1953. De stripwereld staat op zijn kop. In het tijdschrift Kuifje verschijnt wekelijks één strippagina over een superboef met gele brilglazen die na elke stunt een geel merkteken achterlaat. De onkreukbare helden kapitein Blake en professor Mortimer hebben hun handen vol om het mysterie dat het mistige London in de ban houdt op te lossen. Ouderen spreken er schande van! Een klein prentje van een ballerina die iets te veel been laat zien, een orgie aan geweld,... dit kon niet! Maar de jeugd was er dol op. In Antwerpen werden zelfs muren bekliederd met de gele letter Mu, naar verluidt de eerste graffiti van de stad. Het Gele Teken was trending!
2016. Zestig jaar later wordt deze gelimiteerde, speciale, luxe-editie van Het Gele Teken uitgevochten in de stripspeciaalzaken. Het album bevat de oorspronkelijke pagina's zoals ze voor het eerst in Kuifje verschenen, inclusief wekelijkse aankondigingstroken, ouderwets ingekleurd én met de uitpuilende tekstballonnen vol geweldige pathos. Verzamelaars trekken hun witte handschoentjes aan en schuiven het dure album — na het slechts één keer voorzichtig te doorbladeren — in een plastic hoesje. Ze hebben gelijk. Ook meer dan een halve eeuw na datum is Het Gele Teken een van de iconen van de negende kunst. Hoeveel top-100-verkiezingen van het beste stripalbum er de voorbije decennia ook geweest zijn, dit album haalde steeds moeiteloos de top-5. Kortom, een echte klassieker pur sang. Gisteren, vandaag én wat ons betreft, ook morgen.
Maar wij hebben heiligschennis gepleegd en deze albumversie effectief gelezen. Het was wel even wennen. De ons vertrouwde vertaling uit de jaren 1970 werd overboord gegooid en de originele teksten kropen voor het eerst onder ons vel. Ze zijn stroever, maar ook voller en dreigender dan ooit. Dit is de koude oorlog op zijn best. En hoe meer de waanzin bezit neemt van Septimus, hoe sterker dit claustrofobisch album wordt. Man, dit blijft echt goed! En dan zijn er die tekeningen. Wat een klasse. Wat een opbouw. Haast elke strook eindigt met een cliffhanger. Iedere pagina smeekt erom omgedraaid te worden. Gelukkig hebben wij de kwelling om een week te moeten wachten op het vervolg niet meegemaakt. Bovendien is het aantal iconische stripbeelden (de treinramp, Guinea Pig op dokkraan, de hypnosespiegel van Septimus, de openingsscène in de Tower,...) niet te tellen. Dit blijft zo goed!
Zo magistraal dit album is, zo flinterdun is het bijgevoegde dossier. Er wordt wat ingegaan op Edgar P. Jacobs' ruzie met Hergé over wat nu de echte cover moest zijn. Uiteindelijk koos de uitgeverij hier voor de versie die noch Hergé noch Edgar P. Jacobs wou. Geen, één of twee geweren weet je wel. Voorts zijn er prachtige schetspagina's te bewonderen, maar vinden we nauwelijks een analyse waarom net dit album een klassieker is. Ook Jacobs' inspiratiebronnen, de films Mad Love (1935) en M van Fritz Lang (1931) worden niet uitgediept. Laat staan dat we mochten zoeken naar dat ene foutje dat de perfectionistische Jacobs heeft getekend. Of weet jij blindelings op welke pagina die Engelse politieauto met het stuur links staat?
Voor ons hoefde dit hapslikwegdossiertje niet. Voor hetzelfde geld hadden we liever een paperbackversie erbij gezien van de huidige versie van deze klassieker. Lekker de honderd verschillen zoeken. Het mocht gerust zo'n prul zijn dat zelfs de meest verstokte verzamelaar wil uitlenen aan zijn vrienden en kinderen. Hierdoor zou dit stripmonument ook in andere generaties kunnen verder leven. Want als er een strip het verdient, is het wel deze. Nogmaals, Het Gele Teken blijft ook zestig jaar na datum beregoed. Of hebben we dit al gezegd? |