In dezelfde Collectie Buitengewesten verschenen eerder al twee delen van Het Meisje en de Wind van auteur Jung. Met zijn nieuwe worp, Kwaïdan, dompelt hij zich onder in het twaalfde-eeuwse Japan... Wat een verdomd, maar dan ook VERDOMD goeie strip oplevert. Een aanrader van formaat!

Een jonge prinses wordt door haar jaloerse zus verminkt in haar gelaat en wil zich verdrinken in een meer. Haar geliefde komt te laat. Uit pure miserie steekt hij zijn ogen met een pijl uit om dood te kunnen bloeden. Dat liefde zo sterk kon zijn dat het spook (een kwaïdan) van de prinses uit het meer tevoorschijn komt, willen we gerust aannemen. Ze blijft er twee eeuwen in rondspoken. Tot ze op een goeie dag weet te ontsnappen en op zoek gaat naar een nog ongeboren kind waarin zij herboren kan worden. Het kind wordt gevonden en komt ter wereld met een verminkt gelaat. Haar jeugd brengt ze door met een masker. Vanaf hier komt het een beetje overeen met Marlysa, maar dat duurt niet lang. Jaren later ontmoet het jonge meisje een blinde schilder die moeiteloos het gezicht van de prinses kan schilderen. En dan zijn er ook nog de kwaïdans uit het verleden...