D A T A S H E E T
Tekenaar:
David B.
(Pierre-François Beauchard)
Scenarist:
David B.
(Pierre-François Beauchard)
Uitgever:
Dupuis
Collectie:
Vrije Vlucht
Eerste druk: 2001
Oorspronkelijke titel:
La Lecture des Ruïnes
Uitvoering:
HC, kleur
Quoi? In 1917 reist Nederlander Jan Van Meer, folklorist van opleiding en lid van de geheime dienst van de geallieerden, door Europa. Hij is op zoek naar ingenieur Hellequin, de uitvinder van de plantaardige prikkeldraad en het dromenkanon. Hij is ook de man die het alfabet der ruïnes heeft ontcijferd. Hellequin blijkt een gek geworden geleerde, een fantast die absurde uitvindingen bedenkt.
Et alors? Oorlog is waanzin. Oorlog is absurd. David B. maakt het ons allebei duidelijk in Het Alfabet der Ruïnes. De uitvindingen van Hellequin mogen dan wel uitblinken in creativiteit, toch is er eentje gebaseerd op authentieke plannen. Dat de mens op het gebied van oorlogsvoeren inderdaad inventief uit de hoek komt, is te misprijzen. Dat de gevolgen daarvan al zo lang als de mensheid duurt, resulteert in artistieke prestaties geuit in onder meer beeldhouwwerken, literatuur, schilderijen, mozaïeken, poëzie, films en strips is net zo min een te ontkennen feit. Van zij die stierven in de loopgraven, sneuvelden door bommen en granaten of tenonder gingen aan aangst en waanzin zullen we nooit een kunstje te zien krijgen.
Aantal genomineerde albums van David B.: 3/440
Faits divers (David B.):
• David B. werd geboren op 9 februari 1959 in het Franse Nîmes.
• De B. in David B. staat voor Beauchard. En nu we toch bezig zijn: Beauchards voornaam is niet David, maar wel Pierre-François.
• Als kind van een tekenleraar was er ten huize B. nooit gebrek aan tekenmateriaal en papier. Het talent kwam van zijn vader. Al heel zijn leven lang, tot op de dag van vandaag, schildert papa B.
• Zijn behoefte om strips te tekenen, kwam er zoals bij de meeste kinderen door strips te lezen. In het begin waren dat de stripbladen Pif, Kuifje en Pilote, later ook Métal Hurlant. Maar eigenlijk las hij alles wat in zijn bereik kwam, de geïllustreerde verhalen in het tijdschrift waarop zijn zuster was geabonneerd incluis. Zijn broer en zus werden ook door de striptekenmicrobe gebeten, maar het was vooral David die geboekstaafd stond als de grootste tekenaar van de familie.
• Hij volgde een opleiding als reclametekenaar alvorens te zwichten voor het beeldverhaal.
• Na het afstuderen op de school van toegepaste kunsten in het Parijse Duperré begon hij als illustrator voor een groot aantal tijdschriften. In 1986 publiceerde hij Le Timbre Maudit bij Bayard, zijn Franstalige albumdebuut.

Labo is een striptijdschrift waar David B. in heeft gepubliceerd. Ook strips van Trondheim, Stanislas, Jean-Christophe Menu en Pierre Lamy stonden erin. De uitgave werd verzorgd door Futuropolis. Al na één nummer was het ermee gedaan. David was van het lot tekenaars de enige die al een 'professionele' publicatie-ervaring achter de rug had door zijn werk in de jeugdpers bij onder andere Bayard.
• David B. is een van de oprichters van L'Association, de Franse uitgeverij gespecialiseerd in auteursverhalen die voor een nouvelle vague zorgden in het striplandschap. De andere oprichters zijn Jean-Christophe Menu, Matt Konture, Stanislas, Lewis Trondheim, Mokeït en Killoffer. In 2005 kwam het tot een breuk tussen David B. en L'Association. Ook Trondheim, Sfar, Stanislas en anderen zijn er na onmin vertrokken.
• L'Association werd opgericht uit frustratie omdat de auteurs albums wilden uitbrengen die de traditionele uitgevers nooit zouden willen uitbrengen. Een eerste voorzichtige oplage van hun eerste albums bedroeg duizend exemplaren. Ze vonden onmiddellijk aansluiting bij een publiek. Er bestond een echte vraag. Begin jaren negentig stond het gelijkaardige Futuropolis op het punt om te verdwijnen. In het genre was L'Association plots de enige uitgever met een professionele structuur.
• L'Association-collega Joann Sfar is een absolute fan van Corto Maltese en Asterix. Zijn respect is op het religieuze af. Minder fanatiek is zijn eerbied voor het striktere Blake en Mortimer. De volwassenheid van de personages en verhalen scheppen een bepaalde afstand. Net daarom sprong hij in het duister om een eigen scenario te schrijven van een Blake en Mortimer-avontuur. Het angstaspect en de terreurdreiging uit de jaren vijftig wilde hij capteren en omzetten naar een thriller. Een paar pagina's ervan werden als test getekend door Emile Bravo. Dit project viel niet zomaar uit de lucht. In de periode wanneer Dargaud de serie wilde herlanceren dankzij nieuwe auteurs, stelde de toenmalige verantwoordelijke bij Dargaud, Didier Christmann, aan Sfar en David B. voor om een echt Blake en Mortimer-auteursproject op te zetten. Het moest een tegenhanger worden voor de klassieke verhalen. De heren togen aan het werk en zochten de controverse op. Ze wilden provoceren. De ideeën sijpelden achteraf door in David B.'s Het Alfabet der Ruïnes en Urani dat ze nadien samen maakten. De uitgeverij koos voor een andere koers. Tegelijk stierf het enthousiasme om een eigen Blake en Mortimer te maken. Op een dag, terwijl hij in Thailand zat, mailde Sfar erover met Bravo, een echte fan van Blake en Mortimer. Sfar vroeg of hij niet een paar platen wilde tekenen voor de fun. Bravo stemde toe. Het bleef bij twee platen, waarvan één ingekleurde. Volgens Sfar tekende Hergé duizend keer beter dan Jacobs. Hij voegde eraan toe dat Bravo de personages net zo levendig tekende als Hergé. Hun verhaal speelde zich af net na de Tweede Wereldoorlog. Blake moet een nazigeleerde vergezellen en met hem samenwerken. Hoewel hem dat tegenstaat, verzaakt hij niet aan zijn plicht ten dienste van het Britse rijk. Mortimer is dan weer duidelijker en explicieter in zijn weerzin voor de nazi's. Maar Sfar zou Sfar niet zijn als hij verschillende denkpistes niet tegenover elkaar zou kunnen zetten. De Amerikanen hadden nooit de ruimte kunnen veroveren zonder ontzette nazigeleerden in hun gelederen. Ook de oprichting van de staat Israël in 1948 zou een onderwerp zijn dat aan bod kwam. Anyway, toen Ted Benoit aangaf dat hij wilde stoppen met Blake en Mortimer klopte Dargaud aan bij Bravo met de vraag de serie over te nemen, maar wel op scenario van Jean Van Hamme. Als hij een Blake en Mortimer zou maken, dan zou het op scenario zijn met Sfar, anders niet.

Comix 2000 was een tweeduizend pagina’s tellende uitgave van L'Association dat speciaal voor de millenniumwende tekstloze strips bundelde van 234 auteurs uit negenentwintig landen. Er raakten dertienduizend exemplaren van verkocht.
• David B. is de ontdekker van de Iraanse tekenares Marjane Satrapi, die met Persepolis vandaag zo’n 1,3 miljoen albums wereldwijd heeft verkocht. De tekenfilmversie kwam uit in 2007. Hij leerde haar kennen via de vriendin van Christophe Blain. Op dat moment liep ze gedeprimeerd rond omdat ze haar illustraties voor kinderen niet aan de straatstenen kwijt raakte. Ze kreeg de ene na de andere weigering van een uitgeverij te verwerken. David moedigde haar aan om haar verhalen over Iran te verwerken in stripverhalen. Hij stelde het vervolgens voor aan uitgever Jean-Christophe Menu, die met enige reserves het startschot gaf. Omdat ze eigenlijk niets van strips afwist, toetste ze zich aan de strips van David B. (waarin ze zich het best kon terugvinden) om aan het werk te tooien. Hij hielp haar voor het eerste album door eerst haar teksten te decouperen in losse plaatjes en samen haar potloodtekeningen te inkten.
• De strips van Satrapi deden de kassa van L'Association springen. Voordien boerden ze nochtans ook niet slecht.

Faits divers (Het Alfabet der Ruïnes):
• Zijn Nederlandstalige debuut was het Vrije Vlucht-album Kapitein Scharlaken dat hij schreef voor Emmanuel Guibert. Zijn eerste soloalbum in het Nederlands was Het Alfabet der Ruïnes.
• Bij het aankondigen van Het Alfabet der Ruines omschreef hij de onderneming als een riskant project omdat zijn tekeningen nogal op die van Jacques Tardi (de auteur van Loopgravenoorlog) zouden lijken. Daarom speelde het verhaal zich af àchter de loopgraven waar je de gewonden vindt, de aan- en afvoer van materieel en mensen, maar ook de achtergebleven burgers, de spionnen en ander stof tot verhaal. "Een verhaal over de loopgraven met mijn tekeningen zou betekenen dat ik waarschijnlijk op mijn bek ga, want dan zou ik me te veel op Tardi's terrein wagen", voegde hij eraan toe.
• Met tekenaar Stefano Ricci bereidde hij een ander geval voor over de Eerste Wereldoorlog. David zou hem een heel klassiek oorlogsverhaal leveren, maar het kwam er niet van.
• In Het Alfabet der Ruïnes kwam het personage kapitein Phillimore voor, David B.'s interpretatie van Francis Blake uit Blake en Mortimer, maar dan zonder linkeroog, linkerarm en linkerbeen.
• De loopgravenoorlog in Ieper in de strip! In een interview met BD Sélection op het stripfestival van Saint-Malo, Quai des Bulles, in 2001 zei David B. het volgende over Het Alfabet der Ruïnes: "Geen enkele van de figuren uit het boek heeft bestaan. Daarentegen heeft de derde slag bij Ieper waarover ik aan het eind van het boek vertel daarentegen wel echt plaats gevonden. Het was een offensief dat werd ingezet in volle zomer maar dat na één week volledig verzonk door de stortregens die op het slagveld neerkwamen. Ook alle uitvindingen van ingenieur Hellequin zijn eveneens afkomstig van mijn verbeeldingskracht. De theorie van de Duitse geleerde Robert, die stelt dat iemand die verhinderd wordt te dromen gek wordt, is echter wel authentiek."

• De beginscène in de wapenfabriek stelde eigenlijk al visueel duidelijk dat de Eerste Wereldoorlog de eerste oorlog was waarin een industrieel proces belangrijk werd. En tegelijk was het de laatste grote oorlog waarin nog man tegen man met de bajonet werd gevochten.
• Op pagina 15 merkt Jan Van Meer de vertaling van zijn boek The Folklore of War in een Engelse boekenwinkel op. De titel verwijst naar het boek The Art of War van de Chinees Sun Tzu uit de zesde eeuw voor Christus. Het is een van de belangrijkste boeken over het voeren van oorlog. Jan Van Meers boek staat er trouwens temidden boeken van zijn L'Association-collega's: Isaac the Pirate van Christophe Blain, Persepolis van Marjane Satrapi en Pr. Bell van Joann Sfar.
• De titel van het album verwijst naar de fascinatie van Hellequin: het ontcijferen van het alfabet der ruines. In de wijze waarop huizen worden gebombardeerd, in de houding van de lichamen van de slachtoffers, de manier waarop ze verminkt worden, de littekens, hoopt Hellequin een betekenis te vinden, de taal van de oorlog. Hij denkt dat er in gevallen bommen en granaten een boodschap verschuild zit, een ziel zelfs. Maar de uitvinder komt er toch achter dat de gevolgen van de bommen en granaten verschrikkelijk zijn.
• Een overzichtje van Hellequins uitvindingen, leest als een verzameling vondsten voor een fantasystrip. Zo is er een combinatie van metaal en plantaardig leven dat moet leiden tot prikkeldraad die groeit als kool en verder kruipt richting Duitsland om er alles te vernietigen. Of mannen gemaakt van aardappelen. Met wat bedrading en een paar batterijen breng je ze tot leven. Aan het front kunnen ze heel erg nuttig zijn, ideaal om munitie en zware lasten te dragen. Bij aanvallen kunnen ze de prikkeldraad van de vijand platdrukken onder hun gewicht. Bovendien vormen ze een onuitputtelijke voedselreserve en is het een zichzelf transporterende voorraad. Andere fantastische bedenksels van Hellequin zijn onder meer de grote worm, mijnkoppen, kanontroepen, giftige schaduwen en stiltebommen.