Uit het vorige album leerden we dat Jay Sherman zijn fortuin won door de verkoop van aspirines in de periode van de crash van Wall Street in 1929. Hij ging in zee met een Duitser die het voornemen heeft synthetische brandstof te ontwikkelen. Daar hebben de nazi's buitengewoon veel interesse voor. In het vierde deel blijkt in welke mate Sherman verstrengeld is met de Duitsers. Van Shermans dochter Jeannie wordt verwacht dat ze in een gearrangeerd huwelijk stapt. Zij legt het liever aan met een Arische zanger wiens 'ontaarde' geheim Jeannie kent. Noch Jeannies voorbestemde echtgenoot noch de Duitsers zijn met die affaire opgezet. Ondertussen beseft de oude Jay dat de moordenaar van zijn zoon, die het nu op Shermans fortuin en dochter heeft gemunt, hem wel heel goed moet kennen...

Terwijl de sluier over het mysterie achter de motivaties voor Shermans afstraffing langzaam wordt opgelicht, krijgen we een portie twintigste-eeuwse wereldgeschiedenis geserveerd. Een beurscrisis, een nakende wereldoorlog, politieke afrekeningen, de maffia,... Al die facetten klitten zich vast aan Shermans persoonlijke ondergang waarbij hij niet rechstreeks wordt aangepakt, maar wel via datgene wat hem het meest pijn kan doen: zijn nageslacht.

Voor Stephen Desberg is dit een geslaagde herkansing nadat het min of meer aan Sherman verwante Tosca roemloos uitdoofde. Met Griffo heeft hij de laatste jaren een verbond gesloten dat beide auteurs ten goede komt. We vragen ons af of er al een nieuwe samenwerking op til is.