CLAIRE 20 Strikverhalen
Robert van der Kroft + Jan van Die/Evert Geradts • Uitgeverij Divo 48 p. (SC)
|
|
Een theater van papier |
|
Sla het er maar op na: elke keer een nieuwe hoofdredacteur aan het roer komt van een tijdschrift is de eerste kop die rolt die van de cartoonist(en) of de striptekenaar(s). Er is een slagveld van aan de kant gezette tekenaars. Het overkwam ook Claire. Voor de Nederlandse editie vond de nieuwe hoofdredactrice een strip in het blad niet nodig en zo ging Claire voor de bijl ondanks het protest van haar lezeressen. Gelukkig is de Vlaamse redactie stripminnender ingesteld. Zij zijn niet jaloers op de immense populariteit (naar verluidt is Claire overwegend het eerste wat een Flair-lezeres leest) van hun rosse vriendin van papier. Ondertussen gaat ze al meer dan duizend gags en twintig albums mee.
Wie net zoals onszelf de reeks uit het oog was verloren door de lamentabele distributie van de albums tot voor vorig jaar en daarna de draad opnieuw oppikte, heeft gemerkt dat het niet meer boterde tussen Claire en haar zwarte vriendje Ricky. In Strikverhalen doet hij zelfs aanvankelijk niet mee. Claire houdt er een andere vriend aan over, een fotograaf die Claire al eens als model gebruikt. Halfweg het album duikt Ricky toch weer op waarna een bitse strijd volgt tussen de twee liefdesrivalen. En Claire? Zij kan niet kiezen. De twee kemphaantjes moeten zich dan maar bewijzen en dat zorgt dus voor extra situatiehumor.
Wie Claire ooit vergeleek met het theater weten we niet meer. Hij had alleszins groot gelijk. Zelfs de afwezigheid van close-ups, halftotalen en duizelingwekkende perspectieven versterkt deze impressie. In steeds een gelijk aantal plaatjes, op hier en daar een uitzondering na, passeren uiteenlopende tafereeltjes uit het dagelijkse en amoureuze leven van drie vriendinnen die samenhokken de revue. Climaxen worden heel vaak naar de hand gezet van de auteurs waardoor de pointes soms geforceerd of al te toevallig overkomen. De zorgvuldig uitgestippelde weg naar zo'n pointe is een hele constructie met een begin, een midden en een einde waarbij het laatste patsboem!-plaatje af en toe bezwijkt onder de eigen ambities. Vooral met de gesimplificeerde kuddementaliteit van de geportretteerde mannen hebben we moeite. Van hen wordt affectie verlangd of zelfs geëist en zwijg ons alsjeblieft over de nieuwe man die niet meer dan een uitvinding is van redactrices. Niet dat het ons een lezersbrief zal doen schrijven naar Flair, maar we moeten al eens opkomen voor onze rechten, toch? |
|
> DAVID STEENHUYSE — februari 2009 |