Bibliografie van Willy Vandersteen
• 't Prinske
• Bessy
• Biggles
• De Familie Snoek
• De Geuzen
• De Grappen van Lambik
• De Lustige Zwervers
• De Rode Ridder
• De Vrolijke Bengels
• Het Plezante Circus
• Karl May
• Pats
• Piwo
• Robert en Bertrand
• Suske en Wiske
• Tijl Uilenspiegel
• Tits
• Willy Vandersteen - De Interviews - De Foto's
• Willy Vandersteen - De Interviews - De Foto's
UIT DE ARCHIEVEN VAN WILLY VANDERSTEEN 21-22-23
21. Simbat de Zeerover - 22. Lancelot - 23. Tori


Willy Vandersteen • Adhemar
56 p. (HC)
Complete voorstudie

Met deze laatste drie albums rondt uitgeverij en stripspeciaalzaak Adhemar een mooie, drieëntwintigdelige reeks af met alle gekende verhalen en gags van Willy Vandersteen vóór hij zijn productie professionaliseerde en een studio op poten zette. De delen 21 tot 23 bundelen zijn vroegste werk voor Bravo!, een roemrijk stripblad dat van 1936 tot 1951 liep en waarin onder meer Edgar P. Jacobs, Albert Uderzo, Jacques Martin en dus ook Willy Vandersteen hun prilste werk publiceerden. Deze drie albums bieden een staalkaartje uit de periode 1943-1946.

Vandersteen was goed in taal, minder in spelling, maar hij kon als geen ander jongleren met humor, spanning, mysterie en verrassing. In deze gebundelde verhalen en gags ligt al veel van zijn latere vernuft besloten, hoewel hij ook opvallend onder invloed stond van de Amerikaanse strips die in Bravo! en andere bladen verschenen. Op pagina 11 van Lancelot staat een aanval die hij uit Prins Valiant pikte en hergebruikte in Suske en Wiske en De Rode Ridder.

Grafisch gezien is het allemaal nogal povertjes, om niet te zeggen knullig en amateuristisch getekend. Niet iets dat vandaag een kans zou krijgen. Maar dat maakt niets uit. Het charmante ligt sowieso besloten in de grappen en de vlotheid van de vertelling. Het was voor de rest een periode van trial and error, van improvisatie en zich behelpen. Zo leerde hij in deze tijden met kleur werken dankzij de gevorderde druktechnieken die Bravo! hem bood. Ook al verschenen zijn pagina's vaak in sepia, zijn originelen waren allemaal ingekleurd met een rijk kleurenpalet. Door de afwezigheid van beschikbare originelen moeten we het stellen met reproducties uit Bravo! die niet onfeilbaar zijn, maar de strips geven niettemin een goed idee van het frisse in Vandersteens aanpak. Zijn veelzijdigheid vertaalt zich ook in de keuze voor zijn hoofdrolspelertjes: een zeerover, een ridder en een holbewoner.

Het album Simbat de Zeerover is aangevuld met ongepubliceerde platen voor Le Petit Monde met twee héél erg mooie compilatieplaten en een gag die de lay-outer van dienst lompweg heeft uitgerokken. Het album Lancelot bevat een artikel over Bravo! dat in een oud nummer van Brabant Strip Magazine verscheen. De redactie ligt voor deze drie afsluitende albums hoofdzakelijk in handen van Jean Smits die het droog bij de feiten houdt. Toch een verschil met de vaak nodeloos arrogante aanpak van Danny De Laet in vorige delen. In het album Tori staan 47 voorheen onbekende afleveringen van het oorspronkelijk Franstalige Herculin, ook een holbewoner die een paar jaartjes eerder dan Tori in het Frans verscheen. Op de laatste pagina's staan verscheidene gags en pagina's gepubliceerd die in vorige delen waren vergeten of die daarna pas opgemerkt werden. In zijn totaliteit is Uit de Archieven van Willy Vandersteen dus een zo goed als complete voorstudie op Vandersteens latere glorieperiode geworden. Een dankjewel voor Adhemar is hier wel gepast.

> DAVID STEENHUYSE — september 2016