|
|
Samenvatting
Robert, Bertrand en Joeki treden in dienst van markiezin Solange de Rochelure. Zij is tijdens de Vendée-opstand uit Frankrijk gevlucht. Haar echtgenoot sneuvelde en haar zoontje Christian raakte vermist of zou zijn verdronken. Solange is ervan overtuigd dat hij nog leeft. Daarom trapt ze in een oplichterstruc van geitenhouder Binus, die haar ervan overtuigt dat dit zo is. Binus is echter ingehuurd door Solanges valse zuster Nicole en haar minnaar, ex-generaal Bosset, die een medaille van haar willen bemachtigen. Die medaille zou de vindplaats van het geld van de Vendée-opstandelingen moeten aanduiden. Bij een bestorming van de Wolvenhoeve komt Nicole om het leven en wordt Bosset met enkele handlangers gearresteerd door Nummer 17, die Christian in Frankrijk heeft opgespoord.
Thema
Misdaad (oplichting, chantage, moord) tegen de achtergrond van oorlog, te weten de Vendée opstanden tijdens de Franse Revolutie en de nasleep ervan. |
Locatie
De Wolvenhoeve en omgeving in Belgisch Brabant, verder de Vendée in Frankrijk.
Periode
Ergens rond 1801, 1802, dus tijdens het consulaatschap (1799-1804) van Napoleon Bonaparte (1769-1821). De vlucht van markiezin de Rochelure uit Frankrijk vond plaats tijdens het einde van de Vendée-opstand van 1793-1796 tegen de Eerste Franse Republiek, een opstand die naar schattingen aan tussen de 117.000 en 450.000 Vendéeërs het leven kostte.(1) Christian was toen een kleuter (pagina 7, prent 3). Op pagina 28 zien we een jongen van maximaal een jaar of tien.
|
De hereniging met Christian. Hij is hier niet ouder dan tien jaar (pagina 28, prent 6). |
Verder worden wolven nog als normaal beschouwd. Pas rond 1840 zijn de dieren bijna geheel verdwenen uit het grondgebied van het huidige België. Zie ook de besprekingen van de albums 23, Het Spookhuis, en 44, De Witte Wolf.
De bolhoed van Nummer 17 daarentegen is een uitvinding uit het jaar 1849.
Vermomming
Ex-generaal Bosset en zijn mannen doen zich voor als de Franse landmeter Doville en zijn collega’s en als geesten van omgekomen Vendéeërs. Op pagina 20 doemen deze vermeende “geesten der Vendéeërs” op uit de mist. Wellicht ontleend aan het eveneens in 1979 verschenen Bob Morane-album De Ogen van de Mist. Oorspronkelijk betreft het een Franstalige uitgave uit 1973 met als titel Les Yeux du Brouillard.
|
Links: Bob Morane: De Ogen van de Mist (1979). Rechts: Mensen in de mist in Robert en Bertrand (pagina 20). |
Redding
Joeki redt markiezin de Rochelure, die belaagd wordt door een wolf (pagina 2).
Bijzonderheden
- Dit verhaal speelt zich het vroegst in de negentiende eeuw af in de reeks. Auto's worden ditmaal dan ook niet opgevoerd, wat het album helemaal een anachronistisch karakter zou hebben gegeven.
- Gezien de agressiviteit van de wolven is het opmerkelijk dat de vagebonden ongewapend rondtrekken, zeker omdat ze Joeki bij zich hebben.
|
Op de vlucht voor drie hongerige wolven (pagina 13, prenten 10 en 11). |
- Binus lijkt rechtstreeks uit De Rode Ridder te zijn weggelopen, vergelijk met de smid Olberon uit De Maansteen (deel 28, 1966).
|
Boven: Binus uit Robert en Bertrand. Onder: Olberon uit De Rode Ridder. |
- Op pagina 27, prent, 6 is sprake van uitlevering van Bosset en zijn handlangers aan Frankrijk. Het huidige België was echter al in 1794 door Franse revolutionaire troepen bezet. Aan de Franse bezetting was in 1801/1802 geen verandering gekomen.
NOTEN
-
http://www.jhsg.nl/emiel-picard-de-vendee-oorlog/
|
|