Bibliografie van Jaime Calderón
• Bloedkoninginnen: Isabelle - De Wolvin van Frankrijk
Bibliografie van Fabrice David
• Carthago - De Nieuwe Stad
• Servitude
Bibliografie van Grégory Lassablière
• Carthago - De Nieuwe Stad
DE WEGEN VAN DE HEER 3
1307 - Het Proces


Jaime Calderón + Fabrice David/Grégory Lassablière • Daedalus
48 p. (HC)
Jaloezie

In deze bulkbespreking met vier albums van Daedalus duiken we in elk van de reeksen in de geschiedenis. Dat kan je bezwaarlijk een rode draad noemen. Jaloezie en afgunst daarentegen wel. Die aan elkaar verwante sentimenten kan je zien als hoofdoorzaak nummer 1 voor het voeren van oorlogen en het verbreken van relaties. En daar gaat het in elk van deze series om.

We beginnen in het jaar 219 voor Christus. Het Romeinse rijk en haar bondgenoten strekt zich uit over driekwart van het tegenwoordige Italië met het eiland Corsica erbovenop. Carthago en zijn bondgenoten daarentegen bestrijken een groot deel van Spanje en een aanzienlijk gebied van de Noord-Afrikaanse kusten waar de Numidiërs wonen en de stad Carthago is gevestigd. Carthago is een politieke en economische grootmacht en dat zint de Romeinen niet. Ze willen hun rivaal klein krijgen. Tijdens de Tweede Punische Oorlog was vooral het Iberische schiereiland een twistpunt. Rome sloot voor veel goud een verbond met de Iberische stad Saguntum. Hoe en waarom de stad werd vernield door toedoen van veldheer Hannibal lees je in het tweede album dat inmiddels wordt getekend door de Braziliaanse tekenares Ana Koehler. Zij levert voortreffelijk werk, ook al beheerst vooral het verhaal waarin een als slavin geïnfiltreerde prinses Hannibal poogt te doden. Van de weeromstuit krijgt hij het serieus voor haar te pakken. Maar een aanranding behoort nu niet tot het af te lopen lijstje verleidingstechnieken. In het vervolg van de reeks mogen we ons verwachten aan grootse overwinningen en alle soorten glorie voor de veldheer die het de Romeinen knap lastig maakte en hen dwong tot een verandering van strategie.

De middeleeuwen staan bol van de godsdienstoorlogen. Als er al niet werd gestreden tegen muzelmannen om het bewind in de stad Jeruzalem dan roeiden de christelijke machten hun eigen volk wel uit door overal heksen en ketters te zien. De orde van de tempeliers moest er ook aan geloven. De orde vergaarde onmetelijke rijkdom en macht en stichtte commanderijen over heel Franklrijk, in Portugal, Engeland, in het huidige Italië en het graafschap Vlaanderen. Wie geld heeft, kan het ook uitlenen en daar verwerf je macht mee. It's the economie, stupid! De tempeliers werden de machtigste bankiers van Europa. In Filips de Schone, de koning van Frankrijk, vonden ze een geduchte vijand. Zelf zat hij met een lege schatkist en zijn rol als zwaarste schuldenaar van de tempeliersorde wilde hij ombuigen. Het opdoeken van de orde was zijn oplossing, maar daar moest een grootscheepse razzia, talloze arrestaties en ondervragingen via folteringen aan voorafgaan om de geheimen en de schatten van de orde te kunnen bemachtigen. In de stripreeks worden per album sprongen gemaakt in de tijd om de opkomst en de ondergang van de tempeliersorde te vertellen. Deel 1 speelde zich nog af in 1066 wanneer de slag van Hastings plaatsvond. Deel 2 was een goeie vijftig jaar later gesitueerd. Met deel 3 zijn we aanbeland in 1307. Behalve de grote meneren die de loop van de geschiedenis bepaalden volgen we in dit album ook het pad van twee bloedmooie circusmeisjes die een jonge gewonde tempelier helpen. Hij kreeg een perkament mee dat uit handen van de vijanden van de orde moet blijven. Het perkament behelst een ontzaglijk geheim. Ook dit album is weer knap in beeld gebracht met een zeer aantrekkelijke tekenstijl en een inkleuring die daar niet voor onderdoet. Het scenaristenduo Fabrice David en Grégory Lassabliére (zie ook Carthago - De Nieuwe Stad) weet de historische werkelijkheid te koppelen aan een spannend achtervolgingsverhaal waarin de intrige meer van tel is dan het opdreunen van een geschiedenislesje.

Ik Ben een Kathaar is aan een einde gekomen. Dat geldt ook voor de tocht van de aan geheugenverlies lijdende Guilhem naar zijn geboortedorp, zijn stikjaloerse broer Arnaut en zijn geliefde Nita. Wat hij ook weet, is dat hij een Kathaar is met veemde helende krachten. De religieuze groepering van de Katharen beschouwden zich als de ware christelijke kerk waarin Jezus Christus de centrale plaats innam. Het Oude Testament wezen ze af want dat godsbeeld kwam niet overeen met wat zij geloven. Genoeg koren op de molen dus om die andere christelijke kerk te doen steigeren. Zij beschouwden de Katharen als ketters die van de aardbol moesten verdwijnen. Nu Guilhem terug is in zijn geboortedorp verneemt hij dat zijn broer de nieuwe landheer is geworden. Hij houdt er een bizarre verzameling op na waar Nita deel van uitmaakt. Guilhem is een beetje een droogstoppel, maar de avonturen die Makyo voor hem in petto heeft, zouden van niemand een lachebekje maken. Tussen deel 1 en dit slotalbum viel onze aandacht langzaam weg. De vraag of het nog ooit goed zou komen, drong zich op. Met deel 4 antwoorden Makyo en de progressief geëvolueerde tekenaar Alessandro Galore daar positief op. Af en toe gaat het een religieus-filosofische toer op die ons niet interesseert, maar dat beperkt zich tot enkele dialogen, onder meer tussen Guilhem en een zieltogende schavuit met een houten staak dwars door zijn lichaam. Best een waanzinnige scène. Haal dat eruit en je houdt de stevige kapstok over waar een Jacques Martin of een Gilles Chaillet ook mee uit de voeten hadden gekund.

Herinneringen aan de Grande Armée brengt ons dichter bij ons tijdperk, maar niet dichter bij huis. Op de begrafenis van de Belgische luitenant Godart komen veteranen uit het Franse leger onder Napoleon Bonaparte die nog met Godart hebben gestreden zijn zoon Charles begroeten. Ze hebben allen lovende woorden voor hun broeder. Charles is niet opgezet met het nalatenschap van zijn vader: een uitgebreide boekencollectie en zijn notities. Godart keek zelden om naar zijn gezin en leek het slagveld en het soldatenleven te verkiezen. Dat bevorderde de vader-zoonrelatie niet. Charles' vrouw begint de notities te lezen. Die brengen ons in dit laatste deel naar het jaar 1812 wanneer de Fransen het opnemen tegen de Russen omdat de ene keizer de andere wilde verslaan. Een strenge, dodelijke winter en de strijdvaardige Kozakken maken er een onmogelijke strijd van. Na lange tijd krijgen de Fransen op hun donder. En die pandoering zal lang nazinderen. Godart wordt gevangen genomen door een voorname en hoffelijke Russische officier die Godart meer als gast en als broeder bejegent dan als gevangene. Hij is een interessant personage dat de ene keer een adellijke achtergrond verraadt en de andere keer zijn "nikkerslaaf" beschimpt, psychopatisch uit de hoek komt en ervan overtuigd is dat hij over enkele maanden met zijn mannen in Parijs de vrouwen komt neuken en de huizen leegroven. Hj heeft ook een verzameling afgehakte vingers met de ring er nog aan. Godart gelooft in een persoonlijk duel om met de psychopaat af te rekenen. Die gaat eropin en maakt er een wrede mensenjacht van. Ook aan deze serie is een geslaagd einde gekomen. Dit is sowieso een must voor wie geïnteresseerd is in de wederwaardigheden van soldaten in het leger van Napoleon die met zijn verschillende veroveringscampagnes zijn grondgebied uitbreidde.

> DAVID STEENHUYSE — mei 2012