Je kan veel van striplezers zeggen, maar één ding moet je ons zeker nageven: we hebben geduld. Engelengeduld soms. Want geef toe: tien jaar wachten is toch geen peulenschil. Desondanks zuchtten we na het dichtklappen van Akanah, het vervolg op Jaïna, bijna: "Het was het wachten waard". Waarbij onze tweede eigenschap kwam bovendrijven: knettergek!

Alsof we het eerste deel pas gisteren in onze boekenkast opborgen, zo neemt dit langverwachte vervolg, nu getekend door Philippe Briones, een aanvang. Daar lopen Bryn en Akanah — op pad gestuurd door de in het eerste deel gesneuvelde Jaïna — naar het centrum van de Orde van de Drakenridders. Helaas wordt Bryn al vlug ingehaald door de nietsontziende Veill-plaag die de getroffenen opzadelt met monsterlijke misvormingen en een op bloed en doodslag belust karakter. Akanah schopt het tot Drakenridder, een eer die alleen een vrouw te beurt kan vallen. Bovendien moet ze maagd zijn en blijven, iets wat — lees zeker opnieuw Jaïna — niet zo evident is. Deze keer bedreigt de Veill het dorpje Pieranne ten noorden van de bergen. Maar de kunde van de Orde gaat snel rond en wekt veel jaloezie op. Zeker bij mannen die denken dat een amulet hen genoeg bescherming biedt tegen de draak. En zo trekken Akanah, haar helpster Eleanor en de dappere Jan ten strijde.

De tandem Varanda-Ange (die dus eigenlijk met drie zijn want achter Ange verschuilt zich een koppel), goed voor Bloodline, Sirene en Verloren Paradijs, heeft ons nog niet teleurgesteld. Ook deze reeks heeft veel potentieel met steeds wisselende tekenaars per nieuw deel. Prima tekeningen met een doordacht en uitgebalanceerd verhaal zorgen voor een halfuurtje pure ontspanning. We willen nog kwijt dat de erfenis van Talent goed wordt opgevolgd, veel beter dan we in het begin durfden hopen. Uitgeverijen als Daedalus en Silvester in een glansrol hebben het fonds goed doorlezen en de lekkerste stukjes er uitgepikt. Maar er blijven er nog genoeg over. We denken onwillekeurig aan Het Narrenschip, Vortex en Cuervos. Heren uitgevers: voor ons moet u het zeker niet laten.