VERLOREN
Caryl Strzelecki + Rudi Vranckx • Lannoo 120 p. (SC)
|
|
Talking heads |
|
Once in a lifetime gaat al niet meer op voor VRT-'conflictjournalist' Rudi Vranckx en de Limburgse illustrator Caryl Strzelecki: met Verloren gingen ze een tweede samenwerking aan. En ook hier staat het humanitaire drama aan de poorten van Europa centraal en spelen gewone mensen op de vlucht voor oorlog en ellende de hoofdrol.
In verloren oorden als Somalië en Syrië zijn de bewoners al flink gevorderd met het eigenhandig burning down the house. Geen wonder dat iedereen daar weg wil. Op de vlucht voor de terreur van IS of van Al-Shabaab wagen duizenden hun leven door de Sahara of over de Middellandse Zee, op zoek naar een beter leven. Als ze er al in slagen de woestijn en de golven te overleven, zijn ze nog niet zeker van een warm onthaal en riskeren aan hekken te stranden of teruggestuurd te worden. Die mensen op hun road to nowhere wil Rudi Vranckx een gezicht en een stem geven in zijn reportages, op tv of in een journalistieke strip.
Drie jaar geleden bundelden Vranckx en Strzelecki in De Gierenclub anekdotes over het hachelijke werk van oorlogsjournalisten. Vranckx nam de lezer mee achter de schermen van zijn werk tijdens het verslaan van de Arabische lente. In de gruwel en de waanzin van het geweld kwamen daarbij psycho killers als Khaddafi naar voren, maar ook en vooral gewone burgers.
In Verloren staat Vranckx niet meer stil bij zijn eigen moeilijke werkomstandigheden, maar de ontzetting is vaak genoeg af te lezen op zijn gezicht (als Strzelecki er tenminste in slaagt die kop te vatten: Vranckx ziet er van het ene plaatje tot het andere nauwelijks twee keer hetzelfde uit). Bovendien aarzelt de journalist niet af en toe zijn afschuw uit te spreken in korte commentaren, onder meer over onze onverschilligheid. Tja, miserie in het Midden-Oosten en Afrika: same as it ever was, zeker?
Een scheepsdrama voor Lampedusa was voor Vranckx de aanleiding op zoek te gaan naar de motivatie en verhalen van vluchtelingen. Tweeënhalf jaar geleden zond hij de reeks Vranckx in Niemandsland uit, waarin hij van oost naar west de Sahara doorkruiste, van Mogadishu tot Timboektoe. Verloren is de voor jonge lezers verstripte versie van enkele van de getuigenissen uit de serie. Vranckx bezoekt in Somalië vluchtelingen in een kerkruïne (een man die halfblind geslagen werd door islamisten omdat hij rookte), een hoogopgeleide werkloze die naar Europa wil, een psychiatrische kliniek die naam nauwelijks waardig, een moeder die gechanteerd door mensensmokkelaars haar huis verkocht. In Libië bezoekt hij opgesloten en wanhopige vluchtelingen.
Na een kort intermezzo met een uit Syrië gevlucht jong Koerdisch gezin (dat tussen deze Afrikaanse verhalen wat vreemd staat) besluit Vranckx zijn getuigenissen met de letterlijk (met zwarte achtergronden rond de kaders) donkerste pagina's van het boek: in Niger ontmoet hij de veertienjarige Chappa die haar zussen en moeder verloor in de Sahara. Van een groep van negentig vrouwen en kinderen, in de steek gelaten door de smokkelaars die hen vervoerden, was zij de enige overlevende. Omdat zij het graf van haar moeder wil zien, reconstrueert Vranckx met haar hun noodlottige tocht door de woestijn. Duidelijk het sterkste hoofdstuk van het boek, waarin de auteurs de stilte en het landschap hun aangrijpende werk laten doen. Elders in het boek krijg je vooral talking heads: pratende hoofden die hun verhaal doen. Ook in de journalistieke strips van bijvoorbeeld Joe Sacco (in Joegoslavië of Palestina) komen veelvuldig getuigen aan het woord, maar Sacco tóónt vaker wat die vertellen. Show, don't tell is een hoofdregel in de literatuur (zéker bij beeldverhalen) die Vranckx en Strzelecki hier wat uit het oog verloren. |
|
> KOEN DRIESSENS — oktober 2016 |