Bibliografie van Aleksa Gajic
• De Gesel Gods
Bibliografie van Valérie Mangin
• Alex Senator
• De Gesel Gods
• De Laatste Trojaan
• De Roofdierenclub
• Drie Christussen
• Experience Death
• KGB
• Klein Mirakel
• Levenslijnen
• Luxley
• Spiegelingen
DRAKKO 1
De Dertiende Horde


Aleksa Gajic + Valérie Mangin • Daedalus
48 p. (HC)
Straffe zaken

De Gesel Gods betekende de eerste samenwerking tussen de Française Valérie Mangin en Serviër Aleksa Gajic. Dark Dragon Books bundelde in 2011 nog de complete reeks in de Graphic Novel Collection. Bij Daedalus komt nu hun nieuwste samenwerking in vertaling: Drakko, met de slagzin "Zij die leven met het Drakenvuur, zullen vergaan door het Drakenvuur."

Net als in De Gesel Gods en Mangins andere gelijkaardige reeks De Laatste Trojaan speelt het verhaal zich in de ruimte af. Zarkelh, de opperste Kraken van de Dertiende Horde, verovert met zijn zesduizend draken, bereden door zesduizend Saurische krijgers, met succes de planeet Orchis. De Sauriërs bestendigen hierdoor nog meer de superioriteit van hun rijk. Maar een profetie voorspelt dat de Kraken zich tegen de keizer zal keren. Er moet snel gehandeld worden om het lot te doen keren. De jonge krijger Drakko is ondertussen op weg naar huis om zijn avonturen aan zijn jongere broers te vertellen, zijn verloofde te huwen en zijn ouders trots te maken. Uit handen van heerser Zarkelh krijgt hij tijdens een ceremonie het ei van zijn eigen toekomstige draak. En dan verneemt Drakko de plannen van de keizer om
Zarkelh uit te schakelen. Voor hij het goed en wel beseft staat Drakko in de arena voor een rituele inhuldiging van nieuwe Sauriërs. En dan breekt de hel los.

Sciencefiction en draken, die combinatie hadden we precies nog niet gezien. Mangin presteert het om weer een paar straffe zaken te bedenken. Het Darth Vader-achtige personage Zarkelh is er zo een, een spannend opgebouwde scène met twaalf reuzezandlopers en de ontketening van een meedogenloze afslachting een ander. Gajic mag haar dankbaar zijn dat hij daardoor weer kan imponeren met zijn ambachtelijke, duistere schilderwerk.

> DAVID STEENHUYSE — februari 2013