DE GENERAAL GAAT INTEGRAAL 1
1971-1973


Peter de Smet • Uitgeverij Personalia
128 p. (HC)
Toonbeeld

De Generaal startte in 1971 en verdween samen met diens auteur in 2003. Er kwamen veertien albums uit, maar er is genoeg bonusmateriaal met vaak onbekende tekeningen van Peter de Smet om acht integrales van elk 128 pagina's te vullen. Voor het eerst verschijnen de verhalen ook chronologisch, te beginnen met eenentwintig kortverhalen van elk vier pagina's en de voorloper uit 1968 waarmee Peter de Smet bij het weekblad Kuifje aanklopte. De lijnfilms zijn allemaal gedigitaliseerd en elke pagina is opnieuw ingekleurd. Het eerste deel, met veertig dossierpagina's geïllustreerd met minder bekend en ongepubliceerd werk van Peter de Smet is al een feit. Jaarlijks zal Uitgeverij Personalia twee delen publiceren.

De Generaal is een in Nederland behoorlijk populaire stripreeks die in onder meer Pep, Eppo, Sjors en Sjimmie Stripblad en Titanic was te lezen. De reeks dreef op één running gag: een generaal probeert de macht te grijpen over een fort waar een maarschalk de plak zwaait. Alle pogingen zijn gedoemd te mislukken door pech, onkunde, tegenwerking, falende medewerkers en gewoon ook de eigen schuld van de generaal waardoor hij op het einde bijna altijd in de cel van het fort belandt. Het was een gouden formule om wekelijks of om de zoveel weken één verhaal van te serveren in voornoemde weekbladen en de lezers smulden ervan. In albumvorm wordt de repetitiviteit al snel vervelend. Ook al variëren de middelen per kortverhaal om het doel van de generaal te bereiken, is de grap snel uitgewerkt. In deze eerste integrale van acht geplande bundels krijg je dan nog een dubbele albumdosis geserveerd. Genieten kan, maar met mate! Dat er langzaamaan een wereldje bij komt van uiteenlopende, kleurrijke nevenfiguren (we noemen graag agent Dreutel en de vamp Truus die in deze integrale nog net haar intrede maakt in het laatste kortverhaal), komt de reeks weliswaar ten goede.

Mariella Sormani, een medewerkster van StripGlossy, een andere uitgave van Uitgeverij Personalia, stelde een heel interessant achtergronddossier samen dat zich in dit deel concentreert op Peter de Smets jeugd, zijn eerste illustraties, zijn prille carrière bij reclamebureaus en hoe De Generaal tot stand kwam. De tientallen pagina's zijn verrijkt met diverse voorbeelden uit de Smets œuvre. Die keuze is niet chronologisch bepaald zodat we ook de Smets latere grafische keuzes kunnen bewonderen. En die latere tekenstijl vinden we vooralsnog veel mooier dan de Generaal-periode 1971-1973 die hier gebundeld is. Alleen al het verschil in de hoofdjes, handen, tot zelfs de arceringen zullen je in latere integrales aangenaam opvallen. Dàt is de uiterlijke, kenschetsende Peter de Smet-toets waarvan wij houden. Maar alles kent natuurlijk zijn oorsprong en die slaan we liever niet over.

Of het een goede zet is om De Generaal als integrale reeks uit te geven, moet nog blijken, en al zeker met de oplage die we vernamen die groter is dan zowat alle integrale reeksen die momenteel worden uitgegeven. Op dat gebied zien we meer brood in Nederlandse avonturenreeksen als Agent 327, Storm, Franka, January Jones of pakweg ook nog Gilles de Geus en Johnny Goodbye die gewoon luider schreeuwen om integrale uitvoeringen met een overdonderende hoeveelheid extra's. Ook in het Frans zien we vaker reeksen met langere verhalen gebundeld worden dan reeksen die voornamelijk bestaan uit strookjesstrips, gags of kortverhalen. Los daarvan is de aanpak van Uitgeverij Personalia om van De Generaal een toonbeeld van een integrale te maken lovenswaardig. Het verdient navolging en bij deze ook onze aandacht.

> DAVID STEENHUYSE — mei 2018