Mauro's nieuwste speelveld is het Italiaanse eiland Sicilië. Hij geeft er instructies aan Gigi, een voormalig kampioen in spe, die nog te veel fouten maakt achter het stuur van een moderne Ferrari. Na een ongeluk, waar Mauro getuige van was, vraagt hij zich af waarom de plaatselijke politie geen verder onderzoek voert naar het ongeluk dat volgens Mauro, met de bewijzen in zijn handen, in scène is gezet. Voor hij het weet, belanden hij en zijn vrienden in de vuurlijn tussen twee rivaliserende maffiaclans, de Spottorno's en de Scratellini's, met op de koop toe een verbeten huurmoordenaar op zijn hielen.

Dit vijfde fiftiesavontuur dateert in het Frans al van 1992. Anno nu komt het behoorlijk ouderwets (of toch tijdloos?) over. De humor is belegen, de situaties zijn allerminst vernieuwend en blonken in de jaren 1990 al niet uit in originaliteit. Waarom we Mauro Caldi dan toch met enig plezier lezen, komt door de zwierigheid van de vertelling in zowel tekst als beeld. Michel Constant en Denis Lapière hebben geen andere pretenties dan gewoon een moment verpozing te bieden. Als bonus komen wagenliefhebbers aan hun trekken want de allermooiste racewagens uit de jaren 1950 flitsen in veelvoud voorbij.