VLAAMSE REUZEN De Complete Stripgidsinterviews 1974-2001
Jan Smet/Toon Horsten • Uitgeverij Vrijdag 440 p. (SC)
|
|
Meneer |
|
Een verzameling van 21 interviews met stripgrootheden als Jef Nys, Willy Vandersteen en Merho, gespreid over vier decennia én ooit verschenen in de eerste reeks van het tijdschrift Stripgids: dat is — in een notendop — het opzet van deze Vlaamse Reuzen.
Het eerste wat we deden toen we dit lijvig boekwerk in handen kregen, was doorbladeren naar pagina 175 om nu eindelijk dat beruchte interview met Pom eens aan een grondige analyse te onderwerpen. En we snappen nog altijd dat de rechter meneer Jan Smet, the founding father van Stripgids, 100% in het gelijk stelde. Of hoe een gerespecteerd stripauteur zichzelf in de voet wist te schieten door van een mug een gigantische olifant te maken.
Eigenlijk hebben we het eerste era van Stripgids niet volledig bewust meegemaakt wegens te jong en voor mensen zoals ons is zo'n anthologie met kleppers uit de gloriejaren van de Vlaamse strip een leuke opfrissing/kennismaking. Zowel meneer Smet als Toon Horsten, die later het Stripgids-roer overnam en onder andere de auteur-interviewt-auteur-methode introduceerde (en ook nu nog hoofdredacteur is van de tweede reeks van Stripgids), geven hun huidige kijk op de oude interviews en dat zorgt voor een intrinsieke meerwaarde.
Fascinerend is de constatering hoe meneer Smet — die geen enkele journalistieke opleiding heeft genoten — er steeds weer in slaagde de tekenaars zo op hun gemak te stellen dat ze het achterste van hun tong lieten zien. Van Marc Sleen bijvoorbeeld krijgen we een filosofische kant te zien die je niet zo snel met hem zou associëren.
Een boek zoals dit kan je lezen uit nostalgische overwegingen, maar de unieke inkijk die het biedt in de topjaren van de Vlaamse strip blijft ook jaren na datum boeiend en representatief leesvoer, zelfs voor mensen die weinig affiniteit hebben met het medium. En voor de twijfelaars: er staan enkele teasers op stripgids.org!
Uit de inleiding van het boek blijkt nog maar eens hoeveel meneer Smet betekend heeft voor de Vlaamse strip. Hij zette niet alleen een magazine op poten, maar stampte ook met eigen centen een stripprijs uit de grond en bouwde een ongezien striparchief uit. In de jaren 1970 en 1980 — toen strips vooral een pejoratieve bijklank hadden — was dit alles niet zo evident. Enkele jaren geleden heeft hij een groot deel van zijn verzameling naslagwerken overgedragen aan het Vlaams Documentatiecentrum voor de Strip, maar we weten uit goede bron dat de gaten in zijn boekenkast ondertussen alweer grotendeels opgevuld zijn. Ook in le Stripgids nouveau verschijnen nog regelmatig bijdragen van zijn hand. Bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan.
Wij mogen gerust Jan zeggen tegen meneer Smet, want egotripperij is aan hem niet besteed. Voor ons zal Jan Smet echter altijd meneer blijven, een heel grote meneer... |
|
> MARIO STABEL — september 2014 |