PAGINA 72
ROBBEDOES ONUITGEGEVEN (8)

ergé had het commerciële voorstel van de Franse spoorwegen afgeslagen, maar een avontuur van Robbedoes met treinen in zag André Franquin wel zitten. Het kwam de door depressie geplaagde tekenaar alleen niet goed uit. Het eindresultaat, de geïllustreerde roman Les Robinsons du Rail, beviel ook de opdrachtgever niet al te zeer.



Le Lombard, de grote concurrent van uitgeverij Dupuis in die dagen, had met Publiart een eigen reclamebureau waar sommige tekenaars hun carrière als illustrator begonnen alvorens door te stoten als striptekenaar. Maar ook bij Dupuis liepen comerciële mannen rond die lucratieve opdrachten op vraag van bedrijven in de wacht sleepten. Georges Troisfointaines (de coschepper van Buck Danny) stond aan het roer van World Press die al vroeg in de jaren 1950 stripverhalen, advertenties en al wat er los of vast mee te maken heeft aan onder meer het weekblad Robbedoes leverde.
In 1962 benaderde het SNCF, de Franse spoorwegen, via het reclamebureau Havas het agentschap van Troisfontaines met de vraag om het belang van de spoorwegen te benadrukken. De luchtvaart en het gewone wegverkeer waren grote concurrenten voor het openbaar vervoer. Havas vond het een goed idee om de aandacht van volwassenen te trekken via hun kinderen en wilde daarom een familiaal publiek bereiken. Een strip werd in de jaren 1960 nog cool genoeg bevonden om op die manier promotie te voeren.


Voor Havas mocht het best wat kosten. Een eerste verzoek werd meteen gericht aan de absolute top: aan Hergé. Maar hij sloeg het aanbod af. Publiart stelde andere tekenaars van Le Lombard in de plaats voor, maar Troisfontaines manoeuvreerde zich behendig i nde onderhandelingen en kaapte het contract weg. Het voorstel lag op tafel: een avontuur van Robbedoes waar het treinverkeer een hoofdrol in heeft.
Het project kon op geen slechter moment bij André Franquin terechtkomen want hij was letterlijk ziek door een depressie tijdens het maken van QRN op Bretzelburg (1961-1963). Hij leverde wel het basisidee want hij hield erg van treinen en wilde al langer wat doen met treinen in de reeks. Voor QRN in Bretzelburg had hij al stations bezocht om te zien hoe een locomotief in elkaar stak en hoe de ophanging van een treinwagon functioneerde. Yvan Delporte werkte het hele verhaal uit en Franquin kreeg zijn naaste medewerker Jidéhem warm voor hulp bij de tekeningen want er moesten nogal wat treinen en vliegtuigen getekend worden. Toch heeft Franquin hier en daar een locomotief getekend.


Met al dat palaveren kwam er geen schot in de zaak. Het SNCF werd ongeduldig. Troisfontaines stelde alvast een radiofeuilleton voor, een hoorspel met en van Robbedoes dat werd uitgezonden op de RTB (de Waalse publieke radiozender) en het Chaîne Parisienne (het huidige France Inter). In tegenstelling tot andere Robbedoes-hoorspelen werd er van Les Robinsons du Rail geen plaat van geperst.
Ondertussen evolueerde het stripscenario naar een roman die in verschillende afleveringen in Spirou (niet in Robbedoes!) kon worden geplaatst. Jidéhem en Franquin beperkten daardoor hun werk tot welgeteld 27 illustraties. De vervolgroman verscheen in tien opeenvolgende nummers van Spirou, van 26 maart tot 28 mei 1964.



Pas in 1981 kwam het tot een echte romanuitgave bij Éditions de l'Atelier. Er volgde ook een Duitse, Deense, Noorse en Zweedse vertaling. Een nederlandstalige versie verscheen enkel in de blauwlederen Rombaldi-reeks, maar omdat Franquin zich medio jaren 1980 schaamde voor het resultaat mocht er slechts een gedeelte worden gepubliceerd. Met de tien soms paginagrote illustraties erbij telde het uittreksel niet meer dan elf pagina's. De volledige Franse versie telt 43 pagina's en staat wel helemaal opgenomen in de recentste, Franstalige integrale reeks. Op de laatste pagina staat een dankwoord voor de samenwerking met de spoorwegen in Frankrijk, België, Duitsland, Denemarken, Zwitserland, Italië en Nederland.
Niet alleen Franquin was uiteindelijk ontevreden over de geïllustreerde roman, ook het SNCF (de opdrachtgever!) was verre van tevreden. Om voor de nodige spanning te zorgen, draaide het hele verhaal rond een experimentele atoomtrein die door toedoen van Guust Flater op hol slaat en door alle voornoemde landen raast. Spannend, dat wel, maar niet meteen het doel dat het SNCF voor ogen had. En eerlijk is eerlijk, Guust kwam ook op het lumineuze idee om de trein te doen stoppen door aan de noodrem te trekken.