REIS OM DE WERELD IN 80 DAGEN
Tom Bouden • Standaard Uitgeverij (Classix) 48 p. (SC)
|
|
Wanneer Pom Vandersteen ontmoet... |
|
Voor de Engelse stijve bovenlip, Phileas Fogg, telt alleen zijn klokvaste routine in zijn grijze, luxueuze bestaan. Tot hij zich tijdens zijn dagelijks partijtje whist met zijn Reform-clubgenoten laat verleiden tot een onmogelijke weddenschap. Nog diezelfde avond vertrekt de wereldvreemde kwast samen met zijn — natuurlijk — oersympathieke Franse bediende, Passepartout, op wereldreis. En laat nu net de Bank van England overvallen zijn door een persoon die sterk lijkt op Fogg...
Maar waarom vertellen we dat eigenlijk? Wie wist dat nog niet? Trouwens, wat bezielt mensen toch om klassiekers te lezen, te verfilmen of zelfs te verstrippen? Iedereen beoordeelt immers het hele verhaal op die ene wereldberoemde, euh, klassieke scène. Het fluistergedicht van Cyrano, de wagenwedren van Ben Hur, de windmolens van Don Quichote, noem maar op. Van Jules Vernes epos Reis om de Wereld in 80 Dagen ligt dan nog precies de slotgrap in het collectief geheugen. Gelukkig is de tocht in afwachting van het verwachte, onverwachte einde nagenoeg onbekend en boeiend genoeg om de tand des tijds te doorstaan. Inderdaad, 135 jaar na datum slaat het concept van Verne nog altijd aan. Jaren aan een stuk schreef de Franse veelschrijver zijn educatief populair-wetenschappelijke jongensverhalen waarin zweetloze, volwassen helden de toekomst uitvinden. Aspe-gewijs lag er elk half jaar een nieuw boek in de rekken. Zware voldragen volzinnen en overpeinzingen verwachtte zijn publiek dus niet, maar wel pretentieloos amusement vol kurkdroge humor. En dat biedt de Reis volop.
Dat Tom Bouden een verhaal kan vertellen, wisten we al. Dankzij een uitgekiende paginaopbouw bewerkte hij zelfs het ultieme pratende hoofdenboek Het Belang van Ernst tot een vlotlezende strip. Maar toen we hoorden dat hijzelf dit Kuifje-verhaal avant la lettre ging tekenen, en niet pakweg zijn eigen keuze Randall Caesar, was ons enthousiasme al wat minder. Bruggeling Bouden is nu niet de tekenaar die de annalen zal ingaan als een grensverleggend grafisch artiest. Verrassend koos hij voor hyperrealistische gedetailleerde decors die tot leven komen dankzij een zware arcering en silhouetten die zo weggelopen zijn uit de pen van een realistisch tekenende Willy Vandersteen. Op de voorgrond plaatste hij zijn typische koelbloedige, heldere figuren die à la Pom hun hele emotie leggen in een opgetrokken wenkbrauw. Die oer-Vlaamse combinatie werkt wonderwel, en zelfs in die mate dat Bouden nog plannen heeft om iets te doen met de personages Fogg en Passepartout. Maar ja, dat hangt af van de uitgever en van de reacties op dit album. Laat maar komen! |
|
> WOUTER PORTEMAN — juni 2007 |