DE LAATSTE BRAEDY Van Passendale naar Cambrai
Ivan Petrus Adriaenssens • Lannoo 128 p. (HC)
|
|
Het ultieme doe-boek |
|
De impasse was totaal. Al jaren vochten de Engelsen en de Duitsers vanuit hun loopgraven om steeds dezelfde modderkluit. Een jonge snaak, Lord Winston Churchill, had een geniaal idee die de oorlog een nieuwe elan zou geven. Hij zou enkele stoomtractoren voorzien met een kogelvrij pantser en machinegeweren. Deze zouden het niemandsland kunnen oversteken en het dodelijk weefsel van prikkeldraad kunnen platwalsen. De tank was geboren. Na Little Willy, Big Willy en de Mark I, II en III bleek de Mark IV de goede te zijn. Een massaproductie werd opgestart. 28 ton staal, 8 soldaten, 2 kanonnen, 3 machinegeweren en een topsnelheid van 6 km per uur. Daar zouden de moffen niet van terug hebben. Maanden later stonden ze klaar in de buurt van het slagveld van Passendale. Het was 5 uur 's morgens en het goot oude wijven zoals al heel de zomer van 1917. Go. De rupsbanden begonnen te ratelen. Een nieuw geluid op het slagveld. De Duitsers reageerden onmiddellijk met een obussenregen. De Fray Bentos-tank, genaamd naar het bekende blikje cornedbeef, ontweek alles en stoomde door. Maar een kogel dwars door dat ene minuscule kijkgat doodde de chauffeur van de tank. De Mark IV ging van de baan en kwam vast te zitten in een ondergelopen obuskrater. De enige manier om uit het moddergat te raken, was een enorme metalen balk vastmaken aan de rupsbanden en hopen dat de schietgrage moffen hen niet zagen. Soldaat Braedy was kandidaat.
Als we het uitstekende crossoverproject Cher Ami meerekenen, is De Laatste Braedy alweer de vierde pure Eerste Wereldoorlog-graphic novel van Ivan Petrus Adriaenssens. En het is zijn beste. Opnieuw kiest hij ervoor om een pakkende documentaire strip te maken boordevol weetjes en anekdotes over een heroïsch en menselijk verhaal van een weldra vergeten oorlog. Zoals steeds passen de verschillende puzzelstukjes bij de scenarist van de Marc De Bel-strips naadloos in elkaar. Maar het is vooral grafisch dat Adriaenssens ferm gegroeid is. Uiterst herkenbaar maar toch controverse oproepend, blijven zijn immer melancholisch kijkende mannekes zijn grafische handtekening. De Oost-Vlaming scoort bij ons vooral met zijn aanvalscènes, decors en indrukwekkende schilderijen. De cover, met de omgekeerde verstilde bomenrij — een mooie knipoog naar de hoes van Soundgardens Superunknown — is hiervan exemplarisch. Bovendien deden de nachtelijke aanvallen hem experimenteren met blauw, geel en rood. Een explosieve kleurencocktail die de tekeningen enorm ondersteunt. Knap.
Ivan Adriaenssens bezit een zeldzaam talent. Door zijn onderwerpen en toegankelijke aanpak is hij een van de weinige striptekenaars die effectief een brug weet te slaan naar de gigantische groep stripleken. Zijn vele lezers zijn gepassioneerd door het onderwerp, overstelpen hem met weer nieuwe verhalen en zorgen er vooral voor dat elk deel van zijn loopgravenreeks ook succesvol is buiten de klassieke stripspeciaalzaken. Uitgeverij Lannoo volgt hem hierin, ondersteunt nu al zijn nieuwe project over het Waregemse oorlogsverleden en bouwt zo langzaam maar zeker een eigenzinnig stripfonds uit.
Intussen evangeliseert De Laatste Braedy verder het brede publiek. Oh ja, de strip draagt een enorm uitdaging met zich mee. Het lijk van Ernest Braedy werd nooit teruggevonden, maar de weide waar hij is gesneuveld, is inmiddels bekend. Ben jij degene die de soldaat een waardige rustplaats geeft en deze strip een fantastische epiloog kan bieden? Laat je niet kennen. Voor alle tips, lees eerst De Laatste Braedy, het ultieme doe-boek. |
|
> WOUTER PORTEMAN — maart 2017 |