TIBET De Genezing van Mhusha de Slagersdochter
Mark Hendriks • Scratch Books 400 p. (SC)
|
|
Kritische noten |
|
In 2008 interviewden we Mark Hendriks en eega Maaike Hartjes nog voor Stripgids. We hadden de indruk dat we de auteur al goed kenden door de autobiografische tekeningen in Maaikes Dagboek, maar een live ontmoeting is natuurlijk nog altijd een ander paar mouwen. Ook toen al stak Hendriks zijn fascinatie voor het Verre Oosten niet onder stoelen of banken. Hij had al een aantal boeken over de Japanse Tomoyo op zijn palmares en we waren onder de indruk van zijn speciale techniek toen hij een dédicace in ons exemplaar van Koningin Min en Andere Koreaanse Verhalen penseelde.
Tijdens de Stripdagen van 2011 vertrouwde Maaike ons echter toe dat haar Mark het striptekenen opgegeven had. Het uitblijven van de grote doorbraak en het gemis aan erkenning speelden hier zeker een rol. We herinneren ons nog het dubbele gevoel van toen: Hendriks is iemand die — wars van alle trends — koppig zijn eigen ding doet, geen toegevingen wil doen aan het grote publiek en het ons bijgevolg niet altijd even gemakkelijk maakt. Maar hij is ook een verhalenverteller pur sang die we in kleine porties uitermate genietbaar vonden. We hadden toen al wel een donkerbruin vermoeden dat ook zijn bloed wel zou kruipen waar het niet gaan kan en onze voorspelling is voor een keer uitgekomen. Met de lottocijfers hebben we jammer genoeg minder geluk.
Deze keer situeert Hendriks zijn vertelling in Tibet in een niet zo verre toekomst. Het land heeft het Chinese juk kunnen afwerpen, maar dit resulteert in een machtsstrijd tussen verschillende politieke en religieuze groeperingen. Ook hier kiest de auteur trouwens weer voor die typisch Oosterse manier van verhalen vertellen: veel symboliek, via tig omwegen nog altijd je doel niet bereiken en een occasionele demon die het pad van hoofdrolspeelster Mhusha kruist. Die is op weg naar een legendarische genezer omdat haar lichaam vol rode vlekken staat. Volgens het volksgeloof is de oorzaak te zoeken bij een of andere lokale duivel.
De gemiddelde lezer uit de Lage Landen zal regelmatig naar adem happen bij de atypische plotwendingen in het verhaal. Persoonlijk slaagden we er niet in om het boek in een keer uit te lezen omdat je echt wel de tijd moet nemen om een aantal zaken te laten bezinken. Tegelijk hebben we de indruk dat het verhaal ondergeschikt is aan de boodschap die de auteur wil meegeven. Over het algemeen krijgen we in de media namelijk steeds een tamelijk romantisch beeld voorgeschoteld van Tibet: salonfähige, biddende boeddhisten, een immer lachende Dalai Lama en ontzettend aaibare verschrikkelijke sneeuwmannen in de eeuwige sneeuw van de Himalaya. Hendriks verlaat deze platgetreden paden, geeft een serieuze draai aan de typische Tibetaanse gebedsmolen en verhaspelt de dreinende mantra's tot zijn persoonlijke kritische ode aan dit prachtige land.
Waar Hendriks zijn geloof precies is kwijtgespeeld, is niet duidelijk, maar hij gaat in dit boek tekeer als een duivel in een wijwatervat. Hij zoekt voortdurend de controverse op, choqueert en toont ons een wanhopig land dat noodgedwongen laveert tussen eeuwenoude tradities en moderne (westerse?) verworvenheden. Het is waarschijnlijk geen toeval dat een van de in het boek aanwezige geestelijke leiders wel erg hard lijkt op een oude jeugdfoto van de huidige Dalai Lama. Door dat personage af te schilderen als een (machts)geile bok neemt hij indirect ook een standpunt in tegenover de iconische balling die door het politiek correcte Westen zo op handen gedragen wordt.
De auteur heeft zich terdege voorbereid, getuige de omvangrijke bibliografie aan het einde van dit boek en hij lijkt het aan zichzelf verplicht om met de voeten vooruit tot op het bot te gaan. Een titel als Buddha's not Smiling, Uncovering Corruption at the Heart of Tibetan Buddhism Today spreekt boekdelen...
En zo blijft de klassieke mantra Om mani padme hum (die voortdurend gereciteerd wordt als een running gag) nog een hele tijd door ons hoofd spoken en kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat elke medaille echt wel meerdere keerzijdes lijkt te hebben. |
|
> MARIO STABEL — april 2015 |