TOMOĆ« 1 De Watergodin
TieKo + Jack Manini • Arboris 48 p. (HC & SC)
|
|
Klassieke degelijkheid |
|
De mooie cover met een knipoog naar Hokusai's grote golf bij Kanagawa is de voorbode voor een bloedig verhaal over de jonge Sayo die in 1461 in Japan het vissersdorpje waar ze woont verwoest ziet worden door rovers. Ook haar familie komt om door piraat Yoshinaka. Dit gebeurt allemaal niet zonder reden, want twee eeuwen geleden betrad een voorvader van Yoshinaka de legende door de toenmalige hoofdstad Kyoto te veroveren. Dat deed hij samen met zijn minnares Tomoë. En laat Sayo nu net van haar afstammen. Yoshinaka wil de geschiedenis herhalen met Sayo aan zijn zijde, al gebeurt dat niet zonder slag of stoot. Sayo ziet dat niet zitten en ook Yoshinaka's huidige gezin is fel gekant tegen het meisje met wie Yoshinaka per se wil huwen.
TieKo (Thierry Cauquil) kennen we nog als tekenaar van de trilogie Hindenburg, eveneens uitgegeven door Arboris. Nu ruilt hij de periode van de jaren 1930 moeiteloos in voor het feodale Japan. Hij houdt er een keurig realisme op na met veel detail — wat vaak mooie kijkplaatjes oplevert — waarbij de leesbaarheid van het geheel ontzettend duidelijk blijft. De ambachtelijk uitziende inkleuring van Dominique Osuch versterkt de klassieke degelijkheid van de tekeningen.
Jack Manini is geen A-naam in het gilde van scenaristen, maar met prima geschreven reeksen als Hollywood (helaas blijven we in vertaling verstoken van het afsluitende deel), Liefde in Oorlogstijd, S.O.S. Lusitania, De Wet van de Kanun en onlangs nog met Jack Cool weten we best dat hij meeslepende verhalen kan vertellen met personages die je (even) bijblijven. Sayo is misschien te jong om met haar lotgevallen indruk te maken op de lezers, maar er is ook nog het verhaal van haar voorouder Tomoë dat wij interessanter vinden. Deel 2, het slot van het tweeluik, kan daar nog verandering in brengen. Deel 1 is alvast een mooie start. |
|
> DAVID STEENHUYSE — mei 2018 |