Het verhaal van Topsland dateert al van 1964 toen Nederlander Rob Peters het aan Marten Toonder (Ollie B. Bommel en Tom Poes) presenteerde. Een tweede keer bood hij het Yvan Delporte aan, toenmalig hoofdredacteur van Robbedoes dat net zijn gouden glorieperiode beleefde, veelvuldig scenarist (Isabel, Johan en Pirrewiet, De Smurfen, Robbedoes, De Sliert, Steven Sterk,...) en uitvinder van de microboekjes. Maar het werden microverhalen van Meneer Plum, later groter werk met Amber & Akka en Professor Hilarius. Topsland werd geweigerd, wellicht door toedoen van meneer Dupuis zelf wegens een te afwijkend gedachtegoed. In 1970 verscheen het dan eindelijk in voorpublicatie in het progressieve Nederlandse tijdschrift Aloha. Een poging om het in het Franse Pilote te laten verschijnen, toen nog bestierd door Goscinny, werd onvrijwillig gesaboteerd door een postkantoortje in een Belgisch grensdorpje waar de vertaling en de inkleuringen twéé jaar lang bleven liggen. BeeDee reproduceert het volledige verhaal voor deze gesmaakte albumuitgave.
Een verhaal uit de oude doos? Mmh, eigenlijk niet. In het dwergstaatje Topsland leven de inwoners vastgeroest in een middeleeuwse maatschappij. Koningin-moeder Clarisses twee zonen, Koning Floppe (met pikneus) en Koning Size (met bolneus), staan aan het hoofd van het staatje dat vooral aan het hof verdeeld is in twee clans naargelang de vorm van de neus. Op een dag vindt meneer Berthold het buskruit (opnieuw) uit. Koning Floppe heeft wel oren naar de uitwerking van het ontploffingspoeder en hoeveel roem en macht je er wel mee kan vergaren. Hij beraamt een nepaanslag op een rabarberplantage. Rabarber is in Topsland een onmisbaar goed want het zorgt voor geestrijke rabarberwijn. De schuld steken ze op buurland Runds (200 miljoen inwoners en geregeerd door militair Ahnatole) door op de plantage de nationale lekkernij, knoflookworst, te verspreiden. Na wat misverstanden en een vermeende aanslag met een Flop Pop-colaflesje trekt Runds ten strijde naar Topsland. Maar omdat Ahnatole niet de woede van de hele wereld op zijn dak wil krijgen door een atoomraket te lanceren, besluit hij zijn manschappen met zwaard, boog en pijl uit te rusten. In ruil verwacht hij dat Topsland geen buskruit tegen hen gebruikt.
Wie dacht een andersglobalistisch, anarchistisch, hippieverhaal te lezen, komt — gelukkig — bedrogen uit. Topsland is een behoorlijk zwierig verteld verhaal dat je aan het beste doet herinneren uit lang vervolgen stripjeugdbladentijden, maar met een sardonisch randje. Naar ons idee wil het ook niet nadrukkelijk een anti-militaristisch standpunt innemen. Maar wij waren dan ook niet geboren in de jaren zestig. Een actuele surplus biedt het niet, but who cares? Tospland is een prettig gestoord, sympathiek verhaal, verzorgd en vlot in beeld gebracht. Bepaalde grappen werken nog steeds en de personages zijn stuk voor stuk het volgen waard. Alleen jammer van de weinig aantrekkelijke cover.
Opgelet, de oplage bedraagt slechts 500 exemplaren. Eentje ervan staat voortaan in onze kast. Binnen een jaar of tien zullen we er bij toeval nog eens bij stille staan, het inbladeren en voorwaar herlezen. |