Elk verhaal van deze voortreffelijke versie van de bekende gamereeks Assassin's Creed verweeft een hedendaagse belevenis met een avontuur in het verleden. In beide gevallen domineert de strijd tussen de Tempeliers en de Assassijnen de voortgang van het verhaal. In het heden heeft de Indiase computerprogrammeur Jot Soora het niet onder de markt als de eenvoudige verloofde van de populaire filmster Monima Das. Hun relatie verbrokkelt, Jot is de speelbal van zijn eigen gevoelens voor Monima en zijn nieuw verworven interesse voor het leven van een van zijn voorouders, een ordinaire dief in het India van 1839... een dief van de befaamde Koh-i-Noor, een diamant waar verschillende legenden en vloeken aan worden toegedicht waarmee ook in het werkelijke heden rekening wordt gehouden. De diamant van 109 karaat is zo onschatbaar dat er geen prijs op valt te kleven. Het is momenteel in het bezit van het Britse koningshuis. Het is een van de kroonjuwelen en wordt tentoongesteld in de Tower of London, iets dat je ook kan lezen op de extra achtergrondpagina's.

Die extra reële dimensie maakt elk stripverhaal van Assassin's Creed des te waardevoller. Het is geen flutverhaaltje dat aan jou wordt gepresenteerd. Actie primeert, dat is juist, de 112 pagina's lezen dan ook als kende je alle tricks en tips om gezwind een gamelevel te doorlopen, maar de frisse ontdekking van elk obstakel of hulpmiddel blijft behouden. Het einde is geen ontgoochelend game over, maar een bravo voor je overgave aan het verhaal. Cameron Stewart en Karl Kerschl bedienen mee de knoppen met een zwierig ogende tekenstijl die het midden houdt tussen het spontane van Tim Sale (Batman: The Long Halloween, Catwoman: Rome Zien en Sterven) en de inkting van Dan Green (Wonder Woman). We blijven dit zeer, zeer goed vinden.