1
DE HOED VAN GEERAARD DE DUIVEL

BIBLIOGRAFISCH
Titel: De Klassieke Avonturen van Nero 9: De Hoed van Geeraard de Duivel
Voorpublicatie: Het Volk (01/04/1950 – 04/09/1950)
Eerste albumuitgave: juni 1951

HET VERHAAL
Nero, in het vorig verhaal miljonair geworden en sindsdien gekleed in streepjesjas en slipjas, bezoekt met detektief Van Zwam en Jef Pedal de foor. Bij het zien van een optreden van professor Plasticus, een goochelaar die konijnen, duiven en champagne uit een hoge hoed tovert, wil Nero koste wat het kost die chapeau buus (buishoed) in handen krijgen. Hij koopt ze voor een half miljoen frank.
Een wind blaast de hoed echter van Nero's hoofd en neemt deze, achternagezeten door Nero, mee van Brussel over Aalst en Kwatrecht tot in Gent, waar hij het Geeraard Duivelsteen binnenvliegt. Nero vindt er zowaar Geeraard de Duivel in eigen persoon die de hoed al driehonderd jaar kwijt is en hem onmiddellijk terug wil. Nero slaagt erin de hoed voor zichzelf te houden, maar wordt de duivel aangedaan door Geeraard en met plagen bestookt: dieven hebben heel zijn fortuin meegenomen, Van Zwam, Jef Pedal en Jan Spier verdwijnen spoorloos en Nero zelf wordt met allerlei ziektes belaagd.

Commentaar van Erik Meynen:
"Ik ben opgegroeid in Merksem, zonder televisie, maar met de volledige reeksen van Nero, Suske en Wiske, Jommeke en Piet Pienter en Bert Bibber op mijn boekenrek. Ik kon als kind helemaal opgaan in het lezen van die strips.
Ik herinner mij een bezoek aan het Gentse Gravensteen tijdens een schoolreis in het derde leerjaar. We passeerden met de bus langs het Geeraard Duivelsteen. Dat duistere, dreigende gebouw uit de Nero-strip in het echt zien, maakte een enorme indruk op mij. Fictie werd realiteit en omgekeerd.
Ondertussen woon ik al meer dan vijfentwintig jaar in Gent. Nog iedere keer als ik langs het Duivelsteen passeer denk ik: Door dat raam is Nero in de Nederschelde gesprongen!"
(klik op de afbeelding voor een grotere versie)

Erik Meynen is politiek cartoonist en tekenaar voor onder meer Het Laatste Nieuws en P-magazine.



Een pijprokende dame, Madam Pheip, doet haar intrede en biedt Nero hulp in zijn strijd tegen de duivel. Duivels kunnen immers niet tegen rook van pijpen.
Ondertussen ontdekt Nero de gebruiksaanwijzing van de hoed en tovert hij zijn Tweede Ik — een soort dubbelganger die wensen in vervulling brengt — uit de hoed. Van zijn Tweede Ik verneemt hij waarom Geeraard zo gebrand is op de hoed: hij kan er immers Satan, Lucifer, de Oppermachtige, de Heerser over het Kwaad mee op aarde halen.
Om zijn vrienden terug te laten verschijnen, moet Nero een toverspreuk vinden in de Tempel der Stilte in Bombay. Samen met Madam Pheip trekt Nero naar de tempel in Indië, onderweg gehinderd door stakende matrozen, een sekte van Sjamfoeters, een tijger, krokodillen en uiteraard hun meest geduchte tegenstander, Geeraard de Duivel.
Van Zwam, Pedal en Spier zijn terug van weggeweest en meteen vertrekken Van Zwam en Spier naar Indië op zoek naar Nero.
Meteen krijgt het verhaal een andere wending. Nero heeft met zijn hoed roem en aanzien verworven en is Pandit Nero geworden. Geeraard, ondertussen van baard en snor ontdaan, heeft zich de naam Kham-El-Amil toegeëigend en is na zijn mislukking door Lucifer tot een nietige aardworm, een doodgewone mens gedegradeerd. Na wat kapriolen van een omhoog gevallen Nero met pretenties en kuren, waarbij Van Zwam en Spier bijna in tripkes worden getrokken door twee olifanten en waarbij Madam Pheip een huwelijk met een maharadja misloopt wanneer ze ontdekt dat hij reeds 83 vrouwen heeft, verwerkt Sleen de toen heersende koningskwestie in de Nero-strip en verplaatst hij deze in het Indisch decor. In een moordcomplot wordt Nero's Tweede Ik neergestoken en voor het paleis komt een menigte in opstand die de Pandit weg wil. Ondanks de dood van Nero's Tweede Ik blijft deze wel nog als een handje uit de hoed van groot nut. Wanneer Van Zwam en Madam Pheip worden vergiftigd met vitriool in exportbier krijgen ze door de hoed een antigif toegediend. Nero verlaat Indië met de SS Brambilla richting Antwerpen. De rest van het gezelschap reist hem achterna. Het avontuur in Indië is afgelopen. Het verhaal daarentegen loopt gewoon verder in de daaropvolgende strip Moea-Papoea.

SITUERING
Wanneer Het Volk de krant De Nieuwe Gids opkoopt, verschijnen De Avonturen van Van Zwam vanaf 1 april 1950 in Het Volk, De Nieuwe Gids en De Antwerpse Gids. De voorpublicatie van de strip in Het Nieuws van den Dag en 't Vrije Volksblad vallen weg. Om de verwelkoming van Nero in Het Volk in de verf te zetten, valt speciaal voor die gelegenheid de stripreeks een groots opgezette lanceringspromotie te beurt, tot een kleurenfolder toe.
Naast Piet Fluwijn en Bolleke en de hernemingen van eerdere Nero-verhalen — die voortaan in kleur worden afgedrukt — in 't Kapoentje, neemt Sleen in 1950 eveneens De Lustige Kapoentjes over van Bob De Moor. Voor De Volksmacht start Sleen met Stropke, in De Middenstand verschijnt Doris Dobbel en in zowel Ons Zondagsblad als in 't Kapoentje krijgen we Joke Poke.
Verder brengt in 1950 uitgeverij Desclée De Brouwer het derde Van Zwam-album uit: De Juwelen van Gaga-Pan, wat eigenlijk het zevende verhaal in de reeks is. Ook later zal bij de albumuitgave door Het Volk geen rekening worden gehouden met de chronologie van de verhalen.

POLITIEKE EN MAATSCHAPPELIJKE DUIDING

Tijdens de voorpublicatie van dit Nero-verhaal verdeelt de koningskwestie het land in twee clans: zij die vóór de terugkeer zijn van koning Leopold III (zoals de katholieke regeringspartij die in juni 1950 de verkiezingen wint) en zij die er tegen zijn. Het komt er op neer dat Vlamingen en katholieken vooral vóór zijn en de Walen en socialisten vooral tegen. Op 21 juli 1950, na een grootscheepse volksraadpleging, beslist de regering dat koning Leopold III mag terugkeren. Daarop breken onlusten, stakingen, betogingen en rellen (sommige met dodelijke afloop) uit. Uiteindelijk beslist Leopold op 1 augustus zijn bevoegdheden over te dragen aan zijn oudste zoon, prins Boudewijn.
Al van bij de aankondiging van de strip in de krantenrubriek Van Dag tot Dag weet de lezer dat hij zich aan een politiek getint verhaal mag verwachten. Hierin wordt verteld dat Marc Sleen de laatste tijd veel met hoeden bezig is, waarvan er een de initialen P.-H. S. (Paul-Henri Spaak, dus) draagt: "De versie dat de hoed in kwestie aan dhr. P.-H. Spaak zou toebehoren is natuurlijk te fantastisch om ernstig in overweging genomen te worden". En als even verder in de tekst een collega aan Sleen vraagt of het echt de hoed van P.-H. S. is, antwoordt hij: "Neen, het is de hoed van de duivel". De toon is gezet. Het verhaal dat volgt bulkt dan ook van zowel onbedekte als verholen toespelingen op de situatie in België. Een overzichtje:
- Geeraard wordt een separatist genoemd (strook 36) en in het notaboekje van Geeraard de Duivel staan de persoonlijke telefoonnummers van Jozef Stalin, Edgar Lalmand en Kamiel Huysmans (strook 47). Vermomd als Indiër laat Geeraard zich Kham-el-Amil noemen (strook 116). Madam Pheip vertrouwt hem niet:"Hij trekt te goed op Kamiel Huysmans" (strook 117).
- Wanneer Madam Pheip en Nero door de Sjamfoeters gevangen worden, bieden ze flink weerstand: "Maar wat kan men tegen de volstrekte meerderheid aanvangen?..." (strook 136) "De bedienden van de Maharadjah hebben zich bij de geheime sekte der Sjamfoeters aangesloten. Ze vinden het regime democratischer dan bij hun vorige meester" (strook 139).
- Na zijn opdracht te hebben verbrod, raadt Lucifer Geeraard aan om zich aan te sluiten bij de communistische partij. Daar kan hij misschien nog carrière maken (strook 170).
- Het moordcomplot tegen Nero wordt beraamd en uitgevoerd door Geeraard de Duivel (of beter Kamiel Huysmans) en Edgar Lalmand. "Het moet gedaan zijn met die Vlaamse overheersing!" klinkt het (strook 214).
- Jan Spier wordt tot hoofd van de lijfwacht benoemd en slaagt er perfect in zijn mannen te doen gehoorzamen. Wat aan Nero de volgende opmerking ontlokt: "Knap werk! Zo moesten ze het in België ook doen!" (strook 232). Maar de situatie loopt uit de hand. Van Zwam komt Nero waarschuwen: "Nero! Nero! 't Loopt scheef! Ze betogen voor uw paleis! Ze prediken opstand! De menigte wordt opgezweept door een onguur type. Hij beveelt hen te staken! U te verjagen! Het paleis te plunderen!" (strook 232). Waarop Nero reageert: "'t Is ne socialist zeker?!" (strook 232). Geeraard de Duivel voert de bende aan, maar de "hevigste lawaaimaker is toch die dikke daar!" (strook 233), de dikke die Paul-Henri Spaak voorstelt. Bovendien blijkt de menigte ook Frans te spreken: "Nero au poteau!", "Weg met de Pandit!", "Allons enfants de la patrie", "A bas la culotte!" Nero naar de maan" (strook 232). Wanneer Nero overweegt te vluchten, probeert Van Zwam hem te overhalen: "Allee Allee Nero! Gaat ge aan het schorremorrie, aan het gepeupel van de straat toegeven?" (strook 235).

- Wanneer Spaak en Geeraard ruzieën over ministerposten blijken de richtlijnen uit het buitenland te komen (strook 242). Paul-Henri Spaak coördineert de acties vanuit zijn "Hoofdkwartier der straatschuimers" (strook 253). Hij probeert de Vlamingen te vergiftigen door biertonnen te verspreiden met vitriool in. Wanneer onze vrienden Indië verlaten, mijmert Van Zwam: "Vaarwel Indië. Schoon maar triestig land waar verdeeldheid onder de bevolking heerst!" (strook 263).
- In het Indische gedeelte van het verhaal probeert Sleen de Belgische gebeurtenissen aan te kaarten aan de hand van Indië. Indië werd in 1947 onafhankelijk. De voormalige Britse kolonie werd dan verdeeld in twee delen: Indië en Pakistan. Lord Mountbatten werd gouverneur-generaal en Jawaharlai Nerhu (Pandit Nerhu) minister-president van Indië. Op 26 januari 1950 werd uiteindelijk de republiek uitgeroepen, met Nerhu als staatshoofd. Maar veel verder dan de woordspeling Pandit Nerhu/Pandit Nero gaat het hier niet, de identificatie leunt uiteraard veel dichter bij onze betwiste vorst Leopold III.
- Met het thema van de koningskwestie is Sleen zeker niet alleen. Sébastien Baudart vermeldt in Stripverhalen in de Belgische Dagbladpers (1945–1950). Inventaris en Politiek-Maatschappelijke Analyse dat zowel Willy Vandersteen, Bob De Moor, Raf Van Dijck, Luc Droek, Buth en Rik het onderwerp aan bod laten komen. In vrijwel alle verhalen wordt een positieve houding tegenover Leopold aangenomen. Niet toevallig worden al deze verhalen gepubliceerd in de Vlaamse katholieke pers. In de Belgische verhalen in de socialistische en liberale pers is van heel het gebeuren geen spoor te bekennen. In De Nieuwe Gids wordt bovendien het Kuifje-verhaal De Scepter van Ottokar van onder het stof gehaald. Een verhaal over een bedreigde koning die uiteindelijk van een troonsafstand gered wordt komt in zulke tijden altijd van pas.

IN DE MARGE
• In strook 40 maakt Madam Pheip aan het ziekenbed van Nero haar eerste opwachting in de reeks. Pheip is gebaseerd op een vrouw uit Sleens kindertijd die hem angst aanjoeg. "Madame Pheip heeft echt bestaan, een vrouw met de broek aan, ze werkte in Sint-Niklaas in een wasserij, ze stond daar altijd te stomen en te paffen om mannen uit te dagen. Ik was bang voor haar" (Sleen in Stripschrift 51-52).
• De scène vanaf strook 73, waarin Pheip en Nero matrozen opsnorren, is ontleend aan het kortfilmpje The Live Ghost (1934) van het komische duo Laurel & Hardy.
De Hoed van Geeraard de Duivel kan in feite beschouwd worden als het eerste deel van een vierdelige cyclus waarin Nero en zijn hoed centraal staan. In het eerste verhaal zien we de hoed veranderen van een gewone goochelaarshoed, gegeerd door Nero op zoek naar een chapeau buus als statussymbool, tot de magische duivelshoed met de Tweede Ik, die net zoals de geest in de fles of de olielamp wensen in vervulling brengt, om tenslotte een hoed met daarin een hand te worden. In zijn laatste vorm is de hoed in plaats van een gebruiksvoorwerp een heus personage geworden met een eigen karakter — vergelijkbaar met de hand Thing in The Addams Family. Voortaan is de hoed Nero's trouwste gezelschap, de redder in nood die Nero beschermt of het nodige tevoorschijnt tovert, in de verhalen Moea-Papoea, De Zwarte Voeten en De Bronnen van Sing Song Li. In dit laatste verhaal kent de hoed een dramatisch einde. De hoed is op zee blijven dobberen als baken om Nero's fortuin terug te vinden, maar is doorweekt van het zilte nat, naar de bodem gezonken en heeft zijn laatste reis naar de hoedenhemel aangevat. Het thema van een levende hoed kwam reeds eventjes aan bod in het eerdere De Blauwe Toekan, wanneer Nero's bolhoed die plots lijkt te leven wegspringt, tot blijkt dat een reuzensprinkhaan onder de hoed stak. Vermeldenswaard is de vergelijking tussen de hoed van Geeraard de Duivel en de berenmuts van de IJzeren Kolonel die — zeker in de latere How-trilogie — eveneens een hoofddeksel blijkt met magische eigenschappen waar Geeraard de Duivel op aast. In latere verhalen zal Geeraard nog meermaals opduiken om zijn hoed op te eisen.

• Detective Van Zwam doet zijn beklag over zijn rol in dit Nero-verhaal: "Dat ze boven het verhaal zetten: De Avonturen van Van Zwam. En wat heb ik al mogen doen?! In een kasteel zitten. De schone slaapster, bah! Een tweederangsrolleke hebben ze me toebedeeld! Maar 't zal veranderen. Zal 't veranderen. Dat stuk tekenaar weet zeker niet dat ik goed sta met de directeur." Even later blijkt dat Van Zwam onbekend is op de krantenredactie. We zien Van Zwam in gesprek met hoofdredacteur Jan De Spot. "Hewel merci! Ge ziet wat er van komt als ge op het achterplan geraakt! Ze kennen u niet eens meer. Ge zoudt er een Koreaanse beroerte van krijgen." Na dit verhaal wordt de krantenstrip omgedoopt in De Avonturen van Nero en zijn Hoed en later De Avonturen van Nero. Ook het album van De hoed van Geeraard de Duivel wordt uitgegeven onder de titel De Avonturen van Nero.
• Bij de eerste druk van De Hoed van Geeraard de Duivel zien we midden op de witte backcover van het album Geeraards duivelkopje. Ook op de achterkant van de kaft van de Nero-strips uit 1960, waarop een parade is afgebeeld met voorop butler Jean die een bordje in de hand houdt met "Kent u ze allemaal", bemerken we eveneens Geeraard de Duivel. Op de bijgewerkte kaft van de heruitgegeven reeks De Klassieke Avonturen van Nero tenslotte heeft de beruchte duivel opnieuw een plaatsje veroverd.
• Nero verlaat India met het stoomschip de S.S. Brambilla. Deze naam verwijst naar de Franse wielrenner die enkele weken eerder nog elfde werd in de Tour de France 1950 en door Sleen geportretteerd werd in zijn dagelijkse getekende reportage van de Tour.
De Hoed van Geeraard de Duivel is het album dat Nino leest op de fake cover Nino 369: De Verdwenen Nino. De illustratie van Sleens jarenlange assistent Dirk Stallaert en Hec Leemans verschijnt in het huldeboek Marc Sleen, in 1993 uitgegeven door de Bronzen Adhemar Stichting.

• Dat De Hoed van Geeraard de Duivel uiteindelijk tot beste album in de Nero-reeks werd verkozen, mag niet verrassen. In 2005 was het het best geklasseerde Nero-album in de BelgenTop. Deze top werd begin 2005 georganiseerd naar aanleiding van de 175ste verjaardag van België om de beste Belgische strips aller tijden te weten te komen. Het album haalde in deze top de 25ste plaats. In oktober 2005 strandde Marc Sleen op plaats 48 in de grootscheepse verkiezing De Grootste Belg, waarbij stemmen werden geronseld op internet, radio, tv en via tijdschriften. De hoogst genoteerde striptekenaar in deze verkiezing is Hergé op plaats 24. Willy Vandersteen (plaats 29) volgt verder in de lijst. Niettemin valt het premier Guy Verhofstadt in de live-uitzending op dat er "in geen enkel ander land zoveel striptekenaars zouden genoemd worden". De Waalse versie, die uitgezonden werd in december 2005, doet beter met negen stripauteurs bij de laatste honderd Belgen.

Sluit dit venster