Al jarenlang maken oude glorieën een comeback, hetzij door nieuwe auteurs, hetzij onder het mom van eenmalige hommagealbums. Een dik jaar na het overlijden van Marc Sleen komt dit Nero-avontuur van Kim Duchateau (Esther Verkest) uit naar aanleiding van de zeventigste verjaardag van de stripheld dit jaar. Het is het eerste album onder Standaard Uitgeverijs nieuwe label Matsuoka, genoemd naar Nero's aartsvijand, niet naar de politicus die Japan mee de Tweede Wereldoorlog in sleurde. Voor Kim is een lang gekoesterde droom in vervulling gekomen. Hij is een grote fan van de reeks en heeft vijfentwintig jaar geleden nog samen met Tom Bouden gesolliciteerd bij Marc Sleen om de reeks over te nemen. Maar in dat jaar koos Sleen voor Dirk Stallaert.
Anyway, in De Zeven Vloeken komen zowat alle gekende figuren voor (al missen we het besnorde opdondertje Clo-Clo). Politieke verwijzingen naar bijvoorbeeld Donald Trump zijn eveneens aan de orde, maar die wegen (gelukkig) niet zo door als in veel van Sleens verhalen die zijn knipogen vandaag vaak onbegrijpelijk maken zonder grondige kennis van de naoorlogse, twintigste-eeuwse nationale en internationale politiek. Dat Kim het gat in de begroting visueel voorstelt, is dan weer een tijdloos gegeven.
Maar het begint allemaal met een wafelenbak, heu nee, even de tijd terugspoelen met een nieuwe uitvinding van professor Adhemar... Nero wil niets liever dan rust. Zelfs het geluid van de stofzuiger is hem te veel. Vrouw Bea is het beu en ze werft een werkster aan, een heks die in de moderne tijd van nu maar moeilijk aan de bak komt. Wanneer madam Pheip op bezoek komt, is het al snel hommeles. De heks vervloekt de drie. Madam Pheip zal tot het eind van haar dagen omhuld zijn door een wolk prikkende tabaksrook, Bea verandert in een totempaal en Nero krijgt een complexe vervloeking toebedeeld: elke keer hij liegt, verandert hij van kleur. De zevende en laatste keer krijgt hij een paars kleur, paars van verstikking wat dus zijn dood betekent. Adhemar kan daar niets aan veranderen, maar Petoetje en Petatje ontdekken dat de vervloekingen weer opgegeven kunnen worden door zeven vloeken uit de monden van doortrapte slechteriken. En waar zijn die te vinden? In de onderwereld natuurlijk. Daar zal Nero een aantal bekende figuren tegenkomen, zolang hij niet te veel liegt tegen zijn vrienden en de heks die in de gedaante van een knappe bondine met hen meereist.
Het verhaal liep in voorpublicatie in Knack. Sleen verklaarde enkele jaren geleden nog in datzelfde weekblad dat hij ontstemd en kwaad was dat Nero niet meer te vinden was in de (kranten)winkel. Hij begreep niet dat er van een stripreeks nieuwe albums moeten blijven verschijnen om niet vergeten te raken en dat lot was Nero meer en meer beschoren, alle pogingen om nieuwe uitvoeringen (pockets in hardcover, trilogieën en integrales) uit te brengen ten spijt. Was er dan een behoefte naar nieuwe Nero-verhalen? Niet zozeer. Diens relevantie was op, om het maar heel lelijk te zeggen. Maar bij het lezen van Kims Nero kregen we toch het gevoel dat Sleens surrealistische, absurdistische kolder een kostbare nalatenschap is die bij momenten bij Kamagurka en in grotere mate in de stripreeks Urbanus springlevend is. En uiteraard in Kims eigen producties. Hij heeft een ambacht als (politiek) cartoonist en striptekenaar met Marc Sleen gemeen.
De Zeven Vloeken is een mooie hommage én herinnering aan het dagbladverschijnsel van een auteur met aanzien. Kim trapte niet in de val om er een best of van te maken met een teveel aan nevenpersonages die elk per se hun vijf prentjes roem moeten krijgen of, nog erger, een bloemlezing van bekende citaten — "moet er nog zand zijn?" "'t is pertankt officieel de worhaad" — die te geforceerd zouden klinken. Kim heeft in zijn eentje een volwaardig Nero-verhaal gemaakt zonder een slaafse kopie te zijn. In zijn Nero herkennen we absoluut Sleens Nero, al vragen we af in welke mate Kim op de rem stond om nog scherper uit de hoek te komen. Dat de tekenstijl niet gelijkend is, vinden we geen vereiste.
En willen we nu meer Nero's van de hand van Kim? Dat mag zeker! Maar geen vier per jaar of onze goesting naar meer zou rap opbranden. |