Ja, dat zag je zo op blote voeten afkomen dat we aan Western van het superduo Rosinski/Van Hamme (Thorgal, De Chninkel) een bespreking zouden wijden. Maar dan moest-ie wel goed zijn! En, alle voorspelbaarheid overboord gegooid, kon het ook anders?

In het midden van de negentiende eeuw in Wyoming ontvoeren Lakota-Sioux-indianen de vierjarige kleuter Eddie van Deer. De rest van het gezin wordt niet gespaard. Rijke oom Ambrosius looft een beloning van duizend dollar in zilver uit voor degene die het kind weet op te sporen. Tien jaar later probeert de flamboyante Jess Chisum daar munt uit te slaan. Hij hijst zijn kleine broertje Nate in een indianenoutfit en lokt Ambrosius naar een blokhut. De jonge Cathy, dochter van Ambrosius, volgt haar vader en Jess naar de hut. Ze is er getuige van hoe een huurmoordenaar eerst Jess vermoordt en hoe Nate vervolgens de huurmoordenaar kapot schiet en een kogel door het lijf van Ambrosius jaagt. Zelf verwond met een kogel in de linkerarm vlucht Nate de deur uit, en spaart het meisje Cathy. Tenauwernood ontsnapt hij aan gangreen door zijn arm af te laten hakken. Als eenarmige zwerver belandt hij in een dorp waar hij een job vindt als bewaker bij een bank. De sheriff speelt echter onder één hoedje met enkele gangsters om de bank te laten overvallen. De jonge Cathy is nu ouder geworden en bestiert het dagelijkse bestuur van de reuzegrote ranch daar niet ver vandaan. Nate Chisum zal leren dat niemand zijn noodlot ontsnapt.