamloos herderinnetje
en de dichtende aristocraat Amadeus met de hoofdrol weg. Ze
drukken onze vrienden in een nevenintrige. Omdat de beelden
met hun ruggen naar elkaar zijn gericht, kunnen ze elkaar niet
zien in het parkje waar ze staan opgesteld. Alleen door hun
gesprekken ontspint er een "bronzen vrijage", zoals
Wiske het noemt. Na veel nadenken schenkt Amadeus het herderinnetje
de naam Mira. "Een seconde lang wordt het lieve paar een
blik van elkander gegund" wanneer door een ontploffing
het hoofd van Mira langs Amadeus passeert. Gelukkig is er een
happy end voorzien als beide beelden omgesmolten worden in een
ander beeld, dat van Cupido, god van de liefde.