Uit:
De Bokkenrijders (1948) Hoe vertel je een kind dat een
naaste is omgekomen? Met een vergelijking die het kind kan begrijpen.
Voor Willy Vandersteen biedt het tegelijk een moment om stil
te staan bij de risico's die mijnwerkers ondernamen om steenkool
te delven voor het dagelijks comfort van de mensen. Wiske kan
niet goed volgen want thuis stoken ze met mazout. De ploegbaas
van de brave mijnwerker legt het vervolgens minder omfloerst
uit: "Lambik is ontploft! In wel duizend stukskes!"
Het kan ook minder brutaal: "Allee... ja... allee, misschien
maar in vijfhonderd stukjes!" Het kan de uitbarsting van
Wiskes verdriet niet temperen. Behalve humor, spanning en toenmalige
actuele knipoogjes met scherpe commentaren om de krantenlezers
te entertainen, moesten ze ook kunnen meeleven met fictieve
personage van papier.