PAGINA
3
ROBBEDOES EN BAARD EN KALE
et
eerste nummer van het weekblad Spirou/Robbedoes
betekende niet alleen de start van een lange reeks
avonturen van Robbedoes, maar ook van Kale die na
verloop van tijd een duo vormde met Baard. Van hetzelfde
jaar 1938 is trouwens ook een Amerikaanse superheld:
Superman! |
|
Lezers van het weekblad Robbedoes hebben
nooit de eerste ontmoeting tussen Baard en Kale
gelezen, tenzij ze het nu peperdure album De
Avonturen van Janmaat en de Sinjoor en de Baard
en de Kale in bezit hebben. Het Franstalige
Spirou liep namelijk al dertig nummers
vooraleer het tweede verhaal De Baard en de
Kale tegen de Gangsters gelijk liep in Spirou
en in het eerste Robbedoes-nummer. Hierboven
zie je in zwart-wit (de reproductie komt uit Stripschrift
53-54 van mei/juni 1973) hun eerste kennismaking.
In zijn eerste avontuur is de Kale (die later
een Antwerpenaar blijkt te zijn) een klaploper
op zoek naar werk. Dat probeert hij te vinden
in de haven. Een wildvreemde man biedt hem honderd
frank om te letten op twee koffers, maar de man
laat op zich wachten en de Kale besluit een tukje
te nemen in de grootste van de twee koffers. De
man laat alsnog de twee koffers op een schip laden
dat daarna open zee kiest. Aan boord moet de Kale
werken, maar raakt dronken door de alcoholvoorraad
van de eigenaar van het schip soldaat te maken.
Een dronken Kale raakt in het cachot, weet te
ontsnappen en roeit een verlaten rotseilandje
tegemoet waar hij "een wilde" aantreft.
Het blijkt om de Baard te gaan, kapitein van De
Zeemeeuw. Hij leed schipbreuk op de rotsen en
is de enige overlevende van zijn schip. Gelukkig
kunnen de twee van het eiland dankzij het bootje
van de Kale.
Het bootje wordt vervolgens aangevallen en onderschept
waarbij de Kale als "de beruchte schrik der
Antillen" wordt aanzien. Hij belandt opnieuw
in de gevangenis. Met behulp van de Baard raakt
hij bevrijd. Een dolle achtervolging brengt hen
in een lastig parket, maar wel in de buurt van
de echte schrik der Antillen. De twee kunnen hem
vangen en aan de gouverneur overhandigen.
De schrik werkte echter in dienst van gangster
O.K. Lett (de wildvreemde man uit het begin van
het verhaal). Het duo heeft nu de bijkomende taak
om zijn gangsterbende op te rollen.
Eind goed, al goed. De twee krijgen een geweldige
geldsom. De Kale besluit een hotel te beginnen
in Oostende en de Baard koopt liever een "visschersboot"
om de Kale dagelijks de "noodige versche
visch" te leveren.
De stripreeks is een creatie van Ferdinand Dineur.
Toch wordt de reeks vereenzelvigd met Will die
de reeks van hem overnam. De overdracht gebeurde
zo: tegelijk met de publicatie van Baard en
Kale in Robbedoes had Dineur het
niet zo verstandige idee om complete verhalen
van de twee helden aan te bieden aan Héroïc-Albums,
een concurrerend striptijdschrift! Dineur mocht
beschikken van uitgever Charles Dupuis die prompt
de rechten op de personages kocht. De zoektocht
naar een nieuwe tekenaar kon beginnen. En dat
duurde niet lang. Jijé stelde hem zijn
jonge poulain Will voor die bij hem was ingetrokken
om onder meer het vak te leren. Jijé stond
trouwens op het punt naar de VS te trekken met
André Franquin en Morris. Will was te jong
om mee te gaan.
Toch stond Will voor een dilemma. In diezelfde
periode, in 1950, richtte Hergé de Studios
Hergé op. Jijé toonde de tekenaar
van Kuifje het werk van Will. De grote
Hergé stelde de striptekenaar in de dop
daaropvolgend officieel de vraag of hij niet bij
hem wilde komen werken. Will koos dus voor Baard
en Kale in plaats van Kuifje en Bobbie.
Raphael Kiekens schreef voor de intussen opgedoekte
website De Linkadoor de volgende tekst
over Baard en Kale:
"Baard
en Kale is van wijlen Willy Maltaite (Will,
1927-2000) voornaamste tekenaar van detectives
Baard en (de) Kale. Oorspronkelijk was Baard
en Kale een idee van Ferdinand Dineur, die
de Kale met losse verhalen deed verschijnen in
Le Journal de Spirou (1938). Al gauw
maakte de Kale kennis met Baard op het schip de
Marius en vormden ze sindsdien een onafscheidelijk
duo. Het eerste Nederlandstalige album De
Avonturen van Janmaat en de Sinjoor en de Baard
en de Kale verscheen in 1942. Mocht je dit
album op zolder tegenkomen, mag je het gerust
inlijsten.
Later volgden enkele verhalen in het weekblad
Robbedoes zonder meteen echte albums
tot gevolg, terwijl in 1949 Will definitief het
tekenroer overnam. De meeste van deze verhalen,
waaronder Villa Zonder Zorg en De
Stad der Robijnen werden pas veel later uitgegeven
(respectievelijk in 1982 en 1990 bij Albino).
In 1954 verscheen wel De Baard en de Kale
in Midden-Amerika als Jeugdzonden-album
bij Dupuis bestaande uit twee korte verhalen uit
1950. Dineur bleef de scenario's verzorgen tot
in 1952. Het eerste echte album van Baard
en de Kale, De schat van Alarik, verscheen
in 1954 bij Dupuis waarna vele volgden. Scenarist
van dit laatstgenoemde album was Luc Bermar die
ook het scenario voor het album Oscar en zijn
Geheimen schreef.
De
volgende scenarist, Maurice Rosy, maakte de reeks
onsterfelijk door Stomp, de eeuwige vijand van
Baard en Kale ten tonele te brengen. De steeds
gehelmde Stomp verscheen voor het eerst in De
Baard en de Kale tegen de Witte Hand en gaf
nooit zijn echte identiteit prijs. Stomp zorgde
niet alleen voor een extra aantrekkingskracht,
maar ook voor prima strips die naar huidige normen
nog steeds heel genietbaar zijn. Met het album
De Spookschaduw (1970) maakte Rosy plaats
voor Maurice Tilleux, met een duidelijke stijlverschuiving
als gevolg. Later schreven Stephen Desberg (1979)
en ten slotte Denis Lapière (1991) de scenario's.
Will zelf hield het voor bekeken in 1991 na 42
jaar trouwe dienst met een onderbreking in 1960-1961
waarin Marcel Denis twee verhalen tekende (De
Baard en de Kale in Hollywood en op scenario
van Marcel Remacle Schiet niet op het Zeepaardje).
Sikorski tekende nog even de reeks verder, maar
het werd duidelijk dat het tijd was om Baard
en de Kale te begraven.
Zo hoort het ook, een reeks hoeft niet altijd
uitgemolken te worden. Baard en Kale
zijn een begrip in de stripwereld en verdienen
zeker hun plaats in de Belgische stripgeschiedenis.
Voor de verzamelaars onder jullie mogen ze dan
ook niet ontbreken in de collectie."
In 2007 startte Dupuis met een integrale reeks
(helaas enkel in het Frans) die in thematische
bundels de complete reeks in twaalf volumes zal
uitgeven. Sinds de eerste bundel staat telkens
in het vaste voorwoord vermeld dat er vast andere
auteurs zijn die het duo na een welverdiende vakantie
opnieuw avonturen willen laten beleven. Want een
meneer Stomp heeft nog genoeg diabolische plannen
die hij ten uitvoer wil brengen...
|
|