CORTO MALTESE 1 De Jeugd
Hugo Pratt • Casterman 96 p. (HC)
|
|
Corto bijna zonder Corto |
|
Eind jaren 1970 begin jaren 1980 kende de strip een enorme opleving. Voornamelijk via het stripblad A Suivre / Wordt Wervolgd publiceerde uitgeverij Casterman een nieuwe stroming strips die afweek van de standaardverhalen. Geen vast aantal pagina's, geen taboe op zwart-wituitgaven, grafisch experimenteel. Dit leverde grote namen op als Jacques Tardi, Didier Comès, Daniel Torres, Jean-Claude Servais, François Schuiten, enzovoort, enzovoort. En natuurlijk Hugo Pratt. Los van zijn tekenstijl — waar in bepaalde periodes best op af te dingen valt — weet hij als geen ander te VERTELLEN. Daarmee heeft hij vele andere stripmakers geïnspireerd. Zijn karakters hebben meestal iets onderkoelds, en hebben soms een zeer bedenkelijke moraal. Ook is er altijd wel een magisch component aanwezig; vrijmetselaars, zigeuners, voodoo, oude geschriften, noem maar op!
Casterman is gelukkig bezig zijn succesreeksen van het verleden weer opnieuw uit te geven. Voor Corto Maltese betekent het dat er voor het eerst uniforme, gekleurde en gekartonneerde reeks beschikbaar komt. De uitgave is voorzien met prachtige, sfeerbepalende reisverslagen en foto's die verband houden met het verhaal. Van de veertien geplande en in het Frans al volledig verschenen delen zijn er nu zeven in het Nederlands vertaald. Laten we hopen dat de resterende delen gauw zullen volgen.
Het eerste deel in deze reeks is De Jeugd. Maar feitelijk is dit een van de laatste verhalen die Pratt maakte. Het grijpt terug naar de periode 1904-1905 ten tijde van de oorlog tussen Rusland en Japan in het Chinese Mantsjoerije. Tijdens deze oorlog ontmoeten de jonge Corto Maltese en Raspoetin elkaar en speelt ook de journalist Jack London een rol. Corto zelf speelt amper een rol in dit verhaal. Tekenend voor Pratt zijn de cynische benadering van het oorlogsconflict. Raspoetin is hier al de gewetenloze moordenaar, maar weet zich toch te binden aan Corto. Een 'vriendschap' die in veel verhalen een grote rol zal spelen. Hoewel Pratt bij uitstek een zwart-wittekenaar is, kunnen we de gedempte inkleuring ook goed waarderen. In dit album tekent hij gelukkig nog vrij gedetailleerd, want zijn latere tekenstijl vinden we wat te schetsmatig, zie bijvoorbeeld het laatste album Mû. |
|
> ERIK HUBRECHSEN — oktober 2011 |