|
D
A T A S H E E T |
Oorspronkelijke
titel:
Astérix chez les Belges
Eerste druk FR: 1979
Eerste druk NL: 1979
Uitgever:
Dargaud/Oberon (NL)
Dargaud/Lombard (VL) |
|
|
Herdruk
Dargaud
(1983-1984) |
|
|
|
|
De uitspraak van Julius Caesar dat de Belgen de
dapperste aller Galliërs zouden zijn, zet kwaad bloed in het
dorp. Abraracourcix (Heroïx), Asterix en Obelix vertrekken dus naar Belgica
om te bewijzen dat niet de Belgen, maar zijzelf de dapperste Galliërs
zijn. Ze maken kennis met leider Vandendomme van de Nerviërs
en Vandenkettinge van de Menapiërs met wie ze afspreken een
wedstrijd Romein bestrijden te houden. Julius Caesar moet scheidsrechter
spelen. Deze wedstrijd doet zoveel stof opwaaien dat Caesar zelf
met een leger naar Belgica komt. Hij weigert onthutst de functie
van scheidsrechter en werpt zijn troepen in de strijd. Dit heeft
echter desastreuze gevolgen, zodat hij de wedstrijd tussen Belgen
en dorpelingen beslist met de mededeling dat beide groepen even
gek zijn.
Een opsomming van opmerkelijke namen:
• Serpentine (confetti): de moeder van Manneke (ons Manneken
Pis uiteraard)
• Vandenweeromstuite: de vader van Manneken Pis
• Vandendomme: stamhoofd van de Nerviërs. Met dank aan
de Hollandse vertaler die hun cliché over domme Belgen kwijt
kon in de vertaling.
• Vandenfaillevesix (FR = helaas overleed Goscinny
alvorens deze woordspeling te verklaren. Uderzo
heeft nooit begrepen waar het op sloeg. Misschien is het een Engelse
versie met Frans accent van 5 en 6 (five & six - vaif &
six)) = Vandenkettinge (NL) want de Nederlandse vertaler vond er
ook niets beters op. In dit album lopen er wel twee verschillende
Vandenkettinges rond.
• Juttemus: een legionair
• Hokuspokus: een legionair
• Wolfgangamadeus: een Romeinse legaat, een bevelhebber van
een Romeinse provincie wiens naam de voornamen zijn van de Oostenrijkse
componist Mozart.
• Onderonsjus: Romeins senator
• Zuurkoolmetjus: een officier
• Nicotineke: de vrouw van Vandendomme
Een overzichtje van (onvertaalde) knipoogjes, historische
verwijzingen, cameo's en trivia:
• Het is een feit dat Julius Caesar het volgende
heeft gezegd of in ieder geval heeft laten vastleggen in zijn Commentarii
de Bello Gallico, deel I pagina 1: "De Galliërs worden
van de Aquitaniërs gescheiden door de Garonne, en van de Belgen
door de Marne en de Seine. Van al deze volkeren zijn de Belgen het
dapperst, en wel doordat ze het verst verwijderd zijn van de Romeinse
provincie met haar verfijnde levenswijze" .
Deel II van het boek beschrijft de oorlog van de legioenen van Caesar
tegen de Belgen. Caesar komt tegenover een leger van bijna 300.000
man te staan. Vrijwel alle Belgische stammen en enkele Germaanse
stammen uit het gebied ten westen van de Rijn leveren hun manschappen
om de expansiedrift van Caesar tegen te gaan. Want hoewel Caesar
doet lijken alsof deze oorlog nodig is om de Romeinse belangen te
dienen, is het niets anders dan het willen onderwerpen van de Belgen
aan zijn gezag. Eén Belgische stam, die van de Remers, steunt
Caesar vanaf het begin. Daarentegen zijn het de Nerviërs waaraan
de legioenen een zware dobber hebben.
De Nerviërs en de stam van de Menapii (of Menapiërs) zien
we terug in Asterix en de Belgen. Goscinny
en Uderzo maken in het album een grap over onze
eeuwige taalstrijd. De Nerviërs zou je als zuidelijke stam
kunnen zien als Franstaligen en de Menapii, een stam dat vlak bij
de Bataven (een oud-Nederlandse stam) woonde, als de Vlaamstaligen.
• In werkelijkheid konden de Belgen niet op tegen Caesars
legioenen, maar daar merken we in dit album weinig van. De mythes
en legenden rond de oude Belg Ambiorix (één
van onze Grootste Belgen!) zijn onderhevig aan dichterlijke overdrijving.
• Dit is Goscinny's laatste verhaal. Hij overleed op 5 november
1977 tijdens een medische check-up aan een hartaanval op de hometrainer
bij de dokter voordat het album was afgewerkt. Het kostte Uderzo
de grootste moeite om het verhaal af te werken, het telde dan 37
getekende pagina's.
•
"... En we hebben een menhir met
vet... al op de tafel gezet... Tarara... Tiende complet"
is een variant op "Potje met vet".
•
Belgenmoppen zijn
niet alleen gangbaar in Nederlandse cafés en op kalenders,
maar ook de Fransen draaien er hun hand niet voor om in dit geval
hun noorderburen in grappen te verwerken.
•
Opnieuw een karikatuur van Pierre Tchernia,
een vriend en collega van Uderzo en Goscinny.
Zie ook Asterix
en het 1ste LEGIOEN.
•
Zie het citaat van
Julius Caesar in de Commentarii de Bello Gallico
hierboven.
•
"Als het zo doorgaat, komen de
mensen straks hun vakanties nog in Armorica doorbrengen: Armorica
met zijn gezonde lucht, zijn ongerepte natuur, zijn onbespoten voedsel..."
En zo geschiedde. Tegenwoordig is de zeekust van Bretagne één
van de meest bezochte gebieden in Frankrijk.
•
"Wij zijn een plek geworden waar de Romeinen naartoe komen
om 'n beetje bij te komen en dat noemt ie vleiend! Ha! Dat roept
om een nieuw Gergovia". Gergovia
was de plaats waar de grootste en machtigste strijd van de Galliërs
tegen Caesar plaatsvond in het jaar 52 voor Christus. Gergovia (het
huidige: Gergovië) was daarbij een moeilijk toegankelijke heuvel
van zo'n 800 meter hoog in het huidige Auvergne nabij Clermont-Ferrand.
•
Een typisch Gallische stamvergadering
met de stamleider, druïde, bard, dorpsoudste(n) en meest vooraanstaande
stamleden.
•
Abraracourcix (Heroïx) gaat er prat op dat hij een oudstrijder is van de
slag bij Gergovia waar Caesar een gevoelige nederlaag leed. Hij
nam daarop revanche in Alesia
waar hij de Galliërs definitief versloeg. De slag in Alesia
wordt in de reeks Asterix meermaals nadrukkelijk doodgezwegen.
Tot nu toe zijn geschiedschrijvers het er niet over eens waar Alesia
precies ligt.
•
"Hij lachte niet eens toen ik die herberg in Samarobriva kapot
stampte" verwijst naar het album Obelix & Co.
waarin we Vorunprix leren kennen, de handelaar in fluweel uit Samarobriva
(= Amiens, dat een bloeiende textielindustrie kende). Of de tekst
van de herberg die verwoest werd in Samarobiva ergens op zinspeelt
is niet bekend, maar kan gezien de context zeer goed mogelijk zijn.
•
"En toen ze ons tol wilden laten betalen om gebruik te mogen
maken van de grote weg...?" doen er ons aan herinneren dat
de snelwegen in Frankrijk geplaagd worden door onderbrekingen waar
je tol moet betalen.
•
De hoornblazer is historisch
verantwoord weergegeven.
•
"Vanden-"
komt voor in elke Belgische naam die Vandendomme opsomt. De Nederlandse
vertaler heeft misschien zitten lachen terwijl hij deze naam bedacht,
maar Belgen lachen het laatst. Niet alleen is dit album één
van de beste Asterix-albums, bovendien zullen de Gallische
helden NOOIT het land van de Bataven aandoen. Nèh, en nu
zij weer.
•
"Allee, saluut! Wij gaan vóór de koffie nog efkes
een Romeins kampement opkuisen." Tja, de Belgen houden van
hun koffiemomenten.
•
Ook deze wanordelijke aanval komt
overeen met beschrijvingen uit oude geschriften. Het staat in schril
contrast met de overgeorganiseerde, supergedisciplineerde aanvalsformaties
van de Romeinen waar we op plaat 39, prent 3 een voorbeeld van zien.
•
"Wat 'n gastvrij land!"
kirt een handenwrijvende Obelix. Vandaag lijken we deze reputatie
wat verloren te hebben.
•
Tegen de stam van de Nerviërs
leverden de Romeinen de zwaarste strijd. Zij woonden in het noorden
van Frankrijk en zuiden van België, een gebied dat zich uitstrekte
tot in de buurt van Parijs, tussen de Schelde en de Maas. Daarbij
controleerden ze de handelsweg van Keulen naar Amiens. In 57 voor
Christus probeerden de Nerviërs, met Boduognatus als leider,
Caesar tegen te houden aan de Selle (zie de Bello Gallico II,pagina
16-28). Ze slaagden er bijna in het legioen van Quintus Cicero te
vernietigen in 58 voor Christus (zie de Bello Gallico V, pagina
38-52).
De Menapiërs woonden
in de Schelde-, Maas- en Rijndelta (zie de Bello Gallico IV, agina
5). Ze brachten in 57 voor Christus slechts 9.000 strijders op de
been (tegenover 50.000 Nervische manschappen) omdat ze in een streek
woonden die erg onherbergzaam was (zie de Bello Gallico II, pagina
4-9). Als kustbewoners waren ze tevens goed in het bouwen van boten
(zie de Bello Gallico IV, pagina 4-7). Tevens konden ze zich goed
in veiligheid brengen voor de Romeinen dankzij de ondoordringbare
moerasbossen (zie de Bello Gallico IV, pagina 38).
•
Tiens, legionair Claudius Juttemus komt uit het 1e
legioen, 3e cohort, 1e centurie van 't 2e manipel,
hetzelfde legioen waar Asterix en Obelix ooit deel van uitmaakten
in Asterix en
het 1ste LEGIOEN.
•
Bij een Belgisch ontbijt hoort dus koffie.
Dan nog wat: volgens Caesar waren opengestrekte
armen of de handen uiteen een typische gewoonte
van de Belgen (zie de Bello Gallico deel II).
•
"Het is hier niet bepaald heuvelachtig",
zeg maar zo plat als een pannenkoek. Het doet denken aan Jacques
Brels (één van onze Grootste Belgen - bis!)
lied Le Plat Pays, het platte land, het vlakke land. "Och
joa, 't zijn weiden als wiegende zeeën, hè."
•
"'t Is dat we dezelfde taal niet
spreken, anders zou je denken dat we gewoon thuis waren..."
Uderzo heeft zowat heel zijn carrière te
danken aan België. Hij telt nog steeds heel wat Belgische striptekenaars
tot zijn vriendenkring. Aan België draagt hij een warm hart
toe.
•
Nicotineke is gebaseerd op Annie Cordy,
een Waalse zangeres en actrice.
•
"Het is met 't eten al precies hetzelfde als met hun taal:
ze lusten er elkaar rauw om!" is een verwijzing naar de taalstrijd.
•
Oké, tot nu toe waren de vaten mede, de gebraden everzwijnen,
de worsten en supertaarten, gigantische broden, manden vol gebraden
kippen en ander gevogelte en vlees nog maar het voorafje.
•
"Asterikske" en "Stommerikske". Obelix en Asterix
nemen Belgische verkleinvormen
graag over.
•
"Wij hebben uw fluitjesbier niet nodig. Onze mede is straf
genoeg." Vandendomme weigert een slok van de toverdrank. Mede
is overigens een alcoholische honingdrank.
•
Vandendomme vindt aan de hand van de uitdrukking "in de pattatten
vallen" (= flauw vallen) en een ketel kokende olie de friet
uit. Een anachronisme want de aardappel
zou pas na de ontdekking van Amerika in 1492 stilaan in Europa ingevoerd
worden.
•
"Non licet omnibus adire Corinthum"
betekent "Niet iedereen heeft de mogelijkheid om Corinthe te
naderen". Het is een uitspraak van Horaz (Brieven
1.17.36) en wil zoveel zeggen als "Niet iedereen lukt het om
het hoogste te bereiken". Corinthe was toen een dure stad.
Latijnse uitdrukkingen haalde Goscinny trouwens
klakkeloos uit de Petit Larousse. Professoren en
geschiedkundigen die hem op fouten wezen, verwees hij op hun beurt
naar deze encyclopedie.
•
"O nee! Het reglement verbiedt dat een spreker op die wijze
in de rede gevallen wordt..." is historisch waar. Het verloop
van vergaderingen in de senaat waren aan welbepaalde
regels onderworpen.
"Julius Caesar kost Rome handenvol geld met die veldtochten"
is ook al waar. In de senaat had Caesar zo zijn
tegenstanders. Hij zou er uiteindelijk aan tenonder gaan en vermoord
worden.
•
"De Belgen zijn geen barbaren. Van alle Gallische stammen zijn
zij de dappersten, maar ook hen zullen we overwinnen. Overwinnen
zoals we de rest van Gallia overwonnen hebben, waar men inmiddels
onze wetten zonder verdere tegenstand aanvaard heeft." Eigenlijk
geeft Caesar historici van nu de pap in de mond
om de uitspraak over dappere Belgen te nuanceren.
Het zou goed kunnen dat hij het in zijn memoires liet optekenen
om zich te verantwoorden bij zijn tegenstanders in de senaat.
•
"Ik zal komen, ik zal zien en ik zal overwinnen" is een
toespeling op Caesars beroemde uitspraak "Veni
vidi vici" (= "Ik kwam, ik zag, ik overwon").
•
Opmerkelijke cameo van Jansen en Janssen
uit Kuifje van Hergé. Ook de lettering
en de tekstballon is overgenomen uit die andere Europese bestseller.
Let ook eens op de gouden nekketting, "torques" genaamd.
Ze hangen enkel rond de nek van krijgers en vooraanstaande Galliërs.
Abraracourcix (Heroïx) heeft er één en draagt ze in deel 7:
De Kampioen (De Strijd van de Stamhoofden). Panoramix
draagt er één onder zijn baard in hetzelfde album.
•
Het premature stadje, amper één hut, zal het latere
Brussel worden. Vandenweeromstuite
werkt in zijn groentetuintje. Vlaanderen was vooral in de late middeleeuwen
bekend voor zijn groenten.
•
Twee andere bewijzen dat we in het latere Brussel zijn: "spruitjes
van bij ons" worden in het buitenland Brusselse
spruitjes genoemd. En we worden erom gehaat. Serpentine
haalt een wit handwerkske uit een mandje dat niets minder is dan
Brussels kant.
•
Jup, 't is Manneken Pis
die hier naar de roep van de natuur moet luisteren. Sommigen herkennen
in dit blonde rakkertje een kleuterversie van Alex door Jacques
Martin. Deze tekenaar wordt vaker dan hem lief is beschouwd
als een Belg. Jacques Martin is wel degelijk een Fransman, geboren
in Straatsburg.
•
"Ave Caesar, morituri te salutant"
= "Gegroet Caesar, zij die gaan sterven, groeten u" is
eigenlijk een uitdrukking die gebruikt werden door gladiatoren vooraleer
ze aan de gevechten in de arena deelnamen.
•
"Alea jacta est"
= "De teerling is geworpen", de beslissende stap is gezet.
Een andere beroemde uitspraak van Caesar, hier uit de mond van een
generaal.
•
Eddy Merckx (één
van onze Grootste Belgen - tris!) in de rol van "snelle koerier".
het is je verboden verder te lezen als je niet wist dat Merckx de
beste wielrenner ter wereld was, ooit! Hij won onder andere vijf
keer de Tour de France en honderden andere wielerwedstrijden.
•
Waterzooi, een ander
bekend Belgisch gerecht na de eerder vermelde frieten en spruitjes.
Straks meer.
•
Opgepast, cultuurknipoog. Deze prent is een weerslag van het portret
Napoleons Terugtocht naar Parijs
van de schilder J.L. Ernest.
•
Vanaf deze prent wordt de slag bij
Waterloo
(1913) beschreven, compleet met inleidende artilleriebeschietingen
in prent 6. Hieronder staat het bij Franstaligen bekende gedicht
Waterloo! Waterloo! Morne Plaine van de schrijver Victor
Hugo met tussen haakjes telkens de versie in het Franse
Asterix-album. Voor de vertaling: neem er het album bij.
Waarom heb je er anders op gestemd?
"- D'un côté c'est l'Europe, et de l'autre
la France!
(Dún côté c'est Rome... et de l'autre l'exubérance)
- Choc sanglant! Des héros Dieu trompait l'espérance
(Choc sanglant! Des héros Toutatis trompait l'espérance)
- Le soir tombait; la lutte était ardente et noire. Il avait
l'offensive et presque la victoire; Il tenait Wellington acculé
sur un bois.
(Le soir tombait; la lutte était ardente et noire. César
avait l'offensive et presque la victoire; Il tenait les Belges acculés
sur un bois)
- Soudain, joyeux, il dit: Grouchy! - C'était Blücher!
(Soudain, joyeux, il dit... Volfgangamadéus! - C'était
Astérix!)
- L'espoir changea de camp, le combat changea d'âme.
(L'espoir changea de camp, le combat changea d'âme.)
- Et lanciers, grenadiers aux guêtres de coutil, dragons que
Rome eût pris pour des légionnaires, cuirassiers, canonniers
qui traînaient des tonnerres, portant le noir colback ou le
casque poli, tous, ceux de Friedland et ceux de Rivoli, comprenant
qu'ils allaient mourir dans cette fête, saluèrent leur
Dieu debout dans la tempête, leur bouche, d'un seul cri, dit:
"Vive l'Empereur!"
(Et Triarii, principes aux Caligae de cuir, hastati dont Rome faisait
des légionnaires, vélites, sagittarii qui traînaient
leur crinière, portant des clipeus et jambières de
métal, tous, ceux d'Alesia et ceux de pharsale... comprenant
qu'ils allaient drôlement déguster, leur bouche, d'un
seul cri, dit: "C'est pas un peu fini? Arretez!!!")
- La Déroute apparut au soldat qui s'émeut, Et, se
tordant les bras, cria: sauve qui peut! Sauve qui peut! Affront!
Horreur!
(La Déroute apparut au légionaire qui s'émeut,
Et, se tordant les bras, cria: sauve qui peut! Sauve qui peut!)"
•
De garde sterft en geeft zich niet over!" Gezegd door de aanvoerder
van de garde van het leger van Julius Caesar is
een citaat van de aanvoerder van de oude garde bij de slag van Waterloo.
Deze garde stierf inderdaad.
•
"Als jullie me willen doden, barbaren, laat 't jullie dan gezegd
zijn dat ik m'n huid duur zal verkopen!" is een citaat van
generaal Pierre Cambronne
(1770-1842) waarmee hij de Engelse oproep tot capitulatie wegwimpelde
tijdens de slag bij Waterloo.
•
Obelix heeft de plank met mosselen onder de arm die een restant
is van het eerder in het album gekelderde piratenschip van onze
vriend Roodbaard. Het lijkt Vandendomme geen slecht idee om dat
bij de gebakken pattaten te serveren. Mosselen
met frieten is een derde gerecht dat nergens beter
smaakt dan in België.
•
Prachtige versie van Boerenbruiloft
door de schilder Pieter Bruegel. Lees
er hier meer over. Toen het album in 1979 verscheen, luisterde
een medewerker van Stripschrift een gesprek af in een Nederlandse
stripwinkel. Een klant uitte er zijn bewondering voor tekenaar Pieter
Bruegel en vroeg zich af of hij voortaan de reeks Asterix
zal tekenen. De winkelier wist ook al van niets beter dan dat Bruegel
een hulpje van Uderzo was.
Een
bedroefd konijntje
loopt van de feestmaaltijd weg. Uderzo wilde hiermee
zijn eigen verdriet, en dat van allen die Goscinny gekend hebben,
vertolken. Hij koos het konijntje omdat Goscinny zijn vrouw Gilberte
dikwijls "lapin" (= konijn) noemde. |
|
|