PAGINA 69
ROBBEDOES ONUITGEGEVEN (7)

RN op Bretzelburg (1961-1963) is een verhaal dat wordt gewaardeerd door de meeste Robbedoes-lezers. Maar weten zij allen dat het verhaal oorspronkelijk enkele pagina's langer was?






 
 
Klik op de afbeeldingen voor grotere versies.

Toen het verhaal aanvankelijk in het weekblad Robbedoes verscheen, gebeurde dat met zes strookjes per nummer: twee op de cover en nog eens vier op de volgende pagina. Bij de voorbereiding voor een albumpublicatie zag André Franquin dat er te veel platen waren voor een standaardalbumlengte van 64 pagina's.
In de beginscène kon makkelijk geschrapt worden in de verwikkelingen met het door de Marsupilami ingeslikte transistorradiootje. Hierboven vind je in de linkerkolom alle platen zoals ze verschenen in het reguliere album. Rechts vind je de oorspronkelijke platen. Ze verschenen onverknipt in een luxueus uitgevoerde albumuitvoering in 1987 en de blauwlederen Rombaldi-collectie in 1987. Beide albums werden nooit herdrukt.
Franquin paste trouwens meer aan dan enkel de stroken. Ook de liedjesteksten zijn veranderd om ze tijdlozer te maken. De toenmalige hit Kili-Watch uit 1960 van de Brusselse groep The Cousins (later nog gecoverd door Bobbejaan Schoepen en Johnny Halliday) is vervangen door de evergreen Twee Ogen zo Blauw. Franquin gebruikte trouwens aanvankelijk Pelvis Pr- waarbij de rest van de naam van de rocker werd afgebroken, maar de verwijzing naar Elvis "The Pelvis" Presley duidelijk was. In de albumversie is deze naam verdwenen, in zowel het Frans als het Nederlands.

In de voorpublicatie in Robbedoes (vanaf nummer 1205 in 1961) heette het verhaal aanvankelijk QRM op Bretzelburg. Q-codes zijn internationale radiocodes waarvan elk woord uit drie letters bestaat, maar altijd begint met de letter Q. De codes zijn alfabetisch gerangschikt en worden onderverdeeld in drie grote groepen: QAA tot QNZ is voorbehouden voor de luchtvaart, QOA tot QQZ beslaat de scheepvaart en vanaf QRA mag iedereen de code gebruiken. QRM betekent "I am being interfered with..." terwijl QRN staat voor "I am troubled with static..." Radioamateurs wezen Franquin erop dat QRM enkel interferentie van een radiozender kan betekenen terwijl het in het verhaal eerder gaat over statische elektriciteit waardoor QRN meer is aangewezen.

Eigenlijk wilde Franquin na de Zwendel-dubbelslag Z van Zwendel (1959-1960) en De Schaduw van Z (1960) opnieuw een verhaal met Zwendel maken, uitgaand van zijn jeugd. Hij tekende het verhaal alvast. Scenarist Greg begon dan net met zijn gagreeks Olivier Blunder en sprak met Franquin af om de succesvolle samenwerking even te onderbreken. Maar wanneer Franquin zijn verhaal ging voorstellen aan uitgever Charles Dupuis reageerde deze afwijzend. Hij wilde niet wéér een verhaal met Zwendel. Franquin schrok ervan en zocht een hele nacht met zijn collegatekenaars en beste vrienden Peyo, Jean Roba en Yvan Delporte naar nieuwe ideeën.
De volgende ochtend belde Franquin naar Greg om zijn hulp te vragen. De gag met het ingeslikte radiootje deed Greg denken aan een bevriend radioamateur. Hij stelde Franquin voor om er eens langs te gaan en het transistorradiootje te veranderen in een radiozendertje. Franquin bracht de kerel een bezoekje, nam foto's van alle mogelijke zend- en ontvangsttoestellen en dat zonder scenario op zak. Pas later zou Greg het hele verhaal verzinnen. Franquins oorspronkelijke idee legde hij in de kast om het er in 1967 weer uit te halen voor het verhaal Hommeles in Rommelgem, meteen ook zijn laatste Robbedoes-verhaal. Tijdens de weekbladpublicatie van QRN op Bretzelburg verdwenen de portretten van Zwendel en de graaf van Rommelgem in de titelbalk om plaats te maken voor Mark Switch.


Klik op de afbeelding voor een grotere versie.

Op pagina 31 in de gewone albumversie zien we Kwabbernoot op de deur van zijn cel bonken. Hij wil schoenen voor zijn voeten. Maar niemand wil hem in zijn eis tegemoetkomen. Nochtans stond in de oorspronkelijke versie een extra strook waarin doktor Kilikil hem volgaarne een paar schoenen gaf, alleen zijn ze drie maten te klein. Waarom deze strook werd weggelaten (wellicht op vraag van Franquin zelf), weet geen mens met zekerheid te vertellen. Op pagina 39 zien we Kwabbernoot in zijn cel. Nog steeds op blote voeten, maar een paar schoenen staat duidelijk op de vloer van zijn cel.

Bij de plaat op pagina 26 voorafgaand op de marteling met het krassende krijtje op het schoolbord (jawel, je haren komen overeind door er enkel nog maar aan te denken) kreeg Franquin een depressie en moest de publicatie in Robbedoes vijftien maanden staken. Geen zin meer, fysieke problemen en geestelijke vermoeidheid waren de redenen. Het was een periode waarin hij nochtans andere zaken tekende zoals Guust Flater. Diezelfde Guust mocht in april 1963 in een interview (klik op nevenstaande afbeelding voor een leesbare versie) met de hoofdredacteur het verhaal tot dan toe nog eens samenvatten waarna Franquin en Greg de draad weer oppikten.