Bibliografie van Andrea Mutti
• Campus Stellae - Op Weg naar Compostella
• Cel FinanciĆ«n
• De Schreeuwende Nevelen
• I.R.$. - All Watcher
• Re-Mind
• SAS
Bibliografie van Alex Crippa
• De Missionaris
GIULIANO NERO 2
Archangelsk


Andrea Mutti/Angelo Bussacchini + Alex Crippa • Casterman
48 p. (SC)
Psychisch meesterspel
Een privédetective staat buiten de wet. Illustere stripvoorbeelden zijn er genoeg: Inspecteur Canardo, Nestor Burma, John Blacksad en een resem anderen die we je liever zelf laten zoeken als antwoord voor een of andere kwisvraag. Voor Giuliano Nero is de geklasseerde zaak met de seriemoordenaar Ivan Vanenko, de "grafdelver", na zes maanden nog niet afgelopen. In Vanenko's flat vond hij een in het Russisch geschreven dagboek dat de speurneus op het pad brengt van nog een slachtoffer. Nero vindt in een kist op een kerkhof een vrouw verpakt in cellofaan, de keel overgesneden en weer dichtgenaaid. Het is Sarah, Nero's Sarah. Hij krijgt een psychische mokerslag van jewelste. Schuldvragen spoken door zijn hoofd en hij stelt zichzelf een doel voor ogen. Laat hij maar eens naar Archangelsk trekken, het Russische dorp waar Vanenko vandaan komt. Een paar dagen later heeft hij een extra reden om de roots van Vanenko te onderzoeken. De seriemoordenaar weet namelijk te ontsnappen. Nu is het de hoofdzaak om meer slachtoffers te voorkomen... of om wraak te nemen.

Het psychische karakterspel van de Italiaanse scenarist Alex Crippa is uit-munt-end. In bijna niets is dit deel te vergelijken met deel 1, Het Vijfde Slachtoffer. Als lezer word je op de proef gesteld om zelf een antwoord te formuleren op de vraag of je het recht in eigen handen mag nemen. Bedenk dat elke oplossing zijn consequenties heeft, die in dit geval telkens voor doden zorgen. Het grauwe, troosteloze Archangelsk en de uitzichtloosheid van het onderzoek doet Nero naar de fles grijpen. Het is een van de tekenen die horen bij de aftakeling van de privédetective, een geslagen hond. Goh, heel deprimerend allemaal, dat klopt. Neem daar nog de confrontaties bij tussen speurder en moordenaar en de vervaging van de respectievelijke definities van hun bezigheid en je hebt er als lezer een hele kluif aan. Crippa gebruikt, omzeilt en misbruikt de clichés van de seriemoordenaarsthriller. Naar eigen zeggen werkt hij al aan deel 4 waarin de persoonlijkheid van Nero nog meer is geëvolueerd. In landgenoot Andrea Mutti vond hij een kompaan om de juiste toon te zetten. De stemmige bijdrage van inkleurder Angelo Bussacchini is van een dusdanig belang dat we zijn naam als co-tekenaar hebben vermeld.
> DAVID STEENHUYSE — juni 2007