PAGINA 26
ROBBEDOES EN DE BARON
VAN ROMMELGEM

ancratius Edelhart Ladislas Philippus van Rommelgem is niet altijd de welbekende graaf van Rommelgem geweest. In Er Is een Tovenaar in Rommelgem (1950-1951) wordt hij geïntroduceerd als... baron.


Maar eerst nog dit. Voor de naamgeving van Pacôme Hégésippe Adélard Ladislas (de Franse voornamenserie van de graaf van Rommelgem) raadpleegden André Franquin en zijn echtgenote Liliane meerdere kalenders waar heiligennamen op vermeld stonden. De uiteindelijke keuze kwam na veel lachbuien tot stand.


De fout ligt in de mond bestorven van de kruiperige burgemeester van Rommelgem. Kuierend op een desolaat weggetje wijst hij de aankomende zigeuner op het verkeerslicht dat hij er liet installeren. De zigeuner kruist het pad van de graaf van Rommelgem die hem vriendelijk groet door zijn hoofddeksel op te lichten. Toch vraagt hij zich af wat de vreemdeling er komt doen. Vervolgens komt hij de burgemeester tegen terwijl hij door het rood licht rijdt. De burgemeester groet 'm en spreekt 'm aan met "meneer de baron". In de prent erna foetert hij op de baron die zijn rood licht niet respecteert. Hij sluit af met: "Als het hier een kruispunt was, had hij al lang een ongeluk gehad! Al is hij baron!..." Tot drie keer toe dus verneemt de lezer dat de tuffende aristocraat een baron is.
Zes pagina's verder antwoordt een dorpeling op Robbedoes' vraag wie de man is in de auto. De baron stijgt in rang en wordt "mijnheer de graaf". Ook in de Franse versie staat dezelfde fout.



Iemand moet Andre Franquin daarna op de fout hebben gewezen want hij was wel degelijk verstrooid bij het letteren van de teksten. Nog eens zes pagina's verder weet de burgemeester het niet meer: baron, markies, graaf?



Maar uiteindelijk komt de burgemeester tot zijn zinnen. Praktisch als laatste personage weet hij nu dat hij de graaf met diens correcte titel hoort aan te spreken.