Een streber, een loser en een bullebak. Drie totaal verschillende persoonlijkheden verenigd in één familie. Christine, door haar vader een starre burgertrut genoemd, is inderdaad een starre burgertrut. Mick, door zijn vader een mislukking genoemd, is inderdaad een klaploper die de mislukkingen opstapelt. En vader Charles is een eersteklasbullebak die er niet voor terugdeinst zijn eigen kinderen in het openbaar een starre burgertrut en een mislukking te noemen. De enige persoon die hen verbond, de moeder, is helaas al meer dan vijfentwintig jaar geleden overleden in een auto-ongeluk. Charles kwam kreupel uit het wrak, en trok zich terug in zijn cynische cocon. Hij weigert sindsdien te lachen, gelukkig te zijn en gewoon te leven. Gelukkig was er nog oma die zich het lot van de kinderen aantrok. Tot op vandaag. Oma is gestorven. Charles besluit met het geld van de erfenis een lang vastgeroeste knop om te draaien en zijn leven te herleven. Hij wil alle plaatsen die betekenisvol waren in zijn huwelijk, opnieuw bezoeken. Maar daarvoor heeft hij fysieke hulp nodig. Iemand moet hem verzorgen, ondersteunen en zijn krukken dragen. Die hulpvaardige hand moet en zal zijn zoon Mick zijn. In ruil voor een fikse betaling aanvaardt Mick de klus. En zo vertrekken ze, vader en zoon, als kat en hond, op wereldreis.
Neen, wat iedereen denkt, gebeurt niet. Scenarist Olivier Jouvray trapt geen open deur in. Vader en zoon knuffelen elkaar na enkele pagina's niet dood en vergeten niet zomaar hun onbestaande relatie die al een kwarteeuw standhoudt. Neen, de Fransman die ons Lincoln schonk, laat de tijd de tijd. Een generatieconflict gebaseerd op idealen laat zich niet direct kisten. En daar kunnen geen duizend mooie, tijdloze landschappen en stadsgezichten tegenop. En hoe graag we het als lezer ook zouden willen, een held word je niet zomaar. Ook wij moeten door de herkenbare, oncomfortabele gesprekken heen bijten. Gelukkig is er nog Frederik Salsedo die ons begeleidt in dit louteringsalbum. In het begin vergaloppeert de Fransman zich wat door te veel zijn karikaturale stijl, die we kennen uit het onwijs gave Ratafia, te kopiëren. Maar na een tiental bladzijden heeft hij gelukkig een stijl gevonden die beter aansluit bij het knappe scenario en wordt ook deze Blloan weer een pareltje in je stripcollectie.
Helden Worden We Toch Nooit. Zelden dekte een titel zo de lading. Zelden hebben we ons zo geërgerd aan de helden. Zelden hebben we zo genoten van hun gesprekken. Zelden hebben we zo’n beklijvende strip gelezen. |