Bibliografie van Gerrit de Jager
• Bert J. Prulleman (deel 1)
• Bokkies voor Bokkies
• Broodje Crisis
• De Familie Doorzon
• De Ironische Man
• De Prutswerk Schetsen
• Eva en Adam
• Han & Hanneke (deel 3)
• In Grote Lijnen
• Liefde en Geluk
• Love Is in the Air
• Mik
• Postbode
• Roel en zijn Beestenboel
• S.O.S. Zeezicht
• Sneek
• Strips in Stereo
• Toon Ladder
• Zoek!!
• Zusje
DOOR ZONDER FAMILIE 


Gerrit de Jager • Oog & Blik | De Bezige Bij
256 p. (SC)
Laatste oprispingen

Toen onze medewerkers Wouter Porteman en Peter D'Herdt in 2007 Gerrit de Jager gingen interviewen, merkte die zelf op dat sommige van zijn ronduit eerlijke antwoorden onze interviewers leek te schokken. Waar veel andere auteurs een blad voor de mond nemen om het werk van hun collega's officieel te becommentariëren, grijpt hij dat blad om er zijn pertinente mening op te kribbelen. Op eenzelfde basis schreef en tekende hij zijn Prutswerk-jaren van zich af.

Onder het pseudoniem Prutswerk publiceerde Gerrit de Jager met zijn jeugdvriend Wim Stevenhagen strips en reeksen als Roel en zijn Beestenboel, De Ironische Man en vooral De Familie Doorzon waarmee het duo begin jaren 1980 furore maakte. Het disfunctionele gezin, met een op de buurvrouw kickende John, zijn vrouw die het aanlegt met een agoog die het ook met hun sexy dochter én homoseksuele zoon doet en de jongste van de hoop die in de maffia zit en de buurvrouw met kind schopt, sloeg aan in Nederland. De albumverkoop stak Suske en Wiske naar de kroon. Hier zat geld in! De Jager en zijn uitgever waren niet te beroerd om het succes te gelde te maken. Alleen Stevenhagen verzette zich tegen allerhande nevenprojecten. De Jager verweet hem dat het alleen maar een excuus was om niets uit te moeten voeren, maar wel te cashen. Nu goed, in dezelfde periode scheidde de zelf in een doorzonwoning wonende Gerrit van zijn eerste vrouw, was het puzzelen om werk en privé te combineren (of op elkaar te laten aansluiten), ontdekte hij de voordelen van cocaïne, kwam hij erachter dat zijn uitgever hem keihard belazerde en sprong de samenwerking met Stevenhagen definitief af.

Openhartig en zonder schroom vertelt de Jager over deze boeiende en ook wel belangrijke periode. Hij zet de deur wagenwijd open en geeft je een inkijk op het leven van een geplaagd auteur. Soms moet je wel even meegaan in zijn veronderstelling dat je op de hoogte bent van bijkomende zaken als de nevenactiviteiten van zijn uitgever, wie zijn collega's op de tekenstudio van de uitgeverij zijn, enzovoort. Het voordeel is dat die bijkomende zaken bijkomend blijven. De basis blijft de afbrokkeling van een toch al moeizaam geworden samenwerking en de gevolgen daarvan op professioneel - en privévlak.

Tegelijk verscheen een uitgebreide selectie van de eerste vier albums van De Familie Doorzon, de Prutswerk-albums. In zwart-wit, zo moet het tegenwoordig maar. Bij herlezing valt effectief op dat De Familie Doorzon een basis heeft gelegd voor het in het voorwoord treffend genoemde "dirty realism". Ook vandaag nog zijn sommige grappen met rode oortjes te lezen. De gags zijn amper gedateerd en sprankelen nog even veel van de plaagstootjes die Prutswerk de Nederlandse maatschappij en gezinsleven toediende. De situaties gaan uitwassen als Flodder en de golf realityprogramma's, die dikwijls hun oorsprong vinden in Nederland, ruimschoots voorbij.

Geen idee of deze bundel de voorbode is voor een werkelijk integrale reeks. Het idee is af te raden. In latere albums werd John Doorzon steeds zeurderiger en rechtser. De grappen begonnen een thematisch album lang op elkaar te lijken. De gewoonte nam het over van de inspiratie. De tekenstijl evolueerde naar een gemakzuchtig ogende geometrische verzameling vlakken en lijnen met een volslagen afwezigheid van decors. Door uitgeverswissels ging De Familie Doorzon als stripreeks sowieso verloren. Tegenwoordig verschijnen nog maar zelden albums of cartoonbundels van de Jagers' hand. Door Zonder Familie en de De Familie Doorzon-selectie zijn misschien de laatste oprispingen om een en ander duidelijk te maken. Lees en herlees waarom precies.

> DAVID STEENHUYSE — oktober 2013