ROBBEDOES DOOR... 11 De Meester van de Zwarte Hosties
Olivier Schwartz + Yann • Dupuis 64 p. (SC)
|
|
Vol, voller, volst |
|
Robbedoes, Kwabbernoot en de Brusselse Congolese Aniota zitten al drie weken vast in Leopoldsburg, de hoofdstad van Belgisch Congo. Maar straks is het zover. De gouverneur zal hen ontvangen en eindelijk zullen ze een reisvisum kunnen aanvragen voor Urugondolo. Met wat geluk kunnen ze straks de heilige Koso, een met spijkers beslagen fetisjhoutsculptuur, terugbezorgen aan de stam van de luipaardvrouwen. Maar Urugondolo is oncontroleerbaar rebellengebied! De schande van Congo! Dit mag niet bekend worden. De koloniale rechtshandhaver vindt er niets beters op dan de paspoorten van onze helden in beslag te nemen. Ze zitten vast. Diep in de jungle draait een clandestiene uraniummijn op volle toeren. De rebellenpresident Nkosi ruikt de overwinning al. Zijn nazigeleerden leggen immers de laatste hand aan een atoombom. Hiermee gaat hij Brussel bombarderen, en uit schrik voor nog meer bombardementen zal Zwart-Afrika bevrijd worden van alle Europese kolonisators. Een geniaal plan. Maar dan is er nog de meester van de zwarte hosties en een Brusselse missionaris.
Och, wat hebben wij naar deze strip uitgekeken. Net als het eerste deel van het tweeluik, De Luipaardvrouw, katapulteren Olivier Schwartz en Yann ons naar de gloriejaren van de Belgische strip. Dit is eindelijk nog eens een strip met naïeve dictators die de wereld willen veroveren. Bovendien voel je vanaf de eerste pagina dat de ware helden er uiteindelijk een stokje voor zullen steken en dat er een knoert van een moraalles zal volgen waardoor alles weer goed komt. Jaja, het kan. Het mag. Het moet in deze strip.
Qua basisopzet kan deze moderne jaren 1950-strip niet beter worden. Bovendien pakken de auteurs uit met tonnen historische verwijzingen. Van de wereldbolscène uit Charlie Chaplins The Great Dictator, ons woelig koloniaal verleden, tot de rechtse Sinterklaasfeestjes van Hergés collaborerende vriend, Jacques Van Melkebeke. Maar de strip is vooral een eerbetoon aan de meesters van de negende kunst. Het basisverhaal is een menselijk correcte versie van Kuifje in Afrika met goede en slechte zwarten én opgefrist als vervolg op de onafgewerkte atoomstrip IJzeren Harten van Yves Chaland, in 2013 opnieuw uitgegeven als Robbedoes door Chaland. Voeg er dan nog een golem bij die zo weggelopen lijkt uit Radar de Robot, boomhutten zoals het nest van de Marsupilami, wat Tembo Toeba en een scheut Blanke Neger van Jijés Blondie en Blinkie en je weet dat het smullen wordt.
Bovendien liet scenarist Yann de Congolese ket Yoema een soort geinig Afro-Belgisch brabbelen. Gecombineerd met de geniale Afrikaanse spreuken van de dictator zorgde dit voor extra pigment aan het album. Maar nog was het niet vol genoeg voor scenarist Yann. Hij smeet er nog een Govert Suurbier-missionaris bij die een soort Vlomsch Brussels kwaakt. Amusant voor één prent, maar hoogst irritant voor de rest van het verhaal. Door ons gewroet met deze tekstballonnen en de overvolle kaders viel ons leesritme totaal weg en zaten we te vaak gezapig schitterende plaatjes te bekijken tot onze ogen weer eens afdwaalden naar de jachtige wereld rondom ons. Tja, hierdoor hebben we deze strip trager uitgelezen dan we een fles Heinz Ketchup leeg krijgen. En toch was hij elke leesseconde waard. We kijken nu al uit naar de nieuwe retroreeks die deze twee klasbakken aan het maken zijn.
Deze Robbedoes is de modernste oude strip van dit millennium. Een aanrader in deze jachtige tijden. |
|
> WOUTER PORTEMAN — maart 2017 |