SAGA VALTA 3
Mohamed Aouamri + Jean Dufaux • Le Lombard 64 p. (SC)
|
|
Hocuspocuskaart |
|
Er zijn maar weinig schrijvers die zo goed, maar ook zo gecontesteerd zijn als Jean Dufaux. Murena, De Klaagzang van de Verloren Gewesten en Niklos Koda behoren tot zijn beste reeksen, maar zijn neiging om mysterie en zwarte magie erbij te betrekken, zijn in onze ogen niet altijd nodig en soms zijn zelfs overdreven. Murena is de uitzondering en wellicht daarom ook zijn beste werk. Toen hij met de reeks Saga Valta begon, was het de bedoeling dat er verschillende Saga's zouden komen, maar we zijn nu vijf jaar en drie albums verder. Er zijn er nog meer op komst.
Valgar schaakt Astridr de dochter van Thorgerr, en zij schenkt hem zijn zoon Gunnar. Thorgerr is ontstemd en zijn ongewenste schoonzoon vlucht. Valgar hoopt dat Njal de Verbrande zijn zaak steunt bij de Raad van Ouden. Daarom gaat hij naar het kasteel van de zoon van Njal, Skarperdinn. Diens vrouw, Hildegirdd, raakt verliefd op Valgar. Valgar helpt Skarperdinn om Sorr de Verminkte te doden, maar slaapt ook met Hildegirdd en verraadt zo zijn vriend Skarperdinn. Samen gaan ze later op weg naar de Raad van Ouden. Onderweg redt Valgar het leven van Njal en roept Hildegirdd de hulp van haar zus Sosjia in om het hart van Valgar te veroveren. Sosjia stuurt haar zoon Hanserr mee met haar zus.
Oorspronkelijk zou Saga Valta een tweeluik worden, maar Dufaux had zoveel te vertellen dat het een drieluik is geworden. Het komt het verhaal zeker ten goede, want in dit afsluitende deel knoopt hij alle verhaallijnen vakkundig aan elkaar. De confrontatie tussen Valgar en zijn schoonvader Thorgerr komt tot een dramatische climax die alleen maar verliezers kent. Het is een tijd geleden dat we zulk een heftig einde hebben meegemaakt. Maar ook exact halverwege dit verhaal trekt Dufaux weer de hocuspocuskaart en de toegevoegde waarde daarvan ontgaat ons. Het komt de leesbaarheid ook niet ten goede. Wanneer hij dit onnodige kunstje heeft afgerond, komt het verhaal weer snel op gang en davert het richting einde.
De tekeningen van Mohamed Aouamri komen goed tot hun recht, maar de achtergronden overstijgen de middelmaat niet. Wel hanteert hij prima camerastandpunten. Zijn gezichtsuitdrukkingen en personages zijn herkenbaar en de inkleurder levert vakwerk af. |
|
> DAI HEINEN — september 2017 |