NAUSICAä VAN DE VALLEI VAN DE WIND 2


Hayao Miyazaki • Glénat
136 p. (SC)
Boulgeon

Wij waren verkocht na het zien van Spirited Away. Deze Japanse Alice in Wonderland-anime gaf blijk van zo'n ongebreidelde mix van fantasie en aparte romantiek, dat we al vlug op zoek gingen naar andere films van Miyazaki. Na het bekijken van Kiki's Delivery Service, Princess Mononoke en Howl's Moving Castle wisten we het zeker: Miyazaki hééft het! We waren dan ook razend benieuwd toen Glénat de vertaling van Nausicaä, een van de twee (de andere heet De Reis van Shuna) manga's van de Japanse auteur en tekenfilmmaker, aankondigde. Om maar te zeggen dat onze verwachtingen érg hoog gespannen waren.

Nausicaä speelt zich af duizend jaar na de definitieve Apocalyps, de zeven dagen van vuur, van het mensdom. Geknakt onder hun eigen vervuiling is 99% van de hele mensenbeschaving ten onder gegaan. De Vallei van de Wind, het dunbevolkte plaatsje waar prinses Nausicaä woont, wordt vooralsnog gespaard door een sterke zeewind die de fukaï, een giftig woud, belet om verder op te rukken. Hier en daar leven verspreid nog wel wat groepjes mensen, maar als je denkt dat ze geleerd hebben uit de fouten van het verleden, dan heb je het mis. Er dreigt immers oorlog. Koning Vu mobiliseert zijn legers om verder op te rukken. De stad Pejite moet er als eerste aan geloven. Een laatste groepje strandt in de Vallei van de Wind en zo wordt ook deze bij de oorlog betrokken. Op een manier die wel eens erg belangrijk zou kunnen zijn want een van de gestrande overlevenden is Rastel. Met haar laatste adem vertrouwt ze Nausicaä een bol toe en vraagt om deze aan haar broer Asbel af te geven. Al gauw blijkt de bol het aandrijfmechanisme van een godssoldaat te zijn, een onverslaanbare krijger die een beslissende rol in de zeven dagen van vuur speelde. Zo'n godssoldaat lijkt trouwens erg veel op Darth Vader. De epische toon is hiermee meteen gezet.

Wat de precieze rol van Nausicaä in dit alles zal zijn blijft nog vaag, maar feit is dat ze bijzondere gaven heeft om dieren en planten te begrijpen. De manier hoe ze met de reuzenduizendpoten Omu's omgaat deed ons glimlachend begrijpen waar Léo (Aldebaran, Betelgeuze) zijn mosterd vandaan haalt. Nausicaä staat al jaren te boek als een mangaklassieker. Na twee van de zeven delen kunnen we daar alleen bij bevestigend bij knikken: het is een uniek verhaal dat je onderdompelt in een vreemde wereld waar je meteen alles van wilt weten. Miyazaki ontpopt zich dan ook als de Bourgeon-met-spleetogen, getuige de binnenkaft met een uitgebreide wapenuitrustingbeschrijving van een windfluisteraar en het binnenwerk met uigebreide details van de verschillende steden en volkeren. Ook zijn suggestieve tekenstijl, waarbij een heleboel verhaal wordt verteld zonder woorden, draagt daar zijn steentje toe bij. Kortom, veel zaken waar wij een blijvend zwak voor hebben.

De vertaling liet even op zich wachten, maar begin dit jaar was het eindelijk zover. Nog geen drie maand later staat deel twee al in onze verzameling te pronken. Nog maar eens een bewijs dat het Glénat menens is met manga. Ons hoor je niet klagen!

> TOM DE LENTDECKER — april 2008